Toerekenbaar?
door Mevr. Ovink - Soer.
(Vervolg van No. 37).
Ze hadden heusch niet geweten, dat den kamerheer dit onschuldig genoegen verboden was. Wilde Frau Baronin niet eens voor deze enkele maal de hand over 't hart strijken? Er kwam nu juist zulk een beeldig tableau, dat moest de baron zien....
Met een glimlach bleef Frau Baronin beleefd doch beslist afweren. ‘Veel dank, U is te vriendelijk, maar waarlijk mijn man kan niet meegaan. Ik durf het tegenover den dokter niet te verantwoorden.’ Even verzette de kamerheer zich. ‘Ja, ziet U, dames, mijn vrouw meent mij dit genoegen te moeten onthouden... anders...’
Mevrouw von Hohenheim nam de bevende hand van haar man tusschen de hare, en als ware de zaak nu afgedaan, wendde zij zich, geheel tot hem. ‘Zit je zoo goed, beste, heb je geen hinder van die openstaande deur? Zal ik deze lekkere perzik voor je schillen? We moeten wat voortmaken, 't is al laat.’
Met een koele buiging beantwoordde zij den minzamen groet der Engelschen en knikte Fräulein toe. ‘Ja, ja, ga maar mee als U lust heeft, ik breng den kamerheer wel naar boven.’
En gedwee was de baron meegegaan, zich een kleine jongen voelend, die op zijn plaats is gezet.
Dat gevoel was hem tot nu toe bijgebleven, maar 't was toch niet prettig voortdurend bedild te worden. Gretel liet hem steeds doen wat hij verkoos, en wat een aardig jolig ding was ze toch; zoo vroolijk als een vogel. Waarover had ze 't nu weêr zoo druk? en glimlachend keerde de oude heer zich tot zijn druk babbelend gezelschapjuffertje.
‘Wat wou je, kind? Zondag op 't bal een walsje met me doen? Loop heen, malle meid, ik dans immers niet meer. Doe jij 't maar dubbel voor ons beiden,’ raadde hij goedig, 't ongepast familiare, dat in Eräulein's voorstel lag, niet eens opmerkend.
‘'k Ben bang, dat Frau Baronin mij geen permissie zal geven,’ pruilde Gretel. ‘Er moet entreé worden betaald, weet U.
Er zullen een massa menschen komen want 't wordt overal bekend gemaakt. De directeur vertelde mij, dat de booten nog heel laat, extra zullen varen om iedereen weêr thuis te brengen.’
Opgewonden klapte zij haar handpalmen tegen elkaar, haar oogen straalden, en met een hoog, schel stemmetje riep ze: ‘O ik moet dansen, ik hoop toch zoo, dat Frau Baronin mij laat gaan, want ik zal nooit kunnen stil zitten, als 'k die zalige walsmuziek hoor.’
‘Je moet mijn vrouw straks maar dadelijk vragen of je moogt,’ meende de kamerheer.
‘'k Durf niet,’... zuchtte Gretel. ‘Wil de kamerheer 't voor mij vragen? Och toe! Herr Kammerherr. Dan zal ik straks uw scheiding nog eens op nieuw maken,’ en Gretel schaterde het uit.
‘Hoeft niet, kind, hoeft niet.’
‘Ja wel, ja wel,’ hield ze aan. ‘En ik weet twee aardige mopjes, die moet Herr Kammerherr hooren. Ze boog zích naar haar meester toe, en vertelde fluisterend en gichelend een paar grappen, die vrijwel op 't kantje àf waren.
De eigenlijke porteé verklaarde ze niet te begrijpen, die moest de baron haar duidelijk maken. En ze deed vragen, die haar toehoorder onmogelijk beantwoorden kon.
De oude heer zat vóór zich heen te schudden van den lach. ‘Och, Och! hij moest Emilie toch eens vertellen wat een onschuldig schepseltje die Gretel nog was.’
't Onschuldig schepseltje hield intusschen met een juist binnen gekomen jongmensch: ‘Augensprache.’ Hij zat zich aan een glas bier te verkwikken, en dronk haar toe. Zij lachte verstolen, en bleef hem aankijken met de mooie schitteroogen. Maar haar gedachten waren er niet bij. Ze flirtte maar zoo'n beetje uit gewoonte, omdat ze 't nu eenmaal niet laten kon. Fräulein had een kostelijk geheim waaraan zij voortdurend denken moest.
Een knappe student, rijk, Freiherr bovendien, dat was een partij, waarmee zij voor den dag kon komen.
En dat ze hem veroverde, had ze alleen zich zelve te danken, aan haar eigen weloverlegde, slimme tactiek.
Ze kende Max von Eichendorff nu bijna drie weken en had hem bijna dagelijks ontmoet. (Want, al deed ze 't altijd voorkomen alsof ze zoo half en half de slavin was van de familie von Hohenheim, ze wist toch menig uurtje vrij te maken.)
In het begin was ze alles behalve toeschietelijk geweest, deed of ze zijn verliefde blikken niet opmerkte, lachte hem uit als hij om een enkelen kus smeekte.