Brieven uit het hooge Noorden.
door Maria Petrovna.
II.
Toen het Russische Kerstfeest in aantocht was, ontbraken op de markt ook de sparren in iedere grootte niet, want de kerstboom is hier evenals in Duitschland
algemeen in gebruik; ook heel eigenaardig is een op dien tijd verschijnend gebak, dat veel overeenkomst heeft met ons Friesch taai-taai. Het wordt gemaakt in allerlei typisch Russische figuren, boeren en boerinnen, rendiersleden met Eskimo's, het keizerlijk wapen, een jachttafreel en zoo al meer en is bont versierd met suíkerwerk en goud papier, zooals vroeger bij ons de kermiskoeken, die ons kinderoog zoo verrukken konden. Elk kind krijgt hier zijn Kerstmiskoek, het zij groot of klein en het zijn de minder met aardsche goederen bedeelde moeders, die op de markt dit geschenk voor hun lievelingen koopen.
Een wriemelende menschenmassa beweegt zich tusschen de uitstallingen heen en weer, terwijl de landelijke voertuigen der verkoopers zooveel mogelijk in groepen bij elkaar staan, de paarden aangespannen onder de boogvormige hamen, wier bonte beschildering levendig ons Hindelooper werk herinnert.
De Archangelsche huismoeders doen meestal zelve haar inkoopen van vleesch, visch en wild en nemen deze dan in haar keurige sleden mede naar huis; ook de heeren versmaden het soms niet persoonlijk eenige eetwaren uit te zoeken.
De mannen uit het volk zien er in hun winterplunje naar onze begrippen bizonder barbaarsch uit: hun ruige pelsjassen van rendiervel, met de daaraan bevestigde kap over het hoofd, de hooge kaplaarzen, eveneens met het bont naar buiten gekeerd, geven hun werkelijk het aanzien van een beer op zijn achterpooten loopend, te meer daar hun gang en bewegingen lomp en stijf zijn in deze zware kleeding.
De Vrouwen dragen met bont gevoerde of dik gewatteerde mantels, korte rokken, hooge viltschoenen of kaplaarzen en om het hoofd een grooten wollen doek, die meteen weer het bovenlijf omhult. Maar ook in den zomer wordt een hoofddoek gedragen, hoewel dan natuurlijk van katoen en ik vond ergens een verklaring omtrent dit kleedingstuk, die ik niet nalaten kan hier even weer te geven.
In oude tijden droegen alle gehuwde vrouwen een muts, kokoschnik genaamd,