zien trekken ‘naar buiten’, maar heerlijker is het om bij te wonen, hoe 'n verblijf van vier weken in de zon en de zuivere lucht in een frissche, gezonde omgeving, waar voor reinheid en rust, voor vroolijkheid, zorgeloosheid en eenvoudige, versterkende voeding wordt gezorgd - verkwikkend is het om te zien, hoe eene vacantie van vier weken buiten, de tengere, vaak oude, gezichtjes een gezonde blos kunnen geven, de oogen doen glinsteren als echte kinderoogen en 't gewicht en de levenslust toenemen. Wie het zelf heeft bijgewoond hoe zoo betrekkelijk weinig verplegingskosten de zwakke kinderen der armen kunnen doen opleven en aansterken, wie beseft hoe onberekenbaar groot de invloed is, die daar, van uit kan gaan op de kracht van ons volk, die neemt zich hierbij voor niet te rusten voor het zoover is, dat ALLE zwakke en ziekelijke kinderen van arme ouders des zomers dit reisje ‘naar buiten’ kunnen maken.
‘Maar’, zoo zult ge misschien vragen, ‘hebt ge dat dan nog niet bereikt, nu toch zoovele warme vrienden van het C.G. overal in ons land aan 't werk zijn?’ En ge hebt gelijk dat reeds zeer veel is bereikt. De vrienden van het C.G. hebben veel, zeer veel gedaan en 't gevolg is geweest, dat het C.G. door haar afdeelingen bestormd is met aanvragen voor plaatsing hunner kinderen en verreweg de meeste dier kinderen zijn geplaatst. Maar - velen van hen heeft het C.G. helaas moeten afwijzen en honderden zal het moeten afwijzen... uit plaatsgebrek. Is het niet zonde en jammer, dat zoo vele ongezonde kinderen, voor wie het geld reeds aanwezig was, hebben moeten thuisblijven in hun veelal ellendige woningen in benauwde stadlucht?
Het is een tweede eigen koloniehuis dat 't Centr. Gen. behoeft, een ruim, zonnig gebouw, dat 't mogelijk zal maken den volgenden zomer alle kinderen te plaatsen, waarvoor verpleegkosten aanwezig zijn. Dit huis moet van den zomer gereed zijn. Wie wil ons helpen om het doel te bereiken? Wie wil een steen of een aantal steenen bijdragen voor dit groote gebouw? Zullen we slagen, dan moeten voor December f 70,000 bijeen zijn.
Ouders, wier kinderen den heerlijken klank van de woorden ‘naar buiten’ kennen uit ervaring, doet wat in uw vermogen is om de leus te helpen verwezenlijken: ‘alle arme bleekneusjes naar buiten’.