boden minstens even interressant is als de verzonnen liefdes-nooden en levensrampen, waarop de groote meerderheid der romans ons onthalen, en die bijna zonder uitzondering vermoeiend op elkaar gelijken, juist omdat zij ‘bedacht’, van elkaar-nà-gedaan zijn.
Toch, niet om den roman, of om de feitengeschiedenis als zoodanig, trof mij Golgotha in de alleréérste plaats.
Voor mij zijn deze onthullingen een bewijs te meer, voor de zóóveelste maal, van de overwegende rol ten goede of ten kwade, die de vrouw speelt in het leven van den man, rol, welke haar oneindig machtiger en invloedrijker maakt op èlk, ook het verst-reikend gebied, dan door wèlke feministische ‘rechten’ ook. Omdat het hier geldt haar vrouwenmacht, haar alles-beheerschende macht van behoorende tot die andere sexe waarbuiten de man niet kan.
Indien Koningin Natalie-, en laat mij er dadelijk bijzeggen dat óók George Georgewitch, zoo min als iemand anders, haar schuld toewijst, - indien zij geweest ware de zich gévende, de zich haar rol van echtgenoote bewuste vrouw van liefde, inplaats van te willen wezen een koude, haar eigen-wil dóórzettende, héérschzuchtige méde-regeerster, men kan gerust zeggen, dat noch de afdanking van Milan, noch. de ellendige ondergang van Alexander ooit zouden hebben plaats gehad.
Koning Milan had vóór en boven alles nóódig een liefhebbende vrouw.
Gezonde man, met een sterk-ontwikkeld zinnen-leven, verlangde hij met recht van haar die zijn troon deelde, die, na zijn eenzame jeugd, gekomen was in zijn leven om er zóógenaamd liefde te brengen, dat zij hem in de éérste en éénige plaats zou wezen zijn echtgenoote, de herhaaldelijk blijmoedigvruchtdragende trotsche moeder van een gróót aantal prinsen en prinsessen.
Inplaats daarvan vond hij een geheel en al met hare eigene trotsche schoonheid egoist-vervulde ‘ikheid’, die, nadat ze noodgedrongen haar ‘plicht’ van den lande een kroonprins geven had vervuld, geen andere gedachte meer had dan zich voor een herhaling van het zwangerschap te vrijwaren, opdat hare schoonheid en jeugd ongerept zouden blijven, wier ideaal er niet naar uitging te zijn, zooals b.v. de Keizerin van Duitschland het zoo mooi verstaat, de echtgenoote en de moeder op den troon, maar wèl, de mede-een-rol-spelende, mede-raad-gevende, mede-besturende koningin. Lees deze bladzijden, waarin Koning Milan zich over haar uit:
Wat te zeggen van een vrouw, die tot zichzelve zegt:
Ziezoo, nu heb ik tegenover mijn man en mijn land mijn plicht volbracht, en de rest gaat mij niets aan; nu behoor ik voortaan aan mijzelve, en aan de zorg voor het instandhouden mijner schoonheid. Vrouwen van ondervinding hadden haar gezegd, dat het beste middel tot dat doel is geen kinderen krijgen, en tevergeefs bracht men haar onder het oog: een jonge dynastie wordt niet door één enkelen troonopvolger voldoende bevestigd; vruchtdragen is immers het eigenlijke doel van het vrouwelijk organisme, en daarom draagt het ook wel degelijk bij tot het behouden van schoonheid. Alles tevergeefs, haar slaapkamer bleef voor den echtgenoot op slot. Ik, die tot u spreek, was toen een fatsoenlijk man, ik was niet verliederlijkt. Ik had het huwelijk lief, het scheen mij vies buiten het eigen onbesmette thuis heimelijke genoegens elders te moeten gaan zoeken.
Neen, zeg niet, dat zulk een aanklacht ‘overdreven’ is, verzonnen ‘roman’ taal. Dat hij mij zoo trof, dat hij mij een bevestiging te méér werd van de geheime ‘schuld’ van zoovele op hare ‘deugd’ zoo pratgaande, en over de ‘ontrouw’ van haar man zoo aandoenlijk-klagende vrouwen, dat is immers juist, omdat ik wéét de werkelijkheid zoo te zijn in méér dan één geval, waarin ik werd, - door mijn onversaagd juist in dat opzicht de dingen bij den naam durven noemen, durven veroordeelen de schijnbaar deugdzame egoiste vrouw tegenover den door haar feitelijk tot ontrouw genoodzaakten man, - van dezen laatsten de confidente, de, zonder dat hij mij vroeger persoonlijk kende, door hem opgezochte vriendin, omdat hij, uit mijn schrijven over die dingen, in mij had gevonden een vrouw, die éérlijk was, en die begréép. Ik zou ze u b.v. met name kunnen aanwijzen die oogenschijnlijk door haar echtgenoot zoo verguisde eenzame gade, die al haar leven de rol heeft gespeeld van de bitter door hèm verongelijkte, op het punt van echtelijke trouw, en die, precies als Koningin Natalie, hem dreef met dat al tot die uitspattingen, omdat zij-óók, ná het eerste kindje, de deur op slot gooide, en halsstarrig weigerde hare toch immers door het huwelijk op zich genomen huwelijksplichten aan haren man te vervullen. Hij was een ontwikkeld en zeer begaafd man, zij dreef hem, door haar weigering, tot steeds grooter afdwalingen op zedelijk gebied;