De Hollandsche Lelie. Jaargang 21
(1907-1908)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet is in het belang der Lelielezeressen zich, bij het gebruik maken van adressen, te beroepen op deze correspondentie in dit blad. | |
Correspondentie toilet.Mej. P. - Daar Uw ingez: stukje voor de rubriek toilet door U aan de hoofd-redactrice, freule de Savornin Lohman is gericht, maakte het een omweg vóór het in mijn handen geraakte. Wanneer gij een ander stukje zendt, dan zal ik het gaarne een plaatsje geven, maar ik kan dit niet opnemen, omdat gij een beroep doet op den moed en de durf van freule Lohman, tot wie gij U in het gansche stukje richt, terwijl zij er geheel buiten staat. - Intusschen vergist gij U geheel, wanneer gij meent dat de ‘wespen- of zand-loopertaille’, waartegen gij zoo te velde trekt - en terecht - wordt aanbevolen door de tegenwoordige mode. Integendeel, elke tailleur voor dames, elk leidend mode-journaal in Parijs en in Londen, protesteert tegen het inrijgen van het middel op zulk een overdreven wijze, dat de juiste verhouding tusschen middel, heupen, en bovenlijf daardoor verloren gaat. Gij zult dan ook alléén demi-mondaines van minder soort, niet de wezenlijk-goed-gekleede, en andere, van ware distinctie en chic geen flauw idee hebbende dames, zien trachten naar ‘wespen-tailles’. De mode-wereld, zij die den toon aangeeft, heeft ook bij het zéér-goed-zittend-corset een normaal middel, en gij kunt er van verzekerd zijn, dat al diegenen, die de mode aangeven, in dit opzicht van ‘wespentaille’ het met U eens zijn, en het trachten daarnaar ‘vulgair en ordinair’ vinden. Zie ook maar eens de photo's van prinsessen en vorstinnen uit den hedendaagschen tijd, gij zult geen harer zien, hoe elegant en goed-gekleed ook, met ‘wespentaille’, en ik behoef U niet te zeggen, dat deze hooggeplaatsten het zijn, die, elk in haar eigen land, gewoonlijk mede den toon aangeven. Hiermede vervalt eigenlijk het hoofd-argument van Uw betoog. Wat het schrijven van dien meneer in dat vrouwenblaadje aangaat, kent gij van uiterlijk zijn vrouw, de dichteres aan wie hij zijn beroemdheid méér dankt dan aan zijn eigen pennevruchten? Zoo ja, dan is daarmede alles gezegd. De vos voor wien de druiven zuur zijn, komt hierbij iemand in den zin. Er zijn vrouwen wier uiterlijk haar uitsluit van het meespreken over uiterlijk schoon, wat haar figuur en gestalte betreft. Ongelukkig genoeg voor haar, maar reden te meer dat dezulken zichzelf belachelijk maken, als zij de beterbedeelden willen vertellen, dat deze hare mooie vormen moeten wegstoppen in een slobberjas, omdat zij-zelve géén vormen hebben! | |
[pagina 472]
| |
Intusschen, ik zeide reeds in mijn correspondentie aan Reform, dat ik in deze rubriek geen anti-reform-strijd wensch te beginnen, omdat zij tot niets anders dient, dan tot voorlichting van de lezeressen; hoe zij zich willen kleeden, met of zonder corset, reform of niet reform, moeten zij zelve weten, en ik herhaal dus nogmaals, dat ik een ander stukje van U gaarne wil plaatsen, en dit vernietigde niet om den inhoud, maar om den onjuisten vorm, door het zich richten tot de hoofd-redactrice - Naar aanleiding van Uw ingenomenheid met het hoofd-artikel: Over meisjes zonder geld in deze rubriek, vernam ik van freule Lohman dat gij speciaal op dit gebied werkzaam zijt, wat het verbreiden van een systeem voor goedkoope reformkleeding betreft. Om U mijn bereidwilligheid te bewijzen, bied ik U aan - indien gij Uw gedachten daarover in een geschikt artikel kunt uitwerken, - het te plaatsen ter voorlichting van belanghebbenden.
Redactrice toilet. |
|