Brieven uit het hooge Noorden.
door Maria Petrovna.
VIII. De kinderen zoet houden.
Deze week gebeurde hier een voorval dat weer een aardig bewijs geeft hoe men het kind ‘volk’ zoet houdt.
In een huurrijtuig kwamen drie beschonken jongelieden aangereden, zooals dat hier schering en inslag is; bij het verlaten van het rijtuig weigerden zij den koetsier het verlangde geld te betalen en er ontstond een woordenwisseling. Juist kwam er een politie-agent aan, die bemiddelend wilde optreden maar nauwelijks bij het rijtuig gekomen, schoot eensklaps een der jongelingen een revolver op hem af, met het ongelukkig gevolg, dat hij op de plaats dood bleef.
Zeer zeker een betreurenswaardig ongeval, droevig staaltje hoe een beschonkene een geheel onschuldig man en zijn gezin in 't ongeluk kan storten.
Maar wat gebeurt nu verder? Bij de begrafenis waren met veel vertoon alle autoriteiten tegenwoordig, tot zelfs de Gouverneur, zijn gemalin en hun zoon, alle met groote kransen gewapend. Treurmuziek liet zich hooren en de kist werd naar de groeve gedragen door den Gouverneur, den Politie-commissaris en andere autoriteiten.
Is hier nu niet mooi-doenerij in het spel? Deze politieman, hoe diep ook te beklagen, had volstrekt geen heldendaad gedaan, maar wel als slachtoffer van een noodlottig toeval, al was het dan ook gedurende den diensttijd. Wordt nu door al dit vertoon het volk geen zand in de oogen gestrooid, hun wijs gemaakt, hoezeer de overheid haar kleine ambtenaren op prijs stelt? Want wat verdiende nu deze ambtenaar gedurende zijn leven. Hij verdiende Rbl. 18 - per maand en moest daar met zijn gezin van rondkomen in een plaats, waar de levensmiddelen waarlijk niet goedkoop zijn.
Geen wonder, dat het politie-corps hier niet op een bijzonder hoog peil staat, want de meeste flinke mannen zien hier wel kans bij particulieren een beter stuk geld te verdienen en geven daaraan de voorkeur boven het baantje, dat voornamelijk bestaat in het opbrengen van stomdronken menschen - al is het nog zoo heerlijk om zoo'n plechtige begrafenis te krijgen!!
Archangel, 1908.