meening die, welke, naar ik gehoord heb, ook ergens in Illyrië in zwang is. In ieder dorp wordt telken jare eenmaal aldus gedaan. De meisjes, die huwbaar geworden zijn, worden allen samengebracht. Rondom staan de mannen. De afslager beveelt de meisjes een voor een naar voren te komen en biedt ze te koop aan. Eerst de allerschoonste. Daarna, zoodra deze voor veel geld verkocht is, roept hij een ander meisje, dat in schoonheid op het eerste volgt. Zoo verkoopt hij ze, maar onder voorwaarde, dat de koopers met ze trouwen. De rijken nu, die huwen willen, bieden tegen elkander op om de schoonste te krijgen. Arme menschen, wien het niet om de schoonheid te doen is, krijgen de leelijke meisjes maar zij krijgen nog geld toe. Want wanneer de afslager alle mooie meisjes verkocht heeft, dan laat hij de leelijkste voorkomen, of een, die kreupel is, en dan vraagt hij, wie het minst toe wil hebben om haar tot vrouw te nemen, en dan wordt zij aan de minstvragende toegewezen. Het geld, dat de leelijke meisjes toekrijgen, wordt betaald uit de opbrengst van de mooie meisjes en zoo brengen de schoenen de leelijken en kreupelen aan den man. Niemand mag zijn dochter ten huwelijk geven, aan wien hij verkiest. En niemand van degenen, aan wie een meisje is toegewezen, mag haar naar huis medenemen, voordat hij een borg gesteld heeft. Eerst moet hij waarborgen, dat hij haar werkelijk tot vrouw zal nemen. Indien hij niet met haar als man en vrouw leeft, dan moet hij het geld teruggeven. Dat is de verstandigste gewoonte, die bij hen in zwang is.
X.