De Hollandsche Lelie. Jaargang 22(1908-1909)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende ‘Eén is uw God en gij allen zijt Broedren’. Niet 't marmerbleeke, stille, van den dood Is 't, wat ik vrees, in dag en jaren-stroom, Al wat men had en liefd', leeft voort in droom Bij 't stil herdenken, wat eens 't Leven bood. Niet 't marmerbleeke, koele, van den dood Is 't grootste leed, in 't raadselvolle leven, Waar smartkreet rijst ‘waarom werd mij gegeven Deez' droeve kruisgang, van geboort' tot dood?’ Niet 't marmerbleeke, kille, van den dood Is smart; veeleer het Leven zelve toch, Dat jaagt en drijft op wegen van bedrog, Uit egoisme en zélfbehoud - en niet In mede-mensch, een mensch, maar 'n vijand ziet.... Waar is dan uw verschrikking - kalme dood? ANNIE NAUTA. Vorige Volgende