Gedachtenwisseling.
Rotterdam, 7 Augustus 1908.
Geachte Redactie.
Mag ik zoo vrij zijn U eene plaatsruimte in Uw o/h H. Lelie ten algemeene nutte verzoeken. Bij voorbaat mijn hoffelijke dank. De geschiedenis moest op de programma's der examens geschrapt worden. Onlangs op een examen voor dames onderwijzeressen P.G. en R.C. heeft dat vak heel wat pennen in beweging gebracht en dat is verklaarbaar omdat geschiedenis door R.C. geschiedschrijvers geschreven, geheel verschillen van die door P.G. geschreven. Men kon over het een of ander geschiedkundig onderwerp een opstel opgeven of er vragen in doen dat is goed, om zoodoende te weten dat men er iets van wist, maar het al dan niet slagen van het examen moest daar niet afhankelijk van gesteld worden. Zelf P.G. zijnde, heb ik in een Vad. Geschied. ook door een P.G. geschreven, een kapitale onduidelijkheid ontdekt, en die is de eenige niet, nl. deze dat de zeeslag tusschen de Russen en Turken onbeslist bleef, waarom die onbeslist bleef werd niet gemeld, en toch is daar een aannemelijke rede voor die onbeslistheid