Over Kinderverzorging.
VI. Het aantal maaltijden van het oudere Kind.
Hoewel het niet in mijn plan ligt over de verzorging van oudere kinderen te schrijven, daar ik hiervan niet beter op de hoogte ben dan de meeste menschen, wil ik toch, omdat ik aanvankelijk hierin dwaalde, een enkel woord zeggen over het aantal maaltijden van het oudere kind.
Dat snoepen nadeelig is, weet iedereen. Toch lijkt het mij noodeloos hard, het kind alle snoeperij te onthouden. Immers wat Sint Nicolaas brengt, wat familieleden of vrienden meebrengen voor de kinderen, 't zou wreed zijn hun dat te onthouden.
Nooit heb ik er nadeelige gevolgen van bemerkt zoo de kinderen een gedeelte van hunne lekkernijen gebruikten onmiddelijk na het diner; de eetlust kan er dan niet meer door belemmerd worden en het verteert met het andere eten.
Iets anders is het gedurig snoepen, dat is en blijft nadeelig.
Toch is ons gebleken dat het Kind drie- of viermaal daags te laten eten en tusschentijds niets te laten gebruiken, al evenmin deugt.
Het kinderlijk organisme schijnt zich nog niet te kunnen wennen aan de lange tusschenpoozen der volwassenen.
Daarenboven gebruikt de volwassene, terwijl de kinderen naar school zijn, allicht een glaasje morgenwijn, koffie of thee met een beschuitje of iets dergelijks.
Ook gebruiken de meeste volwassenen nog voedsel als het Kind reeds te bed ligt. Hiermede dient rekening gehouden.
Melk is voor de meeste kinderen een noodzakelijk voedsel; er zijn echter kinderen met gezonde, blozende wangen die het gedurig melkdrinken niet goed bekomt; zij mogen vanzelf niet zooveel melk gebruiken dan het zwakke, bleeke of snelopgroeiende, magere Kind.
Tusschentijds een weinig melk geven, is ons altijd uitstekend gebleken. Nooit heb ik er vermindering van eetlust door bemerkt, mits men niet te groote hoeveelheden laat gebruiken. Integendeel, als het Kind tusschentijds niets krijgt, wordt de trek naar eten te groot, slikt het soms zijn voedsel zonder behoorlijk te kauwen, of gaat, wat nog erger is, de eetlust over.
Een voedingsregel als volgt is ons steeds uitstekend gebleken:
Onmiddelijk na het aankleeden 's morgens een glaasje melk, met of zonder beschuit. Bij het ontbijt, het teere Kind melk, het stevige water.
Om half twaalf uit school een klein glaasje melk met beschuitje.
Om half een bij den boterham cacao. Om vier uur uit school een glaasje melk. Om vijf uur dineeren, na het eten water of licht bier, natuurlijk geen wijn of zwaar bier; bij feestelijke gelegenheden lijkt mij zoete witte wijn het onschuldigst. Om zeven of acht uur als het kind gaat slapen melk met een of meer boterhammen.
Het is verwonderlijk, al hebben de kinderen nog zoo goed gedineerd, hoe goed die avondboterham smaakt. Geeft men die niet, dan is de tusschenpoos van 6 uur tot 's morgens te lang, en zal het kind 's nachts soms onrustig