beginnen zich al groote plekken water te vertoonen, dat door de stijgende rivier door de spleten naar boven gedrongen wordt; de overtocht naar het station wordt verboden, daar ieder oogenblik het gevaar van doorbraak te duchten is. Daardoor kan dan ook geen postverkeer meer plaats hebben en is Archangel, behalve telegrafisch, geheel van de buitenwereld geïsoleerd!
Dan op eens
komt er beweging in de oppervlakte: van de bovenrivier komt een stroom losgebarsten en drijft zijn schollen huizenhoog aan den oevers op, alsof zij door reuzenhanden tot pyramiden opgestapeld waren. Groote schotsen staan recht overeind als monumenten op die ijsbergen, doorschijnend en van een prachtige diepgroenblauwe kleur; zij schijnen zoo vast en onbeweegelijk - maar straks komt een machtige stroom en voert ze mede, alles vernietigend wat hun vaart zou willen stuiten!
Hoe meer het water opdringt, hoe verder het ijs losbreekt, totdat de blauw en witgeruite vlag op de torenwacht aanheeft. dat het ook voor de stad tot doorbraak gekomen is.
Nog is eerst betrekkelijk weinig beweging; maar opeens is er hoogerop ruimte gekomen en komt de echte ‘ijsgang’ in vliegende vaart aanjagen, alles voor zich uit drijvende in geweldigen gang. Het geheele ijsvlak, overal nu aan schotsen als stukgeslagen, is nu in één voortschietende beweging; gisteren nog maar enkele schollen, die bij het over elkaar schuiven een zacht geluid als van een xylophoon maakten: nu een woeste horde, in wilde woede voortrazend met het geruisch als van een machtigen waterval!
Welk een geweldige kracht, die door niets te stuiten schijnt! Geheele steigers worden in een oogwenk vernietigd, aanlegplaatsen van de palen afgelicht en als lucifers overeind gezet
Wee wat in den weg staat: onherroepelijk wordt het weggemaaid! Alleen het ijs zelf kan den stroom nog stuiten: in het benedengedeelte der rivier hebben zich dammen gevormd door schotsen, die niet op maar onder elkaar zijn geschoven en zoodoende op ondiepe plaatsen op den bodem der rivier vastgeraken. Daar wordt dan soms nog een wijle de doorgang versperd en dan stijgt en stijgt het water, dat geen uitweg vindt en overstroomt de geheele omgeving.
Solombal, de lager gelegen voorstad, loopt nu het eerst gevaar daarvan te lijden te hebben. Dit stadgedeelte is door een arm van de Dwina van de overige stad afgescheiden; 's zomers ligt over dit vrij breede water een schipbrug, die in het najaar wordt weggenomen; dan moet de overtocht per sloep plaats vinden, tot het ijs zich gezet heeft en het vervoer daarover kan plaats hebben. Maar dan komt ook dáár het oogenblik, dat de politie het ijs verbieden moet; alleen voetgangers kunnen nog over een smalle houten brug, waarvan de palen in het ijs bevestigd zijn, den overkant bereiken totdat ook dit gevaarlijk wordt - in Solombal tijdelijk van