| |
Ter bespreking toegezonden.
De vorstinnen van het huis van Oranje-Nassau, door Johanna W.A. Naber en L. de Neve, met 37 portretten van vorstinnen in photogravure en autotypie. (Uitgever H.D. Tjeenk Willink en Zn., Haarlem 1909).
Deze uitgave zij met nadruk allen aanbevolen, wier belangstelling in ons vorstenhuis verder gaat dan goedkoope phrasenmakerij; het is bedroevend zoo weinig als er geweten wordt van ons verleden, van onze historie, door volwassenen, en in het bijzonder geldt dit zeker voor de te weinig bekende bijzonderheden en levensgeschiedenissen van b.v. Louise de Coligny, Maria van Engeland, e.a. wier bestaan nauw is verwant geweest met ons verleden van roem en van toch zoo grooten invloed op de politiek van het toenmalige Europa.
Welnu, in een zeer smakelijken band, in een magnifiquen druk, op fraai papier, bevat dit werk van Johanna Naber en Louise de Neve een eenvoudig geschiedenis- overzicht van wat betrekking heeft op de bovengenoemde en de andere vorstinnen uit Koningin Wilhelmina's vorstenhuis. - Men vraagt mij zoo dikwijls: wat zal ik lezen, welke boeken raadt U aan? - Onlangs gebeurde het mij nog dat een dame mij bepaaldelijk voor hare dochter vroeg: Weet U geen geschikte lectuur voor haar op het gebied geschiedenis? Ik antwoord al dergelijke vragers: Hier hebt gij goede lectuur in den besten zin, omdat zij U stellig veel leert wat gij nog niet weet op het gebied vaderlandsche geschiedenis, en dat in een boeienden, populairen vorm. Als proeve van verteltrant haal ik aan blz. 109: ‘Toen de prins van Oranje in de vorstelijke rang en waardigheden was hersteld, was Johan de Witt terzijde getreden. - - Ook nog in de komende dagen van rust wilde hij voor den lande arbeiden. - - - Amalia van Solms had haren grooten tegenstander in zijn uitnemende verdiensten steeds ten volle gewaardeerd en erkend; zij was te schrander van geest, te groot van hart, om willens blind te zijn voor de schoone taak door Johan de Witt zoo glansrijk vervuld, zoolang hem het roer van staat was toevertrouwd, voor den moed, waarmede hij de vrijheid ter zee, het goed recht van onzen handel tegenover het machtige Engeland had gehandhaafd. -’ (Johanna Naber). De loffelijke onpartijdigheid, waarmede hier in een boek als dit over Johan de Witt wordt geschreven, verdient vermelding. - Uit de door Louise de Neve geschreven hoofdstukken haal ik aan wat zij vertelt over de aankomst van Anna Pauwlona ten onzent in 1817: Zoodra Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden vernam dat het jonge paar op reis was gegaan, kon de teedere
| |
| |
moeder haar ongeduld niet langer bedwingen, en reisde met haar zevenjarig dochtertje Marianne het jonge paar tot Berlijn te gemoet. En die eerste ontmoeting tusschen de jonge schoondochter en hare eenvoudige schoonmoeder, wat ging dat weer omslachtig!’ Uit wat verder volgt kunnen de lezers dan vergelijken tusschen het toen wat etiquette betreft en het nu. - En, wat de lezing van al die historische bijzonderheden zoo bijzonder aantrekkelijk maakt, dat is de invlechting der 37 photo's naar Juliane van Stolberg, Maria van Engeland, Anna Paulowna, natuurlijk in de eerste plaats naar Koningin Wilhelmina en de Koningin Regentes. - Het moet mij van het hart: er worden zoo vele onnutte versjes en ‘zangen’ en wat niet al in juist deze dagen ten papiere gebracht, er wordt met zooveel bombast gewerkt, dat men de verschijning van een werk als dit, een werk dat grondslagen biedt voor de verknochtheid aan het huis van Oranje-Nassau, dat historische feiten aan de vergetelheid ontrukt in voor iedereen geschikten vorm, met wezenlijke vreugde moet begroeten, als een verstandige en prijzenswaardige daad, een uitstekende uitgave.
Moeder door Anna van Gogh - Kaulbach. (Uitgevers-maatschappij van goede en goedkoope lectuur Amsterdam). - Met bijzondere sympathie heb ik deze geschiedenis gelezen, waarin is geschetst de zelfopoffering en toewijding in materieelen zin eener moeder aan haar kinderen, voor wien zij het brood moet verdienen, door den vroegtijdigen dood van den vader. Het gevolg van die noodzaak is dat zij, ook met den besten wil ter wereld, niet kan zijn voor hen de opvoedster, de geestelijke steun, welke zij zoo dubbel noodig hebben in hun vaderloosheid, en dien zij hun zoo gaarne had willen wijden. Hier is op wezenlijk treffende wijze een zijde aangeroerd van het vrouwenvraagstuk waarop lang niet genoeg de aandacht valt; niemand is beklagenswaardiger dan de moeder die dat zijn wil in waarheid voor hare kinderen, moeder, maar door finantieelen nood wordt gedwongen zich aan andere, haar ganschen tijd in beslag nemende bezigheden te geven. Mevrouw van Gogh - Kaulbach is er in geslaagd zulk een levensbeeld uit te teekenen op een ware en verdienstelijke wijze. In het bijzonder haar, die zich verbeelden te goeder trouw, dat zij alles tegelijk kunnen doen, goede echtgenoote en goede moeder zijn, en en-passant nog een rolletje spelen op nuttigheids-, liefdadigheid- of kunstgebied, zij deze boeiend en levendig-geschreven roman aanbevolen ter kennismaking en overdenking.
Wat een jonge man behoort te weten, door Sylvanus Stall (uit het Amerikaansch.) (Uitgever H.J. den Boer, Baarn.) - Reeds herhaaldelijk heb ik gezegd, dat ik over het geheel genomen de uitgave van dergelijke populaire boekjes, handelend over sexueele bijzonderheden, afkeur, omdat zij leiden tot een soort gesprekken en wederzijdsche ‘onthullingen’ van jongelieden onderling, waarvan men kan zeggen dat zij bewijzen de waarheid van het gezegde: Het remedie is erger dan de kwaal. Dit uit het Amerikaansch vertaalde werkje draagt het bijzonder cachet van het land waaruit het stamt. Ten eerste is het doorademd van een zekere soort orthodoxe vroomheid; God heeft alles gedaan, God heeft ons lichaam zus en zoo geschapen, God wil dat de vrouw zoo is of doet, en de man zus, etc, etc. En ten tweede is het nuchter-practisch, waardoor vele voorschriften en regels doen denken aan de voorschriften van een veehandelaar. Zoo wordt b.v. aan den jongenman op het hart gedrukt: ‘Die vrouwen, welke bleek en zenuwachtig zijn, die geen natuurlijken eetlust hebben, niet in staat zijn om lichaamsarbeid te verrichten, en niet kunnen genieten van een of ander inspannend vermaak, zonder voortdurend buiten adem te zijn, die lusteloos en zwak zijn, altijd klagen over pijn in den rug, en meerdere verschijnselen vertoonen, welke onafscheidelijk verbonden zijn aan vrouwelijke zwakte, zijn niet ten deele, maar geheel ongeschikt voor den omgang in het huwelijksleven, de man die zulk een vrouw trouwt, maakt niet alleen haar, maar ook zichzelf ongelukkig, en zal na weinige jaren tot de ontdekking komen, dat zijn huwelijk de grootste misslag zijns levens was.’ -
Men ziet het, de questie van liefhebben een vrouw, is zelfs niet aangeroerd hierbij; alleen de lichamelijke al- of niet-geschiktheid tot den ‘omgang in het huwelijk’ wordt door den Amerikaan practisch bekeken. - Als zijn voorschriften hier te lande ingang vinden, dan kan men gerust zeggen, dat het met de kans op een huwelijk voorbij is voor een heel groot deel onzer hedendaagsche bleekneuzige, interessante, levensmoede jufferen. - En, wat dat betreft, is het boekje den jongen mannen wèl ter lezing aan te bevelen, want, als zij toonen alleen gezonde, levenskrachtige, normale vrouwen aanbevelenswaardig als echtgenoote en voor trouwplannen geschikt
| |
| |
te vinden, dan kan men er staat op maken, dat de artistiekerige dametjes met kwijnende blikken, en gordijntjes over de ooren, en zenuwziekerige neigingen, en bloedarmoede, en gebrek aan eetlust, o zoo gauw de wereld zullen uit zijn.
Wat een jonge vrouw behoort te weten, door Mevr. Mary Wood-Allen, en Sylvanus Hall, (uit het Amerikaansch), uitgever H.J. den Boer, Baarn. - Uit dezelfde bron afkomstig als het voorgaande boekje, heeft het dezelfde eigenschappen ten kwade en ten goede. - Met de kwade eigenschappen heb ik al datgene op het oog, wat raakt het sexueele leven, en waarvan ik de bespreking in dergelijke boekjes een onding acht, met de goede bedoel ik de overige raadgevingen en wenken, waaronder er zijn vriendschap etc. betreffende zéér behartenswaardig.
De Ware Christen. (Bewerkt door J.P. Wesselink - van Rossum) door Marie Corelli uitgever L.J. Veen Amsterdam. - Dit is een der meest-bekende en meest-gewaardeerde boeken van de gevierde Engelsche romanciere. Het is opgedragen door de schrijfster ‘Aan al die kerken die twisten in den naam van Christus’, en, mij dunkt, bij de levendige belangstelling welke indertijd de gedachtenwisseling tusschen Regina als katholiek en hare protestantsche bestrijders in de Holl: Lelie, uitlokte bij de lezers, zal de inhoud van De Ware Christen recht gewaardeerd worden door velen hunner. De prijs is slechts 60 cts; voor zulk een keurige uitgave, het aantal bladzijden bedraagt niet minder dan 526, waarlijk te geef. Ziehier ‘een boek voor iedereen’, in den besten en meest waren zin genomen.
W.A. Paap. Max Dannenberg (Uitgeversmaatschappij ‘Vivat’ Amsterdam). - Ik hoop op dezen roman nog nader terug te komen, vermeld hem reeds nu als zeer aanbevelenswaardig ter lezing, omdat hij de vrouwenquestie er in aanroert op een wijze zooals men dat van Paap, den schrijver van Vincent Haman, kan verwachten, eerlijk, oprecht, zonder aanzien des persoons, zonder een of andere richting te bevoorrechten, ziende de onnatuur en de onwaarheid overal waar die is te vinden in deze onnatuurlijke en onware wereld. - Daarbij prettig van stijl en van boeienden verhaaltrant.
De Nieuwe Theologie (uitgave van de N.V. Theosofische uitgeversmaatschappij Amsteldijk 79 Amsterdam). - Uit het Engelsch vertaald. Schrijver rev: R.J. Campbell. - Tot zulke boeken kan men alleen zeggen: Leest ze, en oordeelt voor U-zelven daarna. M.a.w.: Als gij het er mee eens zijt, zullen ze U bevallen; zijt gij zoekende, dan vindt gij er misschien door bevrediging, staat gij echter er tegenover met een critischen kijk alleen er op, dan haalt gij de schouders op, en gaat voorbij er aan. Zoo gaat het mij-persoonlijk; daarom onthoud ik mij liever van alle ‘beoordeeling’. Voor hen die weten willen wat er in staat, zij hier gezegd, dat het bevat een pogen om den Christus en de Bijbel-leer te ‘verklaren’ langs wetenschappelijken weg, met een theosofisch sausje er overheen.
Onder zes neefjes en nichtjes (door J.L.F. de Liefde) uitgever G.F. Callenbach Nijkerk. - Een vriendelijk-aandoend, met plaatjes aantrekkelijk-versierd meisjes-boek.
Het Land aan Gene Zijde door wijlen E.M. van IJzendijk, Hervormd predikant, (uitgever G.A.W. van Straaten, Middelburg). - Ds: M. Beversluis, óók een predikant van spiritualistische richting, schrijft hieromtrent: ‘Nog niet lang geleden ging een man naar “het land aan gene zijde”, die, zonder op den voorgrond te treden, toch veel gedaan heeft voor de verbreiding van spiritualisme door het schrijven van het boekje: “Het land aan gene zijde”. De redenen waarom hij indertijd zijn naam verzweeg zijn vervallen. De Hervormde predikant, die indertijd den eersten druk schreef van Het Land aan Gene Zijde, is wijlen de heer E.M. van IJzendijk, laatst predikant te Kapelle bij Goes. Bij zijn Evangelische vrienden was hij welbekend en bemind door zijn eenvoud, zijne bescheidenheid, zijn zachtmoedigheid en zijn vroomheid’. - Zooveel dus voor den persoon van den schrijver; wat den inhoud aangaat van het boek, ik las met zeer veel genoegen zijn beschouwingen; in het bijzonder wat hij schrijft omtrent het bekende bezwaar van ongeloovigen in geesten-manifestaties, dat die altijd zoo onbeteekenend zijn of zoo grof zelfs, trof mij als overeenkomstig mijn eigen overtuiging dienaangaande, die ik reeds dikwijls uitsprak: ‘En vraagt men nu welk nut kunnen zulke ruwe manifestaties hebben, dan antwoorden wij: de toestand van het groote publiek is ook zeer ruw en grof. Engelverschijningen, verschijningen van zalige geesten, zijn geheel boven het bereik van het plomp, materialistisch publiek met zijn stofvergoding!’ - Inderdaad geloof ik dat dit zeer juist is gezien, en dat in die onmacht van den stoffelijken mensch om te bevatten het hoogere is gelegen de
| |
| |
oorzaak van de schijnbare onbeduidendheid der mééste manifestaties.
De inhoud van het boekje is een uiteenzetting van de meeste feiten betreffende de spiritualistische verschijningen en verschijnselen. Ik zeg nadrukkelijk feiten. Indien de menschen, inplaats van schouderophalend en ongeloovig voorbij te gaan, zelf lazen en zelf onderzochten, zouden zij er van verbaasd zijn, hoe voortdurend alle groote gebeurtenissen zijn voorspeld en zijn voorafgeweten dikwijls, door de betrokkenen. Ikzelve ben een ijverige mémoires en geschiedenis lezeres, en ik wil hier slechts een páár van die historische bijzonderheden meedeelen. Lodewijk de vijftiende was gewaarschuwd, dat zijn dood zes maanden na dien van een zijner jeugd-vrienden zou plaats vinden; tegelijkertijd ontving madame du Barry, zijn maîtresse, de tijding, dat in die en die maand het rijk van een der meest-invloedrijke vrouwen van Europa zou ondergaan. - Lodewijk de vijftiende, egoïst als geen ander, legde daarom steeds voor de gezondheid van bedoelden vriend een aandoenlijke sympathie aan den dag, waarvan alleen ingewijden het geheim vermoedden. Op zekeren dag, gedurende een souper bij madame de Barry, zonk deze vriend, door een plotselinge beroerte getroffen, dood ineen; men deed alles om Lodewijk XV, die vanaf dit oogenblik zijn eigen dood vooruitzag, af te leiden, - en juist dáárdoor maakte men de voorspelling tot waarheid. Want, in de noodlottige maand zelf, waarin de profetie zou moeten worden vervuld, zes maanden na den dood van den vriend, bezorgde men hem, bij wijze van opwekking, een schijnbaar-uiterst-gezonde, éénnacht-maîtresse, die echter bleek de pokken onder de leden te hebben, ze meedeelde aan den koning, en aldus oorzaak werd dat hij inderdaad stierf, nog enkele dagen voor de zes maanden geheel voorbij waren, in diezelfde maand, waarin aan madame du Barry, (inderdaad toen een der ‘invloedrijkste vrouwen van Europa’,) haar val was voorspeld, welke natuurlijk
inderdaad terstond volgde op den dood van haren beschermer. - Marie Antoinette werd gedurende heel haar ongelukkig leven in Frankrijk achtervolgd door voorteekenen; bij haar komst in Versailles onweerde het zoo sterk, dat de hofman bij uitnemendheid Richelieu zich zelfs den uitroep liet ontvallen: Welk een slecht voorteeken.! Bij het feest haar door de stad Parijs aangeboden bij haar huwelijk, kwamen duizenden toeschouwers om het leven, door een ineenstorting; bij de kroning in Reims sprak haar echtgenoot, dien de kroon pijn deed bij het opzetten, de als-profetische woorden: De kroon verwondt mij. - Maar het sterkst is wel haar ondervinding enkele dagen voor haar mislukte vlucht naar Varennes, toen zij bij haar toilet achtereenvolgens 3 van de vier brandende waskaarsen, zonder verklaarbare reden, zag uitgaan, en, als om zichzelve moed in te spreken, uitriep: Drie beteekent niets, maar als de vierde óók uitgaat, dan zou ik het een ongelukkig voorteeken achten, waarop bijna onmiddelijk daarna de vierde kaars zonder eenige aanleiding inderdaad uitdoofde! - - Der Duchesse de Bourgogne, vrouw van den kleinzoon van Lodewijk den veertienden, was voorspeld een zeer kort leven, wat zich droevig aan haar heeft bewaarheid; hetzelfde is het geval geweest met de lichtzinnige dochter van den regent, de duchesse du Berry, die, zoodra zij ziek werd, haar einde verwachtte, gedachtig aan de voorspelling in questie, welke ook aan hààr zich vervulde. - Ik doe slechts een greep uit de herinneringen mijner lectuur; zij zijn legio; bijna geen enkel historisch feit van eenige beteekenis, dat niet vooraf is voorspeld of aangekondigd. Maar, gelijk ik zeide, de menschen willen zulke dingen liever niet lezen, of niet weten. Omdat zij er bang voor zijn, lachen zij er om, precies als kinderen die bang zijn in 't donker, en zich dan, door luid schreeuwen, moed willen aanpraten. - Om met nog een
dergelijk voorbeeld uit mijn eigen ervaring te eindigen, ik leerde in Schotland een jonge Amerikaansche kennen, die, met haar man op de huwelijksreis, familie daar bezocht; die man was een toonbeeld van gezondheid, levenslust, kracht, flinkheid. Hij leek dat niet alleen, hij was het, volgens zijn met mij zeer bevriende familie, broeders en zusters. Eén jaar later reeds overleed hij, en bij die gelegenheid vernam ik, hoe zijn geheele huwelijksreis als het ware was overschaduwd geworden door het feit, dat in iedere nieuwe stad waarin zij aankwamen het eerste wat hun oog trof was... een begrafenis! - ‘Toeval’; - ik hoor het U reeds zeggen schouderophalend. Misschien; - ik weet het niet. Ik zeg met Shakespeare: Er is zooveel tusschen hemel en aarde waarvan onze kortzichtige menschenwijsheid niets begrijpt. -
Het goed Recht van het Spiritualisme, door J.J. van Boekhoven (uitgave van den Spiritistischen broederbond Harmonie). - In
| |
| |
verband met mijn uitvoerige beschouwing van Het land aan Gene Zijde zal het wel niet verwonderen, dat ik ook dit boekje zeer aanbeveel aan allen dien het te doen is niet om te spotten zonder kennis van zaken, maar om te weten wat het spiritualisme beduidt en is en wil. De prijs is slechts 25 cts.
Ter aankondiging ontvangen brochures, tijdschriftjes, etc. welke niet voor uitvoerige bespreking in aanmerking komen:
Het huis Oud en Nieuw (Inhoud: Het Trippenhuis en Toelichting bij de Platen) per afl: f 1.50 (uitgave van Ed: Cuypers Amsterdam) afl: 3.
De Nieuwe Grids: Maart en April-nommer: (uitgever Electrische drukkerij Luctor et Emergo, den Haag) -
- Theol: revue algemeen-chr: maandblad, uitgever Ds. R.J. van der Meulen, Welsum bij Olst. Abonnement per jaar 60 ct. -
Schildlofs Taal-methode-praxis voor Zelfonderricht in vreemde talen. - 7de, 11de, 16de en 19de les. Uitgever H. Meulenhoff, Amsterdam.
Jaarverslag van het Tehuis Annette (Boeken Kunstdrukkerij v/h. Roeloffzen-Hübner en van Santen, Amsterdam.)
Bitter en Zoet. Aphorismen door Vincent Loosjes. Uitgever L. Hansma, Assen. Zéér aardige en oorspronkelijke gezegden komen hierin voor.
De Boekzaal (Algemeen Maandschrift voor boek- en bibliotheekwezen). (Uitgave van Ploegsma en Co., Zwolle.)
Algemeene maandelijksche bibliographie van Martinus Nijhoff.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
|
|