als de huishouding dat dan wel geeft, verlangen zooveel dochters er naar, het huis uit te gaan? Niet, omdat ze moeten, maar willen! Niet, omdat ze verplicht zijn met hun tijd mee te gaan, maar eenvoudig tot aanvulling van iets leegs, dat ze in haar leven gevoelen. Er zijn toch ook velen, die niet gaan door den invloed van anderen, maar uit eigen drang.
(Door het drukke bezigzijn blijft de werkende vrouw geen tijd over tot de studie van eigen persoonlijkheid en eigen innerlijk-ik!)
Hoeveel meisjes, die niet druk bezig zijn, maken een studie van eigen persoonlijkheid? Slechts weinigen leeren zichzelf doorgronden, en hun handelingen begrijpen. Dat zijn uitzonderingen onder de menschen!
(Je wordt den heelen dag in beslag genomen door je vak!)
Maar elk meisje, dat zich de huishouding tot vak koos, en een beetje ernstig haar taak opneemt, wordt daar toch ook een groot deel van den dag door in beslag genomen.
(De vrije uren zijn nog bezet met gedachten over het werk.)
B.v. Je hebt een lekkernij aan laten branden, en tobt over je onhandigheid, om nog niet eens te spreken van de verwijtende blikken van minstens één huisgenoot, die er zoo van gesmuld zou hebben.
Je hebt een onaangenaamheid met de meid, je breekt iets, kortom er kunnen honderd dingen gebeuren, die je ontstemd maken, en dientengevolge onvriendelijk.
(Je wordt door een element van buitenaf gedreven in een richting, die niets met hoogheid van ziel te maken heeft.)
Maar als je een beetje zelf beheersching bezeten hadt, enz. enz, zou je je eigen geen oogenblik door zoo'n bagatel hebben laten meesleepen. Als je iederen dag 5 min. een oppervlakkige studie van je eigen-ik gemaakt hadt, zou je weten, dat alle prikkelbaarheden uit je eigen voortspruiten, en dat die toevallige onaangenaamheden je boosheid wakker geschud hebben, of je prikkelbaarheden de onaangenaamheid bevorderd hebben.
(Je denken moet geconcentreerd zijn op den arbeid, die je verricht.)
Huishoudelijke dingen vereischen dikwijls zooveel zorg, dat je op 't zelfde oogenblik geen persoonlijke gevoelens ontleden, of je gedachten over zonnige heiden kunt laten zwerven.
Als iederen dag een bepaalde hoeveelheid werk je deel is, kan je ieder uur van den dag maar niet zeggen: kom, nu ga ik eens wat muziek maken, wandelen, of lezen. Nee, dan moet je 't werk verrichten, dat je opgelegd is.
(De meisjes, die thuis zijn, in 't bezit van allerlei gunstige omstandigheden, welke haar vrijheid niet beperken.)
Vrijheid is een veelomvattend woord. Ik ken meisjes, die oogenschijnlijk vrij, het heelemaal niet zijn. En hoeveel dochters zijn door allerlei omstandigheden niet heel anders dan haar moeders? De opvattingen verschillen in de meeste gevallen hemelsbreed van elkaar. Heeft de moeder 'r dochter niet in haar geestelijke ontwikkeling gadegeslagen, dan is zij soms plotseling voor de moeder een persoonlijkheid geworden, die haar geheel vreemd is. Dan komt er voor beiden een tijd van onvermijdelijke onaangenaamheden. Dat is natuurlijk het ergste, daar, waar de dochter voor goed thuis komt. Die botsingen met een moeder zijn hard. Al die dagelijksch terugkeerende kleinigheden, waaruit ze voelt, dat de moeder haar niet begrijpt, werken verkeerd op haar gestel. En dan de moeder is toch het hoofd, terwijl zij altijd de ondergeschikte blijft, en als 't er op aankomt, in de beslissing van dit of dat niets te zeggen heeft. De dochter zou sommige dingen wel heel anders willen doen, maar moeder zegt: ‘dat heb ik nu altijd zoo gedaan, en er me wel bij bevonden, dus laat 't maar zoo!’ Het gebeurt niet altijd zoo, maar zulke gevallen komen toch voor. Verkeert de dochter dan heusch onder zulke gunstige omstandigheden, ook al heeft ze verder alles, wat werkende meisjes haar benijden kunnen?
(De chaos van schoonmaaktijd is Gonda lief.)
O, het is zoo verrukkelijk, de eerste zonnige voorjaarsdagen en laatste gouden najaarsdagen, als alles je naar buiten roept tot genieten, te midden van stoffigen rommel, timmerlui, behangers en witters te zitten. Dat's zoo hemeltergend poetisch! Dan zegt de dochter: ‘hè, 't is zulk heerlijk weer, om nu alle dagen eens flink uit te gaan’. Maar de moeder: ‘je kon 't niet beter treffen om bedden te luchten en kasten leeg te halen, en 't stof in den zonneschijn te laten schitteren.’ O, Jeremia, 't is zoo heerlijk! Dan kan je al niet anders doen, dan ook een handje mee uit helpen steken, om maar gauw klaar te wezen.
‘Hallo, daar ging een zonnige dag voorbij, en ik heb me geamuseerd met poetsen en stofjes weg laten vliegen!’
Kopjes-afwasschen is volstrekt niet vervelender dan kantoor-werkzaamheden, enz. enz.
Huishoudelijk werk is nogal eens dankbaarder dan maatschappelijk, omdat je de resultaten dadelijk voor je ziet.
Een zachte moeder, een hoogstaande vrouw zal altijd kalmeeren. Maar waar zijn al die hoogstaande, lieve vrouwen, die geluk en vrede brengen aan den man?
Toch niet ieder meisje, dat in betrekking is, moet er iederen avond op uit? Dat hangt er van af, welken werkkring men zich kiest. Daar zijn meisjes genoeg in betrekking, die iederen avond van 't gezellige theeuurtje kunnen genieten, en bovendien nog wel gelegenheid hebben zich door den zonneschijn te laten koesteren ook. Een meisje, dat niet bepaald behoeft te werken voor haar brood, zal zich nu ook juist het moeielijkste en zwaarste niet kiezen. Gonda heeft het slecht getroffen met 9 uren werktijd. Ik kan me best begrijpen, dat ze wel eens verlangt naar iets anders. Maar om dan te gaan vertellen, dat ze zich niet in kan denken, hoe er schepselen kunnen zijn, die 't niet noodig hebbende, toch ploeteren en studeeren voor de een of andere hooge acte - kijk, dat is wat al te gewaagd!
Als je b.v. al een zuster thuis hebt, die er ook al niet eens noodig is, dan is 't heel natuurlijk, dat je, als je een goed verstand hebt en van leeren houdt, je toelegt op 't een of andere vak