Na-indrukken en - Beschouwingen.
Florence in den tijd der Medici's.
(Naar aanleiding van het 12de Lustrum van het D.S. C: 29 Juni - 5 Juli 1908) door Johan Koning.
II.
De Florentijnsche schilderkunst van deze periode culmineert in het werk van twee mannen - Sandro di Mariano Filipepi, meer bekend onder den naam van Sandro Botticelli (1447-1510), en Domenico Ghirlandaio (1449-1494). Indien sommige schilderijen gehouden werden voor geschilderde gedichten, dan behooren de meesterwerken van Botticelli zeker wel tot de grootste daarvan. In zijn geven van godsdienstige onderwerpen, in zijn intense poëzie en in het vreemde, zachte, geheimzinnige van het oude, en in de neoplatonische mengeling van deze twee, is hij een van de volmaakste en typiste vertegenwoordigers van den fijn-gevoeligen geest in de periode van het Quattrocento, waartoe, ondanks zijn sterftejaar, zijn kunst
De Dageraad door Michelangelo.
toch geheel behoort. Domenico's werk, aan den anderen kant, was een weergeven van de overdreven pracht en weelde, de rijke omstandigheden van zijn tijd in een geschilderd proza, zonder eenige hooge inspiratie, maar met een ontzettende technische bekwaamheid en met een aanzienlijk talent voor het portret, dit laatste vindt men vooral in zijn godsdienstige fresco's in Santa Maria Novella, en Santa Trinita. Elders toont hij ons een zeker diep-gevoelen voor het leven der minderen, zooals in zijn Santa Fina fresco's in San Gemignano, en in de bewonderend-mooie aanbidding van den Schaapherder in de academia.
Vóór deze periode van de Quattrocento zich sloot, traden de beide grootste helden der Florentijnsche kunst op het tooneel, maar hun werk lag nog stil in de toekomst. Leonardo da Vinci (geboren in 1452) had zich in zijn schilderen eigen gemaakt de school van Verrochio, maar het schilderen hield hem slechts een klein gedeelte van zijn tijd en arbeid bezig. Zijn geest dwaalde vrij over ieder veld van menschelijke werkzaamheid, en drong diep in elken sfeer van het menschelijk denken, en toch heeft hij nog geen overtreffing gehad in de grootste schilderijen, die hij ons heeft nagelaten. Op het oogenblik is er in Florence geen enkel stuk van hem, behalve een paar teekeningen in het Uffizi en een onafgemaakt schilderij van de Epiphanie. Leonardo maakte weinig stukken af, en onder dat weinige nog hebben de menschen en de tijd leelijk huisgehouden. - Michelangelo Buonarroti werd in 1475 in het Casentino geboren, en opgevoed tusschen de steengroeven van Settignano. Toen hij dertien jaar was, deed zijn vader hem in de leer bij Domenico met zijn broer David; en met zijn vriend en medeleerling kwam de jongen zeer vaak in de parken der Medici's, in de buurt van San Marco, waar - temidden van een rijke verzameling oudheden, Donatello's leerling en opvolger, Bertoldo, een soort academie bestuurde. Hier trok Michelangelo de opmerkzaamheid van Lorenzo, doordien hij een oude satiere had gemaakt uit een stuk marmer dat toevallig in zijn handen was gekomen, en Lorenzo Il