hoofd moge oordeelen, het feit zelf, dat er uit blijkt, is niet te ontkennen, dat de volkeren overal en telkens duidelijker en heftiger blijk geven van tegenzin in de monarchie.
En de vraag rijst daarom, - hoe men ook persoonlijk denken moge over het koninkschap - zou het niet oneindig waardiger en onafhankelijker zijn indien zij, die thans aldus regeeren, bewaakt en beschermd door drommen van politie, in uniform zoowel als geheime agenten, en die zelfs diens ondanks toch telkens blootstaan aan nog bijtijds ontdekte aanslagen, welke te eeniger tijd gelukken ten slotte - indien zij vrijwillig, met opgerichten hoofde, heengingen en dankten voor de eer op dergelijke wijze te regeeren, als het ware zich-zelf opdringend. - Men spreekt zooveel van het volk zelf dat het niet ééns is met dergelijke anarchistische begeerten, en zijn koningschap liefheeft en eert. Goed laat dan in zoo'n geval dat volk-zelf protesteeren tegen het fier heengaan van zijn vorst. Laat het hem smeeken te blijven, zich-zelf opwerpen tot zijn vrijwillige bewakers. - In plaats daarvan echter zien we overal ter wereld, bij elke publieke gelegenheid waar zich een vorst moet vertoonen, (voor hun plezier doen de stakkerds het allang niet meer), bij elk officieel bezoek hier of daar, in een woord bij elke aanraking tusschen vorst en volk, dat de politie, ook in die landen evengoed waar het heet dat men het koningschap hoog vereert nog, is genoodzaakt tot het nemen van de meest uitgebreide voorzorgsmaatregelen; - voorzorgsmaatregelen zóó veelomvattend en ernstig, en gepaard met zoo groote angsten of alles wel goed zal afloopen zonder ongelukken, dat het groote, niet achter de schermen kijkende publiek zelfs geen flauw vermoeden heeft van de zorgen en vreezen waarmede zulke schijnbare ‘genoegens’ gepaard gaan voor de betrokkenen, den vorst en de voor zijn veiligheid verantwoordelijke hoofden der politie.
Ik voor mij vind er iets onwaardigs in dat koningen en vorsten, die, indien zij waarachtig zelf geloofden aan ‘de gratie Gods’ waarbij zij heeten regeeren, m.i. een hoogere en meer zedelijke opvattingzouden hebben van die hun door God toevertrouwde taak, dan waarvan zij gemeenlijk blijk geven in hun particuliere leven, op zulk een gewelddadige wijze willen regeeren, willen blijven aan het hoofd van het Bestuur, wanneer zij zich moeten handhaven door zulke dwang-maatregelen en voorzorgen van allerlei aard. - En ik zou b.v. de Koningin-weduwe van Portugal, die volgens den roep die van haar uitgaat, een beminnelijke en goede vorstin is geweest voor haar onderdanen, groot gelijk geven als zij dit land, waar men haar man en haar zoon voor haar oogen neerschoot, en den tweeden eveneens had willen dooden indien het toeval hem niet had behoed, voor altijd den rug toekeerde, en haar hooggeroemde liefdadigheid liever overal elders besteedde, dan aan de Portugeezen die haar, tot dank voor wat ze voor hen deed, hebben beroofd van haar kind, niet omdat dit kind niet deugde, maar alleen omdat hij bij toeval kroonprins was, aanstaand koning. -
Zou deze ex-hertogin van Orleans door hare geboorte, die als zoodanig wéét van dezen onwil van volken om zich een koning te laten opdringen, niet oneindig hooghartiger handelen indien zij, inplaats van getuige te blijven van de tot koning uitroeping van haar door het toeval alleen gespaarden overgebleven zoon, met hem Portugal den rug toekeerde, en de Portugeezen toeriep: Ga uw gang. Regeer U-zelf. - Graag of niet.?
Wat er van komt als de heeren zich zelf regeeren, wij zien het immers overal rondom ons. Wij zien het in Frankrijk, waar, na het bloedbad van de Revolutie en de schurkerij van de Terreur, noodig was een tyran als Napoleon om het volk den voet op den nek te zetten, wij zien het opnieuw in onze dagen, nu de presidenten, gekozen uit het volk-zelf, in de republieken evengoed vallen door sluipmoord en anarchisme, als de koningen in de monarchieën. Oud lood om ijzer. Een volk kan zich zelf niet regeeren, heeft te veel behoefte aan kruiperij en deemoed, en is te jaloersch juist van diegenen die voortkwamen uit hun eigen boezem, om niet ten slotte zich zelf te vernietigen als het de hooggeroemde gelijkheid heeft verkregen. Waarom hun die dan niet fier en minachtend in het aangezicht werpen als een aalmoes, dien ze kunnen oprapen, inplaats van met hen er om te vechten en te kibbelen in een even ongelijken als onwaardigen strijd, eenerzijds sluipmoord en list, anderzijds overmacht, geweld, desnoods gebruik van het leger om zich te beschermen tegen de eigen onderdanen.?!
O, indien ze de handen ineen sloegen, en zich afwendden van die volken die genoeg hebben van hen, om te gaan leven en grand seigneur, te trotsch om zich op te dringen