tijd, dat men gemakshalve de literatuur, den godsdienst, de huishouding leert van z'n wandkalender - gauw - gauw - maar. Uit dat oogpunt is een practisch menu voor 'n dame, die zelf van niets verstand heeft, 'n hoogst aanbevelenswaardig iets. Om dus met 'n geijkte uitdrukking voor zulke aanprijzingen te eindigen: Deze kalender - waarvan 't schild toepasselijk is versierd met 'n stilleven, vruchten en wild voorstellend - ‘zal zijn weg wel vinden.’ -
Maerten Harpertsz. Tromp door Joh. H. Been, 2de druk (Uitgever L.J. Veen, Amsterdam).
Hier spreekt de naam van den schrijver en die van zijn held voldoende om aanbeveling overbodig te maken. - Maar dan wil ik ook nog persoonlijk zeggen, dat ik den schrijver dankbaar ben voor zijn werk en voor zijn doen herleven van de historie op die eenvoudig-sympathieke wijze, die je zoo goed doet bij al het nuchtere en koude en kille van onzen tegenwoordigen tijd - ook op 't punt geschiedenis. Ik heb zelf niet veel illusies meer over - dank zij al de bronnen en memoires, die me later in handen zijn gekomen, en die je de wáárheid zoo anders leeren zien dan de officieele school-geschiedenis ze u leert. Maar die officieele school-geschiedenis óók kan dan toch nog op tweeërlei wijze je worden bijgebracht. Ik heb wel eens verteld hoe ik de versjes van Elbers, uit zijn geill: vaderlandsche geschiedenis, nog uit het hoofd ken - een op Maerten Harpentsz. Tromp, op ‘Bestevaer’ was er óók bij; hij lag op het er bij behoorende prentje op 'n praalbed aan boord, na zijn dood, al zijn vlootvoogden er huilend om heen, een héél kleurig, aandoenlijk plaatje. - Ik huilde er bij, en betreurde ‘Bestevaer’ - als ware hij pas gestorven. Later leerde ik uit Wynne, en die vertelde alles heel zakelijk en vervelend en droog, en wekte geen sprietje geestdrift. - - Dat doet Been wel. Been vertelt die levensgeschiedenis van ‘een der beminnelijkste menschen van wie de geschiedenis gewag maakt’, heel onopgesmukt, en toch heel warm. - - Zóó, dat je bij 't herlezen van dat verleden onzer glorie de tranen in de oogen springen, om wat heen is en nooit meer zal weerkeeren - niet alleen heen onze roem, maar, wat erger is, heen die tijd, die zulke mannen kon baren, tijd van kracht, van geloof, van zelfverzekerdheid, van kunnen en willen.
Dat Braakensiek e.a. met 25 platen het werk versierden, maakt het te geschikter tot cadeau. Want - ik eindig al wéér met 'n geijkte uitdrukking, maar eene die ik méén van ganscher harte: Ziedaar nu een boek dat ik in veler handen zou wenschen, een uitnemend St. Nicolaas-cadeau voor onze flipperdassige, behandschoende, bleekneuzige, en van alles blasé burgerschooliertjes en gymnasiastjes, die van louter reinheids- en ooievaars- en Nietsche- enz. lectuur op hun vijftiende jaar levenszat en koudkleumig in 't hoekje van den haard zitten te suffen, te lam om te leven - om te durven leven. - Die kunnen véél, véél leeren uit zoo'n boek als dit en op 'n boeiende manier. -
Hemel en hel door een leerling (Baarn, Hollandia-drukkerij). Dit is weer een nommer van de hier reeds vroeger aangekondigde Lotus-serie (theosophie). Voor bespreking telkens opnieuw acht ik zulk een serie als deze ongeschikt. -
Bij de uitgevers-maatschappij Vivat te Amsterdam verscheen een tweede druk van W.A. Paap, Koningsrecht en van Vincent Haman van W.A. Paap eveneens, en een derde van Jeanne Collette van denzelfden auteur, tegen den voor zulke lijvige boeken hoogst billijken prijs van 75 ct.
Physiologie der pijn, door N. Mantegazza, uit het Italiaansch van J.W. ten Cate (uitgevers-maatschappij Vivat, Amsterdam). De vertaling van dit werk (wat het medische gedeelte aangaat met behulp van dr. A.W. Wissel) kan, dunkt mij, maar ééne goede zijde hebben, en die is om iedereen te maken tot een overtuigd tegenstander van vivisectie. Afschuwelijker, wreed-koelbloediger, heb ik zelden de weerzinwekkendste ‘proeven’ zien besproken. De mensch is een verachtelijk wezen, 'n min exemplaar uit de schepping, ziedaar de indruk, dien deze pijn-ontledigingen, aan de hand van zulke ‘proeven’, bij mij achterlieten. - De lezing van dit lijvige boek is alléén uit bovengenoemd oogpunt aantebevelen. -
Men verzoekt ons de aandacht te willen vestigen op het maand-orgaan: Het Gehoor, officieel orgaan van den Bond van slechthoorenden (directeur-hoofdredacteur D. Bultman, Aalsmeer).
Dit orgaan bestaat in zijn tweeden jaargang. - Op een present-ex., aangeboden door een onzer medewerksters, wier echtgenoot de schrijver is van het werk, wil ik uitteraard geen ‘recensie’ uitoefenen, liever alleen aankondigen het ontvangen geschenk. Het is getiteld: Niederländische Balladen door Carl