jonge vrouwtje, dat per-se zich wil indringen in kringen boven haar stand, is wel aardig uitgewerkt hier en daar; dikwijls doet alles nog heel onbeholpen aan, maar 't slot vergoedt dat weer; de daaraan volgende herinneringen van de dienstbode zijn al heel wat minder boeiend, en de laatste novelle: Een vrije Vrouw, waarin een totaal mislukte poging wordt gedaan met dit menschensoort den draak te steken, is schaamteloos van onechtheid en onnoozelhèid. Ware de eerste novelle niet, ik zou zeggen dat deze moment-opnamen niets beloven; die eerste echter geeft me eenige hoop dat de auteur zin bezit voor humor. Maar... laat zij voor alles zorgen hollandsch te leeren schrijven. Wat is dat voor een keukenmeiden-stijl, die in bijna elken zin terugkeert: ‘Haar man beweerde, zij er zich niet heelemaal aan konden onttrekken’ - - ‘Aldoor had zij nog hoop, zij wel zouden komen.’ - Etc., etc.
De Toekomst onzer Industrie, brochure door J. Visscher (uitgever Laurens Hansma, Apeldoorn). - De schrijver heeft goedgevonden zijn betoog te schrijven in de ‘Vereenvoudigde spelling’, waarmede hij m.i. het hoogst waarschijnlijk maakt, dat de meerderheid het liever ongelezen zal laten, juist van wege deze oneenvoudige ‘eenvoudigheid’. - De schrijver vindt dat er nog veel moet worden gedaan ten behoeve van de arbeidende klasse. Ik niet. Ik vind dat juist die klasse bespottelijk wordt bevoorrecht boven elke andere; al geef ik het den auteur volkomen toe dat ‘men wee om het hart wordt bij het zien van al die dure ambtenarij.’ -
Tragi-Komedie, door C.P. Brandt van Doorne (uitgever H.J.W. Becht, Amsterdam). Op dezen roman kom ik nog uitvoeriger terug. Ook hier hebben wij, evenals in de vorige romans van dezen auteur, de ‘vereenvoudigde spelling’ voor lief te nemen; wat m.i. de lezing ervan niet veraangenaamt. Het boek bevat de wat magere geschiedenis van een jong paar dat, geen kinderen hebbend, het vaderlooze kleintje van de in haar betrekking door den heer des huizes verleidde zuster wil onderschuiven, wil laten doorgaan voor een eigen, om daarmede de reputatie der zuster te redden, en ook omdat de jonge vrouw zoo heel gaarne een kindje begeert. De situasies, waartoe dit aanleiding geeft, zijn hier en daar boeiend verteld, en zonder eenige speculatie op dubbelzinnigheden en naturalistische details, waartoe het onderwerp alle gelegenheid bood; zoodat de auteur in dit opzicht hemelhoog uitsteekt boven vele tijdgenooten. - Het slot is tam. -
Bibliotheek van Russische literatuur (De revisor comedie in vijf bedrijven van N.W. Grogolj; vertaling van Josine C. Termaat). Uitgever Maas en van Suchtelen, Amsterdam. Een nog al amusante comedie, waarin Russische toestanden worden ten beste gegeven, op wel wat overdreven, maar voor 't beoogde doel van amuseeren niet onverdienstelijke wijze. De ‘revisor’, is een gewaande; een uit Petersburg overgekomen bescheiden ambtenaartje, die zich, op kosten der voor ontdekking van hun knoeierijen uiterst beduchte ambtenaren in het kleine stadje, lekker te goede doet en dan wegloopt, juist als de echte verschijnt. Nieuw is de vinding niet, maar de scènes zijn nog al levendig van voorstelling.
Bimbo. (De geschiedenis van den Ooievaar) door Tante Willy (vertaald onder toezicht van dr. Nolst Trenité door mevr. Nolst Trenité). Uitgever van der Heide en Leydenroth, Utrecht. - Zij, die zich door het aardige omslag, de groote ooievaar op het blauwe bandje, die zweeft boven twee kleine babies, op het dwaalspoor zouden laten brengen, en zouden meenen dat zij hier een vriendelijk, gezellig vertellend kinderboekje in handen krijgen - worden hiermede nadrukkelijk gewaarschuwd, dat de geleerde juffrouw, welke onder haar pseudoniem, tante Willy, niet naliet hare titels zorgvuldig af te drukken: Grace Ch. Young, phil. dr., med.-cand., op de meest onkinderlijke en doceerende wijze het wordingsproces van den mensch uitlegt aan den zevenjarigen Bimbo, met behulp van kikvorsch-eieren enz.
‘De natuur is zoo vol wonderen - zei vader, ik zie niet in waarom het noodig is de kinderen sprookjes te vertellen; dit belet ze slechts de wonderen van het werkelijke leven goed te zien. Laat ons hun liever de ware geschiedenissen vertellen van het ontkiemende koren daar buiten en de kleine veldmuizen - - -’
En, in verband met dat opvoedings-systeem, gaat ‘moeder’ met ‘Bimbo’ wandelen, en vertelt hem van ‘cellen’ en kikvorsch-eieren, en bereidt hem op die wijze voor met allerlei geleerde termen op de onthulling van de rest: hoe zijn zusje ter wereld kwam. Uitspanning heeft het zesjarige ventje nooit. Lees maar blz. 23, waar wij vernemen hoe ‘moeder’ het arme kereltje een geleerde uiteenzetting geeft van eieren en kuikens, gedurende welke les hij, om geen tijd te verliezen, zijn ontbijt gebruikt; om daarna, zonder dat aan zijn