De Hollandsche Lelie. Jaargang 22
(1908-1909)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdIndrukken uit Genève
| |
[pagina 420]
| |
is; en óók, dat men sommige van bovenstaande voorschriften uitgewerkt en bijna allen in den geest terugvindt in de werken en artikelen van Anna de Savornin Lohman. - Hoe zijn de L.S.A. ontstaan? Een enquête, in 1890 te New-York ingesteld door de Working Women's Society, in een paar magazijnen slechts, bracht aan het licht o.a. ergerlijke hygienische toestanden; afbeulen van schraal betaalde meisjes en vrouwen; een draconisch boetenstelsel; herhaalde overtredingen van de reeds in 1881 door de regeering uitgevaardigde wet, die de patroons verplichtte om het winkelpersoneel van stoelen te voorzien, enz. - Aan dat láátste waren de patroons schuldig; maar, waren zij de eenige schuldigen? Zij excuseerden zich, zeggende, dat de stoelen er volgens de wet waren, maar, dat zij den meisjes niet konden toestaan er gebruik van te maken, omdat er dan gevaar bestond dat de clientèle verliep, want de dames waren er opgesteld, eischten zelfs soms, de winkeljuffrouwen staande te vinden, als zij het magazijn binnentraden! De waarheid van deze bewering, werd door de enquête-commissie geconstateerd. - Hier stond men dus voor het feit: de wet beveelt den patroon een humanen maatregel; de patroon getroost zich de kosten; de bedienden zouden er door gebaat zijn en nu komt er een derde - de kooper - en maakt de geheele humane maatregel illusoir! - Dit feit leerde de commissie iets van onschatbare waarde: 1o. de kooper is dus zedelijk verantwoordelijk voor wat er gebeurt, tengevolge van die zoo eenvoudige sociale handeling als daar is: ‘een aankoop.’ - 2o de macht van den kooper is dan wèl groot, daar hij, hier zijn macht aanwendende tèn kwade, de nobele bedoeling zelfs van den wetgever ongedaan kan maken! en ongestraft. - En toen werd 't idée geboren: dus kan de kooper - als hij zich aansluit - die ontzettende macht ook ten goede aanwenden! Dit werd het ‘idée directrice’, dat ik op de Witte Lijst van de L.S.A. Suisse als volgt afgedrukt vind: ‘Le consommateur est roi dans l'ordre économique, mais il faut reconnaître que c'est un roi fainéant. Il ne répond même pas à la définition du roi constitutionnel qui “règne mais ne gouverne pas”: lui ne gouverne ni ne règne! Eh bien, nous voulons rendre à ce roi sans couronne l'intelligence de ses droits, la conscience de ses devoirs, avec les moyens propres à exercer les uns et à remplir les autres.’ - En zijn macht is ontzettend en moet dat wel zijn, want alle menschen, de armste niet uitgezonderd is kooper; en de verkooper van zoo-even is de kooper van het volgende oogenblik. - Denk eens aan, wat invloed tèn goede er kan uitgaan van die ontzettende massa: de koopers, zoodra zij, zich bewust geworden van hun alles voor zich buigende macht, zich aansluiten. Terecht riep prof. Jean Brunhes uit: Car l'acheteur est roi! Il peut tout; mais pouvoir c'est devoir! - Want zoo ooit, dan geldt het hier: ‘Position oblige.’ - Ik kan geen weerstand bieden aan den drang om U [vertaald] weer te geven, wat bovengenoemde hoogleeraar dienaangaande in een brochure zegt: ‘Onder de verwijten gericht tot de L.S.A. zie ik er maar één die juist is: dat de kooper een dwaas is. De kinderachtige lichtgeloovigheid, waarmede hij loopt naar de plaats, waar men het hardst de groote trom roert; de domheid waarmede hij, door de fooien, die hij geeft aan kellners, koetsiers, aan “ouvreuses” in den Schouwburg enz. den patroon ontslaat van zijn plicht om hen een voldoend loon te geven, en dien plicht op zich neemt; het goede vertrouwen waarmede hij alle meer of minder vervalschte levensmiddelen slikt [avale], die men hem verkoopt, dat alles maakt van den kooper het meest belachelijke personage van allen die op het economische tooneel een rol spelen. De enquête-commissie zag al spoedig in, dat dikwijls niet de wetgever, noch de werkgever, noch ook de werknemer, maar die andere, die koning, tegen wien zij allen machteloos stonden, schuldig was aan vele andere ergerlijke misstanden in de magazijnen. Op initiatief van Mrs. Shaw-Lowell - de moeder van de beweging, door de Amerikanen gehuldigd als: ‘Our Saint’ - volgde te New-York een publieke meeting, die de volgende besluiten nam: | |
[pagina 421]
| |
1o de verbruiker [consumer, acheteur, Käufer] behoort zich rekenschap te geven van de gevolgen zijner inkoopen. 2o de verbruiker draagt de verantwoordelijkheid van de ellende, die door de[n] gesalariëerde wordt geleden, door zijn ontzettende eischen. 3o het is dus de plicht van den verbruiker om te onderzoeken onder welke omstandigheden het gekochte is verworven en desnoods te eischen, dat die omstandigheden minstens moreel zijn. 4o ten einde nu de verbruikers [koopers] vóór te lichten ter zake, zal een comité worden opgericht, dat - aanvankelijk - zich ten doel stelt een lijst op te maken en te publiceeren en gratis te verspreiden van diè magazijnen, die hun personeel met menschelijkheid behandelen. Zóó werd geboren, wat men noemde de fameuse ‘Witte Lijst’ voor verkoopmagazijnen. Het comité verwachtte, voor hun onderzoek, enormen tegenstand van de zijde der winkeliers; immers het comité ging zich stellen als derde - en als machtige derde - tusschen hen en hun personeel; zich mengen in de intieme zaken van het bedrijf. Maar dàt bleek al dadelijk verkeerd gezien: de practische geest van den Amerikaanschen businessman, deed hem spoedig inzien: hier was te maken de allerbeste van alle reclame: gratis, onkoopbaar en daardoor onverdacht, onpartijdig: immers niet gemaakt door hem, belanghebbende, maar door de koopers zelf! Bovendien velen van de patroons, onmachtig om ondanks goeden wil, voor hun personeel verbeteringen in te voeren, erkenden den steun van den kooper absoluut noodig te hebben in den strijd tegen de krankzinnige eischen van het publiek.
Lezer, voor het geval, dat ge dit laatste adjectief te sterk mocht vinden, zal ik U drie van de vele staaltjes, die ik op het congres hoorde, releveeren. Ik vraag U: Is het geen krankzinnige eisch van hoogmoed, dat winkelpersoneel staande moet worden aangetroffen, als gij een magazijn binnentreedt? Is het geen krankzinnigheid, zooals in vele groote centra het geval is, dat kellners in hôtels en restaurants geen snor of baard mogen dragen? Is het geen ten hemel schreiende krankzinnigheid, wat te Parijs, Berlijn enz. in de enorme Waarenhäuser plaats heeft? Het had al lang de aandacht getrokken, dat in die monstermagazijnen alleen jeugdige verkoopsters werden gezien. Toen die zaken zoo'n twintig jaar bestaan hadden, begon men zich te verbazen, dat het personeel toch maar altijd even jeugdig bleef; men vroeg: wáár zijn de ouderen, de grijzen?; men dacht eerst aan veel sterfgevallen - tengevolge van ongezonde werkkring misschien - en dàn vervanging door jonge meisjes. Maar dat was nièt zoo; zoodra de meisjes de vier kruisjes naderden - of al vroeger, als zij er minder goed gingen uitzien - werden zij ontslagen! moesten dan maar een goed heenkomen zoeken, wat dan bijna altijd een zeer slècht heenkomen was. Toen de patroons er over werden onderhouden, verklaarden zij het zelf gaarne anders te willen, maar niet te kunnen omdat: ‘Une fois passée quarante ans, une femme ne vend plus! [Deze mededeeling werd op het congrès met een soort van gebrul ontvangen!]
Het succes van het comité was zoodanig, dat in 1890 te New-York gesticht werd de eerste ‘Consumer's League.’ Het practische en mooie ideé vond buiten New-York vele aanhangers en spoedig werden in bijna alle Staten van Noord-Amerika Leagues opgericht. Hadden de Leagues zich tot nog toe alléén bepaald tot enquêtes voor de witte lijst van verkoopplaatsen [winkels en magazijnen] al spoedig gevoelde men dat het half werk was; immers, de werkplaatsen, waar de artikelen voor de verkoopplaatsen vervaardigd werden, de fabriek dus, ontsnapte aan de contrôle; en het lag voor de hand, dat de Leagues hier weldadig zouden kunnen werken, zoowel voor patroon en arbeider als voor de koopers. Men zag b.v. in, dat het belang van den kooper imperatief eischte toe te zien, dat, b.v. de bestaande wetten op vervalsching van waren werden nageleefd; dat de grootst mogelijke reinheid werdt betracht, en dat in de fabriek de hygienische toestand zoodanig was, dat men zeker kon zijn, dat zij onbesmette waren afleverde. In 1898 zien wij dan ook de League in den Amer. Staat Massachussets zijn arbeidsveld uitbreiden tot de fabriek. Hier kon de plaatsing op de witte lijst alleen niet helpen; immers de kooper moet aan de waar-zélf kunnen zien, dat zij voorkomt uit eene fabriek, voorkomende op de witte lijst. Deze overweging gaf aanleiding tot de instelling van de ‘Label’, een soort étiquet, dat | |
[pagina 422]
| |
aan die fabrieken werd toegestaan aan hun fabrikaat te hechten. De beide geduchte wapens van de Consumer's League, de ‘Witte Lijst en de Label’ bleken zóó afdoende weermiddelen, dat menig magazijn en menige fabriek er om vroeg en de Leagues, staande tegenover een zoo mooi resultaat, begrepen dat zij zich moesten aansluiten; daarom werd in 1899 te New-York opgericht de ‘National Consumer's league’, die de hoofdleiding van het reuzenwerk ter hand nam en al dadelijk begon met voor haar geheele arbeidsveld in te stellen een uniform ‘label’. ‘Made under clean and healthful conditions’- het opschrift van de Label - moet hier natuurlijk in zijn uitgebreidsten zin, dus ook figuurlijk worden opgevat. - Verder stelde zij de hoofdeischen vast, die gesteld moesten worden aan den fabrikant, die de Label wenschte te voeren, te weten: 1o. strenge opvolging van de door den staat ingestelde wetten tot bescherming der arbeiders. 2o. verbod van arbeid voor kinderen beneden de 16 jaar. 3o. een werktijd van hoogstens 60 uren per week; geen werk vóór 6 uur 's morgens en na 9 uur 's avonds. 4o. zich onderwerpen aan ieder onderzoek door of van wege de League en de uitvoering van alle verbeteringen, die zij zou vragen. - Eindelijk sloeg de beweging, dank zij haar schoone resultaten, naar Europa over, en komt 1902 te Parijs tot stand de ‘Ligue Sociale d'Acheteurs.’ Begin 1906 te Bern een onder denzelfden naam, en einde van dat jaar een te Berlijn, die zich ‘Käuferbund’ noemde. - En overal hetzelfde succes! Zwarte lijsten werden nergens uitgegeven, daar dat logisch onnoodig was en zelfs verkeerd bleek te zijn. Door de Amerikaansche en Zwitsersche regeeringen is de label wettelijk beschermd. - De Ligues in de verschillende landen eindelijk, begrepen dat het nuttig zou zijn, onderling van gedachten te wisselen, van elkander te leeren; en zoo had, dank zij het initiatief van de Zwitsersche Ligue de 1e Conférence Internationale te Genève plaats van 24 tot 26 September j.l. De tentoonstelling, waar ik U rondleidde was háár werk. -
Op het Congres bleek het alras, hoe verbazend groot de resultaten van de beweging reeds zijn en hoe enorm zij in de toekomst beloven te worden. Was het eerste arbeidsveld, de verkoopplaatsen en het volgende de werkplaatsen, logisch volgde het onmetelijk en zooveel moeilijker veld van ‘huisarbeid’ dat bijna altijd is of ontaardt in ‘sweating-system’; maar men is er van doordrongen dat juist op dit terrein van onbeschrijfelijke ellende de allerbeste vruchten van het maatschappelijk werk te plukken vallen; daarna het arbeidsveld van huis- en hôtelbedienden; en het terrein van spoorwezen; en trampersoneel; en zeelieden en bouw-werklieden enz. - Maar daarmede is het arbeidsveld nog niet afgesloten: na aller belangen behartigd te hebben tot in de fabriek, zullen de Ligues - immers de consequentie ligt voor de hand - hun heilzamen invloed uitstrekken tot de kweekplaatsen van de grondstoffen. - Dan zal zij, sterker geworden door een ontzettend ledental, ook de gróótsten verzoeken en zoo noodig dwingen, om te zorgen, dat de grondstoffen voor de fabrieken onder behoorlijke omstandigheden worden verkregen of gekweekt. - Zij zal b.v.b. beschermen de mijnarbeiders; en de landbouwers; en de negers, die jaarlijks ten getale van 4000 onder de oogen der Portugeesche regeering naar de moordend ongezonde eilanden San Thomé en Principe worden gezonden cacao te planten; en de Javanen, die door de Ned: Indische regeering verplicht worden om koffie te planten tegen een betaling, niet in loon, maar door aankoop van de koffie tegen een prijs, die niet in overleg met hem, planter, wordt vastgesteld, maar door die zelfde Ned: Indische Regeering, in naam van Wilhelmina, Koningin van Nederland, Keizerin van InsulindeGa naar voetnoot*).
Lezer, ik zie U glimlachend zeggen: toekomstmuziek! - Maar ik zeg U: gij vergist U deerlijk; want reeds zijn de Ligues doende in het geval, dat ik U boven mededeelde van San Thomé en Principe. Jaarlijks worden van portugeesch Angola naar die eilanden 4000 slaven overgebracht, om daar onder een bedriegelijk contract cacao te planten; uit eigenbelang worden ze er goed behandeld, maar het moordend klimaat doet ze sterven als ratten. Dit schandaal is onderzocht door een groep Engelsche chocoladefabrikanten; gevolg: protest van die fabrikanten | |
[pagina 423]
| |
bij de eigenaren der plantages en bij de Portugeesche regeering; die fabrikanten hebben de koopers achter zich en de protesten zullen moeten baten, want de eersten zullen de cacao van die plantages weigeren, en daardoor wordt het product zoo goed als onverkoopbaar. -
En nóg is de grens van het arbeidsveld niet bereikt; nog véél mooier werk is te doen voor de Ligues, de representant van hem, die, onder den een voudigen naam van ‘kooper’ of ‘consumer’ in werkelijkheid koning is! Maar een koning, die tot devies gekozen heeft ‘Rede en Menschelijkheid’; wiens wapens zijn: ‘de Witte Lijst en de Label,’ zoo nauw verwant aan de ‘Boycot’ en die zijn kroon draagt bij de gratie van de milliarden koopers. Want hij zal blijken te zijn de gewaardeerde beslechter van ernstige conflicten tusschen werkgever en werknemer, tusschen patroon en arbeiders! - En als ik hier schrijf ‘zal blijken te zijn’ is dat onjuist; beter ware: is al meermalen gebleken te zijn. - Genève, 2 October 1908 VIOLA. (Slot volgt.) |
|