Varia.
Dierenliefde.
Iemand, wien de Lelie vooral sympathiek is om de dierenliefde die er in wordt gepredikt, - en ik mag met blijdschap zeggen, dat ik velen tel onder mijne correspondenten die juist in dit speciale opzicht tot mijne geestverwanten behooren - zendt mij het hieronder volgende uitknipsel uit het Handelsblad. - Hij, wien deze zoo sympathieke herinneringen gelden, de heer P.N. Muller, een der meest-bekende Amsterdamsche figuren, is, als handelsman, lid van de Eerste Kamer, van den Amsterdamschen Gemeenteraad etc., iemand geweest, wiens flink voorbeeld in dezen zeker velen ten steun zal zijn, hoop ik:
‘Muller bleef zichzelf tot het einde toe. Hij was een dierenvriend, en hij haatte gebrek aan tucht op straat. Hoe kon hij toornen tegen de politie “die dierenmishandeling op straat toelaat en niet optreedt tegen de brutale fietsjongens, die de openbare straat onveilig maken.”
Wel gaf hij toe dat gebrek aan snel recht en mismoedigheid over nuttelooze proces-verbalen die politie telkens verontschuldigden, maar toch bleef hij tot zijn laatste dagen toe het stedelijk bestuur aansprakelijk stellen voor veel wat het niet verhelpen kan... en bleef hij warm en overtuigd ijveren voor dieren en tegen straatbengels.’
Hij schreef mij 14 Aug. 1906:
‘Als men zoo gaandeweg 85 jaren telt, en alles om ons heen zoo verandert, legt men zich daarbij neer en laat violen zorgen. Maar 't wordt mij toch te erg, als ik blijf zien hoe dierenmishandeling op de openbare straat, en wandaden van brutale fietsjongens geoorloofd blijven. 't Is tijd dat onze eerste Perslui waken en waarschuwen. Het Handelsblad heeft nog invloed, veel invloed. Ik beroep mij op uw stem, nog zoo machtig.’
***
Er zijn altijd nog mannen, jonge mannen vooral, te over, die denken dat het ‘sentimenteel’ en oude-juffer-achtig zou zijn de partij te trekken van het mishandelde weerlooze dier, hond, paard, kat, etc. Daarom zij hun op dezen invloedrijken en ‘deftigen’ meneer gewezen, die er, gode zij dank, anders, nobeler, over dacht, en wiens nagedachtenis daarom een oprechte hulde zij gebracht op deze plaats.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.