Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
I. Vreemde manieren.
In een der Haagsche couranten kwam het volgende bericht voor:
In de tweede helft van Augustus zal te Scheveningen een Poppententoonstelling worden gehouden, ter oprichting van een vrij bed in het Kinderziekenhuis alhier.
Sedert eenige jaren is mevrouw Thérèse Hoven bezig, een fonds te stichten voor een vrij bed in genoemde inrichting. Voor dat doel organiseerde zij, reeds verscheiden keeren, een dergelijke tentoonstelling; verder verzamelde en verkocht zij postzegels en capsules, en zond zij prikkaarten de wereld in.
Dit te zamen bedraagt reeds tusschen de f4000 en f 5000, welke som bij den penningmeester van het Kinderziekenhuis is gedeponeerd. Indien mevrouw Hoven op den ingeslagen weg bleef voortgaan, zou het vereischte bedrag (f6000) er wel eens komen, doch wanneer?
Nu bestaat het Kinderziekenhuis weldra 25 jaren: hoe zou dit jubileum beter herdacht kunnen worden dan door het oprichten van een monument, dat er zal staan, zoolang het huis zelf zal staan? En dit monument moet dan zijn een vrij bed, waarboven een koperen plaat zal worden gegraveerd:
‘Vrij bed, gesticht door de meisjes van Nederland.’
Zij, die de tentoonstelling willen steunen, kunnen dat doen: door één of meer poppen aan te kleeden en in te zenden; door ongekleede poppen in te zenden, die dan door anderen zullen worden gekleed; door geldelijke bijdragen; door poppen of speelgoed ter opluistering in te zenden; door handwerken of andere voorwerpen ten verkoop of ter verloting af te staan, of door bloemen voor de tentoonstelling te zenden ter versiering of ten verkoop.
Elke inzendster ontvangt één entréekaart voor de tentoonstelling (voor één keer) en één gratis lot voor de verloting. Bovendien heeft zij recht op twee loten à f0.50, in plaats van f1. -. Alle poppen, behalve die, welke ter opluistering worden gezonden, worden verloot.
Verder zullen prijzen worden uitgeloofd voor de mooiste en de aardigste pop.
Nadere bijzonderheden te bekomen bij mevr. Thérèse Hoven, Borneostraat 2c.
Franco inzendingen tusschen 31 Juli en 5 Augustus, per adres Kinderziekenhuis, Laan-van-Meerdervoort, 's-Gravenhage. Ongekleede poppen van 28 Juni tot 14 Juli bij mevr. Hoven.
De goede bedoeling toejuichende gaf ik kort voor den einddatum der inzendingen, twee platen, - premies van het kunsttijdschrift L'Art, - aan het Kinderziekenhuis af met mijn naamkaartje, verzoekende aan de zuster, die opendeed de rol aan Mejuffrouw Hoven te willen geven.
Dag in dag uit verliep zonder dat ik iets vernam en, na den laatsten dag der tentoonstelling, meende ik gerechtigd te zijn aan Mejuffrouw Hoven een briefje te mogen zenden van ongeveer den volgenden inhoud:
‘Uw beminnelijk (?) schrijven aan mijne echtgenoote zal ik niet reciproceeren. Toch meen ik in alle bescheidenheid U te mogen vragen of U wel in handen zijn gekomen de twee kostbare Art-platen, U met mijn kaartje aangeboden ter opluistering en verloting van uwe reclametentoonstelling.’
Die laatste alinea was misschien wel een beetje ondeugend, maar Thérèse Hoven en reclame behooren zoo wat bij elkâar.
Tot toelichting van het woord beminnelijk met een vraagteeken diene het volgende. Ook mijne echtgenoote had een paar dingen met haar naamkaartje ingezonden. Deze vonden, - en misschien terecht, geen genade in Mejuffrouw Hoven's oogen, en nu zond zij ze terug met een briefje, zoo hekelend vlijmend, als alleen een juffrouw Hoven - zonder hoofsche vormen aan de hoven geleerd te hebben, - vermag te schrijven.
Mijn briefje trof doel. Een flauw excuus over haar zwijgen ten opzichte van mijn inzending, het niet voldoen aan hare toezegging: ‘één entréekaart voor de tentoonstelling, (voor één keer) en één gratis lot voor de verloting’, en de eigenmachtige wisseling van bestemming moest alles goed maken, en daar ik daarmede niet tevreden ben, breng ik deze vreemde manieren onder de aandacht der Lelianen. Misschien hebben nog anderen zich te beklagen.
Het excuus-antwoord van Juffr. Hoven, in dato 12 September, geef ik hieronder in druk weer.
12 Sept. (1908).
2e Borneostraat, Den Haag.
WelEd. Heer.
Door uitstedigheid, velerlei philantropische, letterkundige en andere bezigheden, was het mij, tot nu toe, onmogelijk uw schrijven van 25 Augustus te beantwoorden.
Uw platen werden in het Kinder-Ziekenhuis ontvangen; als opluistering van een Poppen-geen reclame-tentoonstelling, gelijk u schrijft, werden ze minder geschikt, in zekeren zin te mooi bevonden. Mej. v. Deinse, de pas vertrokken Directrice, gebruikte ze ter verfraaiing van het K.Z.H. Daar uw doel toch zeker was iets voor het Kinderziekenhuis te doen, hoop ik, dat u daarmede genoegen neemt. Ze te verloten, gedurende dé tentoonstelling, ging moeielijk, daar de poppen, en ander speelgoed, reeds verloot werden.
De poppententoonstelling, ten bate van het Vrije Bed, bracht f 1420 netto op. Wij hebben er dus wel succes mee gehad; ik hoop de benoodigde som, f 6000, nu bij elkander te hebben.
Het spijt mij dat mijn schrijven aan Mevrouw uw echtgenoote door u beminnelijk(?) werd bevonden, maar het was mij werkelijk onmogelijk die verschoten kleedjes aan te nemen. Mogelijk had Mevrouw er zelve zoo niet bij gedacht, toen zij ze inzond - en gelijk ik schreef, voor mijn doel hadden ze geen waarde, mogelijk wel voor een ander doel.
Hoogachtend
THÉRÈSE HOVEN.
Voor copie conform
A.J. Servaas van Rooyen.