(en daar is allerminst plaats voor engelen). Het is heel moeilijk dat de eene mensch een juiste opinie velt over den ander, want wat oppervlakkig zoo lijkt is bij nadere beschouwing geheel anders en bij grondige studie ziet men het weer in een geheel ander licht of kleur. Dit geldt vooral van het ‘huwelijk’ en in de meeste gevallen is het zeer moeilijk te zeggen: de man of de vrouw heeft de schuld. Terwijl ik dit schrijf zie ik de veel geslepen prisma ‘het huwelijk’ weer in de zon schitteren, en ontdek ik steeds meer nieuwe kleurschakeeringen. Ze zijn zoovele dat ik bang ben teveel van het geduld van de geachte lezers en lezeressen te vergen, maar eenige kleuren die er uit schieten, die nog versch in mijn geheugen liggen en in mijn onmiddelijke omgeving voorvallen of gebeuren, wil ik hier even meedeelen en alleen feiten constateeren. - Een niet meer jonge man van hooge positie en beschaving, is vele jaren getrouwd, heeft volwassen kinderen, zoon en dochter. In al die jaren was het een gelukkig huwelijk, zooveel men althans van nabij en naar den schijn kon oordeelen. Op zekeren dag komt een heel jong meisje, vriendinnetje van het dochtertje er logeeren. De man (niet de zoon), maar de echtgenoot en vader wordt smoorlijkdoodelijk verliefd op dit meisje, zoo zelfs dat het echtscheiding tengevolge heeft en de vrouw en moeder zich daar eerst hardnekkig tegen verzet - ofschoon de vrouw en moeder wel vond dat haar echtgenoot in den laatsten tijd veel was afgetrokken en zonderling deed, had zij niet het minste vermoeden wat daarvan de oorzaak kon zijn.
Zij was natuurlijk uiterst verbaasd toen manlief haar zeide, dat zij niet meer bij elkaar pasten enz. enz. en of zij hem er al op wees dat zij hem in al die jaren een trouwe liefhebbende gade was, en voor haar kinderen smeekte van dien onberaden stap af te zien, (zij wilde zich desnoods geheel en al wegcijferen) het hielp alles niets. Zou een normale vrouw, moeder van een volwassen zoon en dochter zoo handelen?
Nu is het gemakkelijk de schuld geheel en al op het jonge meisje te werpen, aangenomen dat zij de verleidster is en hoe verachtelijk ook haar daad moge zijn, om het geluk van een familieleven ten eigenbate te vernietigen. - Is de veel oudere, in de school des levens ervaren Echtgenoot en Vader niet veel schuldiger, die na lange jaren banden des bloeds verbreekt, om een jong meisje te trouwen, wat voor waarborg geeft het karakter van zoo'n jong ding hem in de toekomst? Nu wil ik niet beweren, dat er ook niet vele vrouwen hun mannen en kinderen, in den steek laten... maar meestal gebeurt dit in de eerste jaren van het huwelijk. Dit doet wel niets af aan haar mindere of meerdere schuld. Wanneer wij de statistiek eens konden nagaan van de talrijke echtscheidingen der laatste jaren, ik geloof wat de mannen betreft, zij bijna allen weer met een veel jongere in 't huwelijk traden. Hoeveel meisjes treden niet in 't huwelijk met alle goede voornemens bezield, en al zijn zij heden ten dage niet zoo naiëf meer als vroeger, het loopt maar al te dikwijls op ‘desillussie’ uit en daaronder ken ik er velen die den man zijn tekortkomingen voor 't huwelijk zeker, zelfs in 't huwelijk telkens vergeven, en als hij het niet al te bont maakt, ter wille hunner kinderen, een waren lijdensweg bewandelen. Die vrouwen behooren waarlijk niet tot de zeldzaamheden en van dezen kan ook niet beweerd worden dat zij den man niet navoelen. Gelukkig voor deze mannen dat zij met vrouwenmaatstaf meten. Ziehier weer een andere kleur der prisma. - Ik ontvang daar juist een verlovingskaart van een meisje van 22 met een man van 54 à 55. Hij is heel rijk, goede positie en ofschoon het zijne genoten, ziet hij er voor zijn leeftijd bijzonder knap, opgewekt en veel jonger uit. Het meisje is natuurlijk niet rijk, moet in haar eigen onderhoud voorzien. In de eerste jaren zal het groote onderscheid in leeftijd niet zeer merkbaar zijn... maar later, al blijft hij
gezond en opgewekt, dan zal hij toch niet meer de lust gevoelen zijn jonge vrouw overal te vergezellen. Het is onmogelijk dat de veel oudere man in al haar genoegens kan deelen, dat hij zijn jonge vrouw kan navoelen en doet hij het al en laat hij haar noode met anderen gaan, dan komt dikwijls jaloezie in 't spel ook al is daarvoor geen reden voor alsnog. Het komt tot woorden, leidt tot conflicten en het beetje liefde dat de vrouw nog mee ten huwelijk bracht, gaat door tal van dergelijke dingen verloren en het kan niet anders, of het moet na verloop van tijd op een algeheelen dèbacle van hun huwelijksgeluk uitloopen. Ook hier dragen beiden de schuld. Het jonge meisje dat alleen de lusten en niet de lasten ziet, eveneens de man... maar hij heeft genoten ‘das Irdische Glück’ heeft veel gezien en gereisd, hij is blasé. De jonge vrouw meent, dat nu voor haar al de geneugten gekomen zijn. Het wordt voor hem een corvée, verveelt hem als 't ware. Dit weet de ervaren en veel veel ouderen man beter nog dan het jonge, niets genoten hebbende meisje bij het aangaan van een huwelijk. Als zij pas even dertig is, is hij een goede zestiger en als er dan nog kinderen komen is hij meer grootvader dan vader. Hij weet dat dat alles onvermijdelijk komen moet.
Ik kan den man navoelen dat hij veel liever een knappe jonge vrouw heeft dan een oude, maar een knappe vrouw van bijv. in de dertig zou hem toch beter kunnen begrijpen en harmonieeren dan zoo'n jong ding. U gelooft dat mannen van beteekenis die met onbeduidende vrouwen gehuwd zijn dit deden, omdat zij hun ideaal niet konden vinden. Ik geloof eerder, dat hier de meerdere zinnelijkheid of egoisme van den man in 't spel is voor welke fout hij maar al te dikwijls, soms kort na de wittebroodsweken, moet boeten. Hij heeft dan wel eene vrouw naar den vleesche maar niet des geestes. Het is niet goed aan te nemen dat, wanneer zij ernstig gezocht hadden, zij een meer ontwikkelde gevonden hadden. - Maar kunnen deze rubriek mannen zich de luxe van een hen niet passende vrouw permitteeren, geheel anders is dit met den ambtenaars en koopmansstand. Wanneer deze weer dikwijls een vrouw zoeken uit een hooger milieu waarvan dikwijls de huwelijksgift de grootste attractie is, en zij zelfs hun positie of zaak in de oogen van het meisje of ouders hooger opvoeren dan zij inderdaad is en waarvan zij vooruit weten het meisje ten eenemale