volksklasse onderwijzer(es) wordt, als hij of zij een helder hoofd heeft, maar waar C.G. spreekt van ‘bijna uitsluitend in handen van zonen uit de lagere volksklasse’, vind ik dat gezegde tamelijk overdreven... C.G. is stellig geen zoon van een onderwijsman, anders zou hij weten, hoe nog heden ten dage de meeste onderwijzers liefde voor hun vak hebben en niets liever zien, dan hun nageslacht tredend in hunne voetstappen. Het salaris van een' onderwijzer is nu eenmaal over 't algemeen niet schitterend en als meester en zijn vrouw dan geen fortuin van zich zelf hebben, zijn ze al heel blij, als hun kroost kan opgeleid worden in hun vak. 't Is waar, op de Normaalscholen is 't onderwijs niet dat, wat het op een kweekschool is en het gehalte der leerlingen over 't algemeen niet dat van een kweekschool. Immers wie flink kan leeren, geen lichaamsgebreken heeft, en wiens ouders in staat zijn hem een degelijken uitzet mee te geven en in verdere onkosten kunnen voorzien, doet graag examen voor een kweekschool. Want daar is de opleiding niet het ‘minst slechte,’ maar mijns inziens ‘zeer goed’.
Zoo b.v. in Haarlem. De directeur, een zeer beschaafd en hoogst ontwikkeld mensch, doet wat hij kan om de jongens een zorgvuldige opvoeding te geven.
Behalve al de gewone vakken, die voor 't examen vereischt worden, krijgen de kweekelingen les in: Fransch, Duitsch, Engelsch, Sloyd, piano, viool - gaat de directeur met hun inrichtingen bezoeken, als zuivelbereiding, zoutkeet, - neemt hun mee naar tentoonstellingen, deed van den zomer een reis met de geheele school voor eenige dagen naar 't zuiden van Limburg, had o.a. laatst een proef met hun met vloeibare lucht en radium, alles wel een bewijs, dat ZEd. met zijn tijd meegaat en niets onbeproefd laat om de jongelui algemeen te ontwikkelen. Of nu volgens C.G. een onderwijzer beschaafder en ontwikkelder moet worden, dan deze jongens het kunnen zijn op negentienjarigen leeftijd, zou ik graag willen weten.
Dan zegt C.G. dat ze nog onbeslagen op 't ijs komen op dien leeftijd. Ik geloof, dat het met ieder wel zoo zal zijn, die pas na afgelegd examen de wereld intreedt.
En dan een dienstmeisje b.v. Krijgen we die kant en klaar en in alles onderlegd? Is een meisje dat trouwt ineens een perfecte huisvrouw? In de meeste gevallen valt er in de praktijk zeer veel te leeren, en zal ieder die ernstig wil, wel hoe langer hoe meer routine in zijn vak krijgen.
Nu nog even over 't hoofd der school. C.G. zegt, dat in enkele voorname steden het hoofd slechts niet aan een klasse verbonden is. Ik geloof dat die ‘enkele voorname steden’ nog al legio zijn in ons landje.
B.v. in deze plaats, dat maar een gewoon Hollandsch stadje is, eer achterlijk, dan vooruitstrevend, heeft mijn vader en mét hem een zevental andere hoofden géén klas - maar wel een directeurskamer, waar ze hun boeken bijhouden, correspondentie afdoen en verder kunnen ze zich geheel aan hun school wijden, hun personeel terzijde staan en met hun samenwerken.
Liefde voor de zaak van 't volksonderwijs gaf C.G. zijn artikel in de pen, - liefde voor 't onderwijzersvak deed mij naar de pen grijpen, waar naar mijn idee C.G. de plank ten deele missloeg.
G.