De Hollandsche Lelie. Jaargang 22
(1908-1909)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdCentraal Genootschap voor Kinder-Herstellings- en Vakantiekolonies.Kort Verslag over de Verpleging, 1908. In de verschillende koloniehuizen van het Centraal Genootschap werden in het afgeloopen seizoen verpleegd 861 kinderen, d.i. 311 meer dan in 1907. De 3 zee-tehuizen herbergden 653 kinderen of 279 meer dan in 1907. De beide bosch-tehuizen toonden eene vermeerdering van 32 kinderen bij een totaal van 208. 't Koloniehuis ‘Kerdijk’ blijft uitnemend voldoen. In den afgeloopen winter zijn verschillende verbeteringen aangebracht, ten koste van tamelijk groote finantieele offers. Te Egmond a. Zee kon het dagelijksch bestuur, na herhaaldelijk elders te zijn teleurgesteld, een voor het doel geschikt huis huren om den voortdurend wassenden stroom van kinderen naar behooren onderdak te brengen. Zonder al te groote onkosten, al was daar een som van ruim 3000 gulden mee gemoeid, werd dit pand, genaamd ‘Kurhaus Bar’, tot koloniehuis ingericht en gemeubeld. Het villatje te Egmond a.d. Hoef werd ook weder betrokken, nu voor het 3e jaar. Te Nunspeet voldeed het wederom gehuurde pavilloen van de Weezenkas zeer goed. Het koloniehuis ‘Zonneheuvel’ te Haren (N.-Br.) van de Goudsche Vereeniging voor Gezondheidskolonies kon, evenals beide vorige jaren, 2 maanden worden gehuurd. De koloniehuizen - uitgenomen het laatste - herbergden allen 5 verschillende groepen, elk gedurende 27 dagen. Wanneer alleen gewichtstoeneming een juiste maatstaf was om de zegenrijke gevolgen der gezondheidskolonies na te gaan, dan zouden op grond van de wegingen de resultaten dit jaar reeds schitterend zijn te noemen. Eén kind verkreeg in 27 dagen een gewichtsvermeerdering van nagenoeg 10 pond, verscheidenen bereikten een verhooging van 9 pond, een groot aantal van 7 en 8 pond, terwijl de meesten 3, 4 en 5 pond aankwamen. Slechts weinigen bleven onder de 2 pond en heel enkelen verminderden. Deze waren steeds kinderen, die òf ziek geweest waren tijdens het verblijf òf zulken, die met de bedoeling om te verminderen, naar zee waren gezonden. Zwak en stumperig komen de kleinen aan, te moe om te spelen, te zwak soms om te eten. Slechts enkele dagen zijn noodig om hun genoegen in 't spel en om hun eetlust te geven. Dan gaan ze ziendeweg vooruit en na 4 weken zijn uit de vroolijke groepjes kinderen met gebruinde gezichtjes, de bleekneusjes van vroeger niet meer te herkennen. Uit de afdeelingen kwamen weder vele hoopvole berichten over teruggekeerde verpleegden, welke allen overeenstemden waar het betrof het zeer verhoogd weerstandsvermogen der kinderen. Bij de directrices kwamen tallooze briefjes in van dankbare ouders. Bijzondere feiten te vermelden, zou dit overzicht te uitgebreid maken. Alleen één enkel voorbeeld. Een jongetje, dat heel erg leed aan Engelsche ziekte, kon bij aankomst zijn krom vergroeide beentjes niet uitstrekken. Toen de moeder het kind na 4 maanden terughaalde, liep het ventje aan haar hand. Evenals verleden jaar kreeg elke kolonie een feestje. Die te Egmond werden steeds door de 3 tehuizen samen gevierd in ‘Kerdijk’. De kinderen hebben uitermate genoten van het kersenfeest, den wedstrijd in forten, den vliegerwedstrijd en van de uitvoering van ‘Asschepoester’ en ‘Klein Jantje in Modderstad’. De kinderen op ‘Zonneheuvel’ maakten o.m. een rijtoer naar het Liesbosch. Te Nunspeet werden zeer geanimeerde huiselijke pretjes gevierd. Dergelijke feestdagen, alsmede de voorkomende geboortedagen der kleinen, zijn een beproefd middel om de herinnering aan een geregelde levenswijze in gezonde omgeving en zedelijk reinen kring bij de kinderen levendig te houden; alleen de oude klacht: ze kosten betrekkelijk veel geld, omdat het er pl. m. 25 per jaar moeten zijn! In de verschillende tehuizen werden wederom de kinderen in groepjes verdeeld. Elke geleidster had steeds een groep van 7-10 kinderen, een enkele maal van 12. Nog strenger dan verleden jaar werd er gewaakt tegen samensmelting der clubjes. Dit systeem voldoet in de praktijk werkelijk uitstekend. Het komt ons voor, dat ingeval elke groep een eigen zitkamer of afgeschoten | |
[pagina 476]
| |
deel van een serre bezat, alle nadeelen van het gestichtsleven in een groot huis ondervangen konden worden, terwijl tevens de economische voordeelen van een groote inrichting, alsmede die van beter toezicht en geringer kosten per kind van huisvesting behouden bleven. Wanneer de ouders of voogden zulks wenschten, hebben de kinderen van verschillende gezindten steeds getrouw hunne godsdienstplichten vervuld. Klachten kwamen in dezen niet voor. Alles tezamen genomen, zou er voor het Centraal Genootschap reden zijn tot bijzondere dankbaarheid, indien niet een donkere wolk, een zeer dreigende wolk, de horizon der jeugdige vereeniging verduisterde. Verblijdend is zeker de gestadige vooruitgang van het aantal afdeelingen. Reeds nu wijzen allerlei teekenen er op, dat het oprichten van nieuwe afdeelingen nog vlugger zal gaan dan vorige jaren en dat deze groei nog wel enkele jaren zal aanhouden. Meer hoopvol is, dat niet alleen het aantal afdeelingen vooruitgaat, maar ook de innerlijke groei van bijna elke plaatselijke vereeniging in 't bijzonder steeds toeneemt en dat niet alleen het aantal verpleegden vermeerdert, maar ook de toeneming per jaar steeds grooter wordt. Een heerlijke belofte op de toekomst is, dat de belangstelling in het lot van het zwakke kind zich steeds meer op allerlei wijze begint te uiten en niet het minst bij onderwijzers en geneesheeren. Zelfs de spoorwegmaatschappijen worden milder in hare bepalingen voor het vervoer. (Slot volgt.) |
|