Varia.
Auto-moord en democratische kruiperij.
Vlak bij Cannes komt prins Leon Radziwill, die daar op dit oogenblik verblijf houdt, aanrennen met zijn door hem-zelf bestuurden auto, in gezelschap van den hertog de Guiche.
Een jong-meisje van 17 jaar, naaister van beroep, steekt de straat over, om naar haar werk te gaan.
De beide heeren hebben haast; zij zijn op weg naar iets zoo gewichtigs als een..... polo-wedstrijd.! Hebben ze geen groot gelijk, dat ze in plaats van langzaam te rijden, het arme zeventienjarige meisje dus eenvoudig vermorzelen onder hun auto? - Het geld regeert immers de wereld. Ga er voor uit den weg, als het U tegenkomt in een auto, want gij kunt er zeker van zijn, dat de auto het niet zal doen voor U. Integendeel, het is nog een bijzondere fijngevoelige beleefdheid, wanneer de bestuurder, zooals in dit geval, wel zoo goed is even op te houden, om ‘het lijk naar den naastbijgelegen politie-post te laten brengen’, en daarvoor misschien wel een half uur opoffert van zijn polo-genoegen.
Het democratische Frankrijk en zijn democratische pers is dan ook vol van dankbaarheid en respect voor zulke welopgevoede, beminnelijke moordenaars als deze twee zich getoond hebben.
Men moet dan ook erkennen, verreweg de meerderheid dezer auto-ellendelingen vliegt eenvoudig na zoo'n moord voorbij, gebruik makende van die razende, niet te achterhalen snelheid, om ongestraft uit de buurt te geraken, terwijl het slachtoffer, dood of verminkt, aan den weg kan blijven liggen wachten, tot iemand voorbijkomt en hem opraapt. -
Aan den anderen kant staat daartegenover, dat de klasse waartoe deze twee bovengenoemde heeren behooren, koningen, prinsen, alle menschen, die een voornaam rolletje in de wereld spelen in een woord, gerust kunnen afwachten de gevolgen van hun moedwilligen en onverdedigbaren auto-doodslag van weerloozen. Als ze zoo welwillend zijn in het hospitaal te laten vragen, hoe het gaat met den verminkte, door een gelivreiden bediende, als ze het lijk beleefd laten thuis bezorgen bij de familie, wel, dan is er niet alleen geen sprake van straf, maar integendeel dan staan den volgenden dag alle couranten vol van lofspraken over de beminnelijkheid van keizer, koning, vorst of