De Hollandsche Lelie. Jaargang 22
(1908-1909)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdKunsten en Wetenschappen.Toulouse-Lautrec: Elles.We leven tegenwoordig onder het teeken der reproductie. Zelfs al willen we den namaak er niet onder begrijpen, dan toch moet erkend worden, dat, wat tot heden eenling was, natuurgetrouw wordt verdubbeld, ja vermenigvuldigd tot in het oneindige. Vooral in literatuur en kunst is dit het geval. Men kan nu in eigen studeervertrek, in getrouwe navolging, het origineel bestudeeren, en behoeft niet verstoken te blijven van handschriften, zeldzame gedrukten, schilderijen, prenten en teekeningen, die vroeger buiten ons bereik lagen. Tot op zekere hoogte achten we dit verkregen succes door den lichtdruk, in al zijn vormen, gelukkig, maar van den anderen kant zien we eene schaduwzijde, waar zoo vaak door de reproductie waardelooze afdrukken in den handel worden gebracht, welke geen hoog denkbeeld van de kunstwaarde van het origineel geven. Het reproduceeren is uit den aard der zaak duur. Wat voor enkele stuivers te verkrijgen is kan nooit aanspraak maken op onze waardeering. | |
[pagina 846]
| |
Het verwondert ons dan ook niet, dat door de firma Adolf Weigel eene uitgave is ondernomen, in reproductie, waarvan de prijzen, naarmate het papier kostbaarder is, 80, 120 of 200 Mark zijn, en dus vrijwel overeenkomen met den hoogen prijs van het origineel, dat 500 francs heeft gekost. We hebben op het oog de 12 gekleurde lithographieën van Toulouse-Lautrec, welke indertijd het licht zagen, onder den titel Elles, welke verband houdt met den vroegeren titel: La Maison. Het is Lautrec niet te doen geweest om door afschrikwekkende teekening in socialen zin op deze prostituées, in een ‘huis’ vereenigd, de aandacht te vestigen. Hij geeft met de elegance den Franschman eigen het wel en wee dier meisjes in treffende schildering. Hij wil niet schokken; hij wil de natuur, de waarheid weergeven. In de intiemste oogenblikken heeft de kunstenaar zijn figuren gadegeslagen, geschetst, in beeld gebracht. Niet op de wijze zooals Steinle deed in zijn hoewel rake, doch schrille omtrekken; hij is meer een van Beers, waar hij de vrouw idealiseert in passievolle oogenblikken, in de geheime toestanden welke haar beroep (?) in 't leven roept. Daarom géén pornographie, welke ontzedelijkt, en afkeer wekt, maar de interieurs uit een wereld, waarin men de liefde (?) tot koopwaar heeft gemaakt. ‘Den Reiz der Blätter kann die Feder nicht beschreiben, man muss sich begnügen, sie stets aufs neue vergnügt und entzückt anzusehen, zu lächeln, die Linien, die Details zu betrachten, täglich einen neuen Witz oder Einfall in irgend einer Ecke zu entdecken und die Grazie zu geniessen, mit der jede Bewegung erfasst, mit der auch der seelische Gehalt aller Situationen ausgedruckt ist.’ Bij deze reproducties schrijft zekere Heer W. Fred de inleiding. Voor het werk is het eene aanbeveling; voor den auteur misschien minder, dat hij in de laatste jaren van zijn leven bijna uitsluitend in het gezelschap der ‘Elles’ heeft doorgebracht. | |
Boekerijmerken.De verzamelwoede onzer dagen heeft hare goede zijde, en is niets nieuws. Voornamelijk in de 18e eeuw hielden onze patricische voorvaderen er naturaliën-kabinetten op na, welke afspiegelden de rustige rust, noodig om de lange pijp aan te houden, en niet te breken onder het bezig beuzelen. Zoo is men eenige jaren geleden begonnen boekerijmerken, zoogenaamde ex-libris, bijeen te brengen en na te speuren, en van zelf heeft deze liefhebberij geleid tot het navolgen van wat enkele bibliotheekbezitters in 't grijs verleden deden om hun boekwerken te stempelen als hun eigendom, als afkomstig uit eigen boekerij. Diefstal, minder dan onnadenkend niet teruggeven van wat een vriendelijke, vriendenhand uitgeleend had, kon er door voorkomen worden, of bemoeielijkt. Er werden boekerijmerken bedacht, en ook de kunst ontving haar deel. Zoo komt het dan ook, dat de Directeur van het museum voor decoratieve kunst te Genève, de Heer Georges Hantz, een werk durft in 't licht geven, - tot een getal van 100 exemplaren, en tegen een verkoopprijs van 24 gulden, - bevattende 25 kopergravures, weergevende boekerijmerken, alle ontworpen door zijn kunstenaarsgeest, welke geheel uitdrukken wat het boekerijmerk bereiken wil, en bereiken moet. Om te weten, welk een omvang het verzamelen en in gebruik brengen van boekerijmerken in den laatsten tijd heeft verkregen behoeft men slechts kennis te nemen van de bibliographie over het onderwerp door den graaf Emile de Budan in 't licht gegeven, en waarin niet minder dan 300 titels konden worden opgenomen. Bovendien zijn in het werk opgenomen 34 reproducties van boekerijmerken, gebruikt wordende door naammakende verzamelaars. Zeg mij wat gij bent, en ik zal u zeggen, wie gij zijt. Deze uitspraak moge een beetje apodictisch schijnen, zij bevat wel wat waars. Om bijvoorbeeld Spinoza's ontwikkeling van jood tot vrijwel ongeloovig wijsgeer te kunnen gadeslaan, moet men den inhoud van zijn bibliotheek leeren kennen. Gelukkig is de inventaris in het notaris-archiefGa naar voetnoot*) er van bewaard gebleven; ware dit niet het geval geweest dan had men in het duister rondgetast, omtrent zijn ontwikkelingsgang, waar nu het helderste licht er op is gevallen. Had hij een boekerijmerk bezeten, en er zijn boeken mede gestempeld, dan zouden zij van lieverlede te voorschijn zijn gekomen, en hieruit wordt als van zelf een nuttige zijde der boekerijmerken aangetoond. A.J. SERVAAS VAN ROOYEN. Oud-Gemeente-archivaris. Den Haag. |
|