Een waar woord.
In De Vrije Socialist kom ik het volgend entrefilet tegen, dat ik met volkomen instemming overneem want zoo is 't precies. Iedere partij en iedere leider knoeit om er te komen waar zij wezen willen. Juist dáárom is het niet der moeite waard zich zoo druk te maken om liberaal deze dan wel clericaal gene aan stemmen te helpen. Het resultaat is toch hetzelfde, namelijk dat er geknoeid wordt naar hartelust zoodra de heeren baantjes hebben te vergeven. Den Vrijen Socialist echter zou ik willen vragen: Maken alleen de anarchisten een uitzondering op dien regel? Zijn zij niet even goed menschen en behept met menschelijke ondeugden als de rest? Kijk maar naar de schrikbewind-dagen van de Fransche revolutie, als gij wilt weten wat er onder een anarchist overblijft van het goede recht en van de meest-gewone eerlijkheid!
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
De zaak van Kuyper wordt vreeselijk opgeblazen, want al is hij schuldig - en wij gelooven dat hij er leelijk is ingeloopen - och, dan deed hij nog niets anders dan wat feitelijk alle regeeringen doen. Het benoemen tot allerlei staatsambten, het begeven van baantjes, het verschaffen van onderscheidingen - dat alles zijn regeermiddelen, waardoor men zichzelf versterkt en zijn tegenpartij verzwakt.
In Frankrijk hebben de soc. dem. ministers alles volgestopt met sociaaldemokraten. Zij maken gebruik van dezelfde middelen als hun voorgangers, alleen, toen keurden de sociaaldemocraten dit af, omdat zij zelven buiten het net vischten. Elkeen weet dit. Kuyper deed het wat lomp en plomp en zoo liep het te erg in den kijker.
Had Troelstra niet tegen een traktement van f 1000 mederedakteur willen worden van Recht voor Allen (en de betaling van een levensverzekering)? En toen ik dit aanbod, dat heel zonderling was daar hij de taktiek der oude partij afkeurde en toch bij het blad een baantje wilde hebben, afsloeg, toen heeft mig de vijandschap van hem steeds achtervolgd. Voor de toekenning van een dergelijk traktement zou ik hem dus tot stilzwijgen hebben kunnen brengen, om te schrijven zooals wij het wilden. Was dit ook niet een zich verkoopen? Laat hij dus zoo'n hoog woord niet hebben. Of rekent hij erop dat de heeren dit niet weten? Goed, maar wij weten het wel en wij zullen er hem nog eens aan herinneren.
In de politiek en in de partijen gaat niets voor niets, het is een voortdurend knoeien en konkelen en wie het 't best kan, die heeft het meeste kans van slagen. Men ziet het aan Troelstra, Henri Polak, Oudegeest, en zoovele anderen, die allemaal heel aardig zijn binnengekomen.
De Vrije Socialist.