Lichamelijke gebreken als gezichtsstoornissen, doofheid, orthopaedische afwijkingen, enz., kunnen voorlichting van andere specialisten op medisch gebied noodzakelijk maken. Eveneens is de vaststelling van den juisten graad van reeds verworven schoolkennis, het oordeel over geschiktheid tot opleiding voor handel en nijverheid, de bepaling of er aanleg bestaat voor muziek of voor eenig ander gebied van kunst beter toevertrouwd aan personen, die zich hoofdzakelijk in die richtingen bewegen.
Om in deze veelzijdigheid, die als een eisch van elke goede medisch-paedagogische consultatie mag gelden, te voorzien, heb ik mij de medewerking verzekerd van verschillende deskundigen, wier studie, ervaring of werkkring de verwachting rechtvaardigt, dat zij kunnen aanvullen wat aan het medischpsychologisch onderzoek ontbreekt.
De behoefte aan een algemeen medischpaedagogisch onderzoek bestaat wanneer de opvoeding bijzondere eischen stelt, het onderwijs niet de gewenschte resultaten levert, of de vakkeus moeilijkheden biedt, ook wanneer ouders met moeilijke karaktereigenaardigheden bij hunne kinderen te kampen hebben of zelfs bij een geheel normalen toestand meer ernstige studie van een kind maken.
Hoe de gang van het onderzoek zal zijn, moge blijken uit het volgende schema.
In een dergelijk geval worden aan de ouders, de onderwijzers, de huisartsen en anderen, die in aanmerking komen voor het geven van inlichtingen, doelmatige vragenlijsten gezonden. Door deze lijsten wordt een voorloopig overzicht verkregen over de psychische herediteit, over het genoten onderwijs, over den tegenwoordigen en vroegeren gezondheidstoestand enz.
Hierop volgt het persoonlijk onderzoek.
Aan de hand der gegevens, verkregen door genoemde vragenlijsten en dit persoonlijk onderzoek, wordt dan bepaald in welke richting het psychologisch en lichamelijk onderzoek door een of meer der deskundige medewerkers moet worden aangevuld.
De aldus verkregen gegevens en beoordeelingen worden ten slotte met de resultaten van het psychologisch onderzoek in een eindrapport verzameld en verwerkt.
Wanneer men zich nu van een dergelijk eindrapport voorstelt, dat het zal zijn, een afdoend recept voor de juiste opvoeding, dat het een volkomen succes van het voorgestelde onderwijs waarborgt of, dat het met beslistheid een bepaalde loopbaan kan aanwijzen, zal men voorzeker zijn verwachting te hoog spannen.
Een dergelijk rapport moge slechts dienen als leiddraad bij de vele eischen die een goede opvoeding stelt, bij de keuze van doelmatig onderwijs of ter voorkoming van grove misgrepen bij het kiezen van een loopbaan.
Buiten kijf is het van het grootste gewicht te achten, indien men kan beschikken over de meest ruime gegevens wanneer het geldt beslissingen te nemen, die voor het geheele volgende leven van zoo overwegenden invloed kunnen zijn.
Tevens kan het zijn een belangrijk hulpmiddel voor hen, die verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de naaste en meer verwijderde toekomst der aan hunne zorg toevertrouwde jonge levens.
En ten slotte kan veel teleurstelling worden voorkomen en twijfel weggenomen, wanneer jonge menschen zich zelf aan een physisch-psychologisch onderzoek onderwerpen met het oog op de vaak hoogst moeilijke levensvragen, die zich voordoen bij het kiezen van een werkkring hier te lande of in overzeesche gewesten, vóór het sluiten van een verloving of huwelijk en meer dergelijke gewichtige omstandigheden.
Deze overwegingen zijn het, die mij geleid hebben tot de oprichting van een Medisch-Paedagogisch Consultatiebureau.
Als vaste medewerkers hebben zich aan het bureau verbonden:
Dr. J.H. Gunning Wzn., Districtsschoolopziener en Privaatdocent in de Paedagogiek te Amsterdam.
A.J. Schreuder, Directeur van het Medisch-Paedagogisch Instituut Klein-Warnsborn te Arnhem.
L. C Th. Bigot, Directeur van de Kweekschool voor Onderwijzeressen te Arnhem.
J.G. Zijlstra, Hoofd der School, Redacteur van het Tijdschrift voor Kinderverzorging.
Mej. N. Cramer, Hoofd der School ‘Arnhemsche Schoolvereeniging.’
L.A. den Hollander, Oud-Redacteur van het Tijdschrift voor Onderwijs en Handenarbeid.
Dames E.S. van Reesema en E. Nierstrasz, Inrichting voor Nijverheidskunst ‘'t Spinnewiel’ te Arnhem.
B.P. de Waal, Industriëel.
Dr. W. Renssen, Arts, Chirurgie-Orthopaedie.
Dr. C.C. van der Heide, Arts, Kinderziekten.