dr. van Deventer dat ik hier in de Lelie besprak, of dat uit Onze Eeuw door Hoffenkamp in dit Blad aangehaald. - Beklagenswaardig echter zij, die aldus, na een mislukte jeugd, na een opvoeding, die haar lichamelijk veelal, dikwijls ook geestelijk, ongeschikt maakte tot het moederschap, op die wijze eerst dóór de harde ondervinding zijn wijs geworden, en als waarschuwing moeten dienen daardoor voor anderen. Voorkomen is beter dan genezen - mag men ook hier zeggen. - Hoe minder mislukte vrouwenlevens, hoe beter. Laat ons dus ter ernstige waarschuwing eens vernemen hoe het staat met de toekomst der vrouw-advocaat in de werkelijkheid.
O, ik verwijs U niet eens naar ons behoudend, voorzichtig Holland waar ‘men’ er nog minder gauw toe overgaat dan elders zich te wagen aan het ongewone van een vrouw- advocaat; en waar, gelijk in den Haag is geschied, de beeediging van de eerste dezer juristen in rokken niet afliep zonder betoon van weerzin zijdens den advocaat-generaal zelf in zijn speech.
Neen, ik noodig U uit de carrière na te gaan der vrouw-advocaten in Parijs, in de stad die, dank zij het zegevieren van het socialisme of wat er voor doorgaat in Frankrijk, op dit oogenblik een mode-aanbidding heeft voor het feminisme. Help je mij, dan help ik je weer. De socialisten - ook bij ons - beloven der feministen gouden bergen, als deze hen helpen, en de vrouwtjes - dom als de vrouwen gemeenlijk zijn - gelooven aan die voorspiegelingen, die onmiddelijk worden vergeten als de socialistische vrienden, kamerleden en ministers zijn geworden. Zij, de domme vrouwtjes, gaan rondwandelen door Rotterdam en elders, met vaandels, houden speechen, schrijven ingezonden stukken, in een woord buigen hare schouders op de idiootste wijze krom, om de socialistische arbeiders-partij er boven op, d.w.z. in de Kamer te helpen. - Zegeviert dan die partij, zooals nu in Frankrijk het geval is, dan is er natuurlijk geen sprake meer van een ernstig luisteren naar de grieven en eischen der woordvoerders-feministen, dan worden zij - zie ook Engeland dat in deze dagen een paar socialistisch-getinte liberalen telt onder het liberale ministerie - met allerlei phrases afgescheept, maar om haar tevreden te stellen worden ze verheerlijkt in couranten-artikelen etc., en verzekerd dat ze in theorie groot gelijk hebben. - Daar nu niets gemakkelijker is dan dergelijke verdwaasde vrouwkens om den tuin te leiden door haar wat goedkoopen lof toe te zwaaien en daarmede hare ijdelheids-zin te vleien, zweven de fransche feministen in den hoogsten zaligheids-hemel en ‘voelen’ zich énorm, omdat de regeerings-bladen hare rechten en haren invloed voortdurend opvijzelen - zonder in ernst iets voor haar te doen, natuurlijk.
De Parijsche advocate - zou men dus denken - moet onder zulke omstandigheden wèl een toekomst hebben; als er voor de advocate een toekomst is ergens, dan zeker dáár. - Aan reclame voor haar heeft het daarenboven niet ontbroken! Veel meer dan voor welken man-collega ook! Zijn zij niet bij hare beëediging gephotographeerd op de voordeeligste wijze in hare toga's, de baret coquet op een mode-pruik, en met begeleidartikeltjes die vertelden in den gracieusen franschen causeriestijl vol complimentjes, van hare gratie neven hare talenten, van hare schoonheid neven haren geest. Etc., etc.
- Waarlijk, men zou zoo denken dat onder zulke omstandigheden, waar het terrein zóó beminnelijk wordt geeffend door de mannen-zelf, de gelegenheid zich een schitterende carrière te banen open staat zelfs voor een maar middelmatig-begaafde vrouw, minstens zoo goed als voor haar dito middelmatig-begaafden mancollega.
In weinig tijd dan ook telt Parijs acht vrouwelijke advocaten.! Wilt gij weten wat er van deze dames is geworden in den strijd om het bestaan, zoodra de wierook is verbrand, het reclame-vuurtje uitgeteerd.?
Mlle Chauvin, de eerste dezer voorvechtsters, wier beëediging dateert van eenige jaren her, vier of vijf meen ik, heeft zich in de laatste drie jaren reeds niet meer vertoond om te pleiten; om de zeer eenvoudige reden dat zij haar carrière als zoodanig opgaf, en zich, heel zedig en heel prozaisch en heel onberoemd, is gaan bepalen tot het geven van onderwijs op een meisjes-instituut.
Hare collega Benezech, is even weinig te zien onder de pleitende advocaten; zij heeft namelijk het wijste deel gekozen, is getrouwd, en vertoont zich in Parijs niet in haar toga van advocaat, maar naast den kinderwagen van haar baby en zijn min.
Maar niet met iedereen loopt het zoo goed af als met haar. Neem b.v. Madame Pierre, die evenmin clienten bezit als de rest, en wier naam zelfs dientengevolge volkomen