De Hollandsche Lelie. Jaargang 22
(1908-1909)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 665]
| |
Gedachtenwisseling.Geachte Freule Lohman.
Uw Correspondentie in de laatste aflevering (pag 633) van de Hollandsche Lelie over het punt aanbidding of vereering van de Maagd Maria, gaf mij aanleiding onderstaande gedachte over dit punt U toe te zenden, vertrouwende, dat gij 't niet te onbelangrijk zult vinden mijn beschouwing daarover in uw rubriek gedachtenwisseling op te nemen. Om te beginnen: uw opvatting, dat de Roomsch-Katholieken in hun eeredienst de H. Maagd Maria aanbidden, is juist: Zegt u daarentegen een katholiek, ‘de Katholieke Kerk vereert Maria, maar aanbidt niet, dan ook is dit waar. Ter verklaring van deze schijnbare ongereimdheid het volgende. Ik maak verschil tusschen de Katholieke Kerk zooals ze zich ontwikkeld heeft uit de eerste Christentijden, en die haar leer, ook voor heden nog geldend, op de verschillende elkaar opvolgende Conciliën heeft vastgesteld, en de Roomsch-Katholieke kerk, officieel de Katholieke kerk maar door den invloed der Ultramontaansche opvattingen in haar uiterlijken en innerlijken eeredienst van de oorspronkelijk Katholieke kerk verschillend. De oorspronkelijke Katholieke Kerk nu vereert alleen Maria en de Heiligen: aanbidt alleen God in zijn Drieëenheid, zooals Jezus zelf: ‘Gij zult God alleen aanbidden en hem alleen dienen.’ 't Spreekt van zelf, dat de groote mannen die aan de Kerk van Christus de woorden uit zijn eigen goddelijken mond gehoord overleverden (vandaar de overlevering) door de Christenen, voortdurend van geslacht tot geslacht, in hooge eer werden gehouden; van zelf sprekend was ook de vereering van de Heilige Maagd, de vrouw onder alle vrouwen door God uitverkoren om Jezus als mensch voort te brengen, en Hem in zijn kinderjaren op te voeden. Dit loffelijk gebruik werd in stand gehouden door aan de Maagd Maria, Apostelen en meerdere voor de kerk verdienstelijke personen een bepaalden dag te wijden, waarop toepasselijke hymnen ter hunner eere door de Christelijke gemeenten werden gezongen. De Roomsch-Katholieke kerk nu heeft de heiligenvereering zoo uitgebreid, dat de niet Katholiek geen anderen indruk verkrijgt, dan dat de Roomsch-Katholieke Kerk haar Heiligen en wel meest de Maagd Maria aanbidt. 't Is begrijpelijk dat de eenvoudige van geest en hart het fijne onderscheid tusschen vereeren en aanbidden niet kan maken: de oorzaak echter hiervan is de Roomsche Kerk zelf, die door zinnelijke voorstellingen (dit in de goede beteekenis) de eenvoudige geloovigen tot den eeredienst brengt: ik noem maar als enkel voorbeeld, de Maagd Maria gekleed in veelkleurige kleeding, het hoofd bedekt met een Kroon; de hals en vingers versierd met kostbare colliers en ringen; ik wil hierover niet uitwijden; een ieder voelt de valsche voorstelling die wel eens in 't N.-Testament 't leven van Jezus las. Maar nog meer schuld heeft de Roomsche Kerk aan 't aanbidden der Heiligen door de geloovigen, omdat zij de gebeden daarnaar inricht, en daardoor geen anderen indruk kan geven, dan dat de [R.]K. Kerk zooals zij tegenwoordig is werkelijk de heilige Maagd Maria aanbidt. Om 't duidelijk te maken citeer ik uit een algemeen gebruikelijk gebedenboekje, getiteld: ‘Alleluja, gebedenboek voor R.-Katholieken, bewerkt door P.J. Verheijen O.C. Kerkelijk goedgekeurd. Pag 16. Grondgebed tot Maria. Heilige Maagd Maria, lieve Moeder, mijn Troosteres, mijne Helpster; mijn Voorspreekster; tot U neem ik weder mijn toevlucht, en ik dank U van harte voor al het goede, voor de barmhartigheid en de genade, die Gij mij heden weder door Uw vermogende tusschenkomst bij Jezus onzen God en Heiland hebt verworven. Vergeving, beste Moeder! indien ik heden het ongeluk mocht gehad hebben U te bedroeven of te beleedigen, mijn Zwakheid en mijn neiging zijn U bekend. Pag. 37. Gebeden na de H. Mis, voorgeschreven door Z.H. Leo XIII: Gegroet o Koningin! Moeder van barmhartigheid, ons leven, onze wellust en onze hoop. Pag. 44. Mis voor de Overledenen. Moeder Gods, heb mededoogen! Trek U 't lot der zieltjes aan; toon uw goedheid, uw vermogen, doe hen van de schuld ontslaan; enz. Pag. 210. Litanie ter eere van de H. Maagd Maria: Hierin wordt Maria onder meer aldus aangesproken: Moeder des Scheppers: Machtige Maagd; Zetel der wijsheid; Toren van David; deur des Hemels; behoud des Kranken; Koningin der Aartsvaders, Apostelen enz. Onder Uw bescherming nemen wij onzen toevlucht. O Heilige moeder Gods: verstoor onze gebeden niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren. Het gebed eindigt aldus: O moeder des Eeuwigen Woords, versmaad mijne gebeden niet, maar neem die genadig aan, en ge waardig U ze te verhooren. Amen. Trouwens het feit van het dogma der onbevlekte ontvangenis spreekt genoeg: toen in 1854 dit dogma werd afgekondigd, waren van dat oogenblik af alle geloovigen verplicht dat aan te nemen, om Katholiek te blijven; wie er zich niet mede kon vereenigen was van goed Katholiek in eens buiten de Kerk gestooten; het nieuwe dogma der lichamelijke hemelvaart van de H. Maagd Maria, dat in bewerking is, zal een nieuw bewijs zijn dat der Maagd Maria meer dan menschelijke eer wordt bewezen Doch niet alleen de Maagd Maria wordt aangebeden ook de andere Heiligen worden in de gebeden meer dan vereerd. In 't zelfde boekje leest men op pag 217 van den Heiligen Antonius van Padua, hoe hij in 't gebed wordt aangesproken: ‘Wonderbare mirakeldoener, Patroon in verloren zaken, (wanneer de geloovige iets verloren heeft, neemt men zijn toevlucht tot den H. Antonius om het verlorene terug te vinden) gezondheid der zieken, kenner der harten, verwekker der dooden’ enz. Ik meen hiermede voldoend te hebben aangetoond, dat de Roomsch-Katholieke Kerk in haar hedendaagsche opvatting omtrent heiligenver- | |
[pagina 666]
| |
eering essentieel afwijkt van die der oorspronkelijke Katholieke Kerk. Van tweeën dus één; òf de geachte inzendster, die U verzoekt Uw uitdrukking ‘aanbidden’ terug te nemen, behoort tot de talrijke KatholiekenGa naar voetnoot1) die in de Roomsche Kerk blijvende zich vasthouden aan 't Zuivere Katholieke geloof, komt dus tegen U op voor de ware Katholieke opvatting; òf zij voelt zelf geen onderscheid tusschen vereeren en aanbidden, en wederspreekt U alleen omdat haar Kathechismus haar leert dat men de Heiligen niet aanbidt. KATHOLICUS. |
|