De Hollandsche Lelie. Jaargang 23(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Zwakke Troost. 'k Heb menigmaal geweend, als ik uw blauw aanschouwde, O, hemel, als 't zich uitwelfde‿in den nacht, En als de sterren glansden in hun pracht, Waart hemel, gij, alleen gij dikwijls mijn vertrouwde. Ik sprak mijn leed, gij luisterdet en dacht Te troosten mij met manestralen tot het grauwde: En als dan in het Oosten 't zwakke zonlicht flauwde, Dan weest gij blozend mij de dag, die wachtt'. Dan was ik weer vol hoop, 'k verhief mij en ik bouwde Opnieuw en bouwend kreeg ik scheppings kracht: Gij weest mij immers toch de dag, die wachtt' Ik hoopte, bouwde, zwoegde, sloopte en 'k berouwde. - Vorige Volgende