en sportman’; ‘de Keizer en de beeldende kunst’ - dat waren zooal de opschriften der vele opstellen die men onophoudelijk in Engelsche couranten kon waarnemen.
Iets nieuws op dat gebied brachten de mededeelingen in een Engelsch blad, waar de Keizer van de gastronomische zijde wordt bekeken, tenminste gedurende zijn tweeweeks verblijf te Highcliffe.
Wij, in Duitschland, hebben altijd gehoord dat de Keizer in zijn dagelijksche middagmalen een groot vriend is van goed klaargemaakte eenvoudige gerechten, van huismanskost. Alleen wanneer er gasten zijn geïnviteerd, dàn bevat natuurlijk het menu een geheel andere volgorde - ofschoon er nergens zoo haastig en snel wordt geserveerd als juist bij ‘Keizers’. Dit bevestigt het Engelsche blad ook ten volle, het beweert echter dat de Duitsche monarch, als géén ander, kunstig-saamgestelde gerechten der moderne kookkunst weet te waardeeren. Zoo, toen bij de indienst-stelling der ‘Amerika’, de éérste Hopag-stoomboot, een à la Carte Restaurant werd geopend, waarbij de toonaangevende opper-keukenmeester uit London, zekere Escoffier, een bizonder fijne lunch had op te disschen, dat de eer had den Keizer zóó buitengewoon goed te smaken, dat hij Escoffier voor het front liet komen en hem met de woorden huldigde: ‘Vous êtes vraiement l'empereur des cuisiniers’.
Dit compliment geeft het Engelsche blad den Keizer terug, want het schrijft: wanneer Wilhelm II niet Koning van Pruisen en Keizer van Duitschland ware, zou hij een uitmuntenden keukenchef zijn, want hij bezit temperament, kunstgevoel, en een fijnproevende tong, hij weet de finesses van de moderne kookkunst zéér op prijs te stellen.
Daarnaar te oordeelen is het niet verwonderlijk dat de Keizer, gedurende zijn verblijf te Highcliffe, meermalen gelegenheid vond zijn hoogste waardeering uit te spreken over de volvoering van kunstig uitgedachte en gecombineerde gerechten, daar de toebereiding der maaltijden onder leiding stond van André Terail, de keukenchef van Baron Alfred Rotschild, en van Rosa Lewis, de beroemde poddingen en zoete spijzen keukenfee van het Cavendisch-hotel te London.
In Highcliffe leefde de Duitsche Keizer als een voornaam buitenman. Hij stond om 7 uur 's morgens op, nam om 9 uur een hartig ontbijt, at om 11 uur eenige sandwiches, lunchte om 1 uur en dronk om 5 uur zijn thee. Om 9 uur had het groote middagmaal plaats en tegen 11 uur werden nog eens kleine delicatessen gepresenteerd.
Het eerste ontbijt bestond uit gebraden visch, ham en eieren, geroosterde cotelettes, koud vleesch, geroosterd brood, allerlei pikante kleinigheden, vruchtenmarmelade en thee. Zoetigheid mocht bij géén maaltijd ontbreken. De Keizer schijnt een zwak te hebben voor ‘zoetjes’, of, zooals de Engelschman het grappig uitdrukt: hij heeft ‘a sweet tooth’ (in het hoogduitsch heet het ‘süsmäulchen’, in het platduitsch ‘Leckerzahn’, in 't Hollandsch: ‘zoetekouw’.)
Bij het tweede ontbijt houdt men reeds méér rekening met 's Keizers verfijnden smaak voor delicate gerechten; daar werden de broodjes met allerhand kostelijk-smakende dingen besmeerd, maar waarvan de Keizer hoofdzakelijk die uitzocht, die met caviar, leeuwrikkenborstjes, snippenpastei, of pêté de foie gras belegd waren. Zijn voornaamste drank is Münchener bier, maar een soort limonade, die monsieur Terail extra voor hem brouwen laat, geniet ook zéér de goedkeuring van den Keizer. Het recept bestaat namelijk uit 12 oranges, 6 citroenen en 4 perziken. Deze vruchten worden met suiker in kokend water fijngemaakt, door een zeef gedaan en op ijs gekoeld.
Men probeere den Keizerlijken drank maar eens zelf te brouwen. 't Zal ongetwijfeld lekker van smaak zijn!
Precies om 1 uur, wordt de tweede lunch opgedischt. Dit bestond gewoonlijk uit eieren, gevogelte, een kleine entrée, groenten, podding en vruchten. Om 5 uur wordt thee gebruikt, maar dit is spoedig afgedaan daar de Keizer thee zonder suiker of melk drinkt en er slechts wat confect of een koekje bij gebruikt.
Het diner menu is alweer tamelijk uit gebreid; er wordt gegeven: soep, visch, rundvleesch, gevogelte en wild, groenten, een meelkostje, koek, vruchten en kaas. Voor ‘mutton’, de lievelingsspijs der Engelschen, voelt de Keizer geen inclinatie, des te meer voor rundvleesch, op verschillende manieren klaargemaakt. Zooals gezegd, is de Keizer zeer gesteld op zoete spijzen en heeft hij een zwak voor familierecepten.
Natuurlijk dat hem de Engelsche nationaal-poddingen (plum en Rolly-polly) in optima forma vóórgedischt worden, terwijl een soort pannekoek, ‘pannequets à la Jeannette’ genaamd, hem bizonder goed smaakte en deze