Over Toilet
en Wat ermede in verband staat.
Harmonie in toilet.
Nietwaar ieder onzer - tot welken stand of kring wij ook behoren - is zij bekend het type, oudere en jongere vrouwen beide zijn er zoo, dat zich opschikt met goedkoope fraaiigheden, in de meening daarmede in de mode te zijn. - 't Komt er niet op aan hoe gemeen de tulle of de gitten of de kant ook zij, die dient als ‘garneering’, alles liever dan gééne garneering. En, daar de beurs nu eenmaal niet toelaat iets moois voor de garneering te koopen, wordt het met de qualiteit van 't aangeschafte zoo nauw niet genomen. - 't Zelfde geldt voor ‘struisveeren’ op hoeden, laat ons liever zeggen voor wat dóórgaat daarvoor, voor dikke, gemeene qualiteiten van glacé-handschoenen, etc., etc.
Niemand behoeft zich duur en rijk te kleeden, die het niet kan, of niet wil ook.
Iedereen kan en moet er smaakvol uitzien.
Zie daar twee grondstellingen.
Een niet-gegarneerde japon, - Engelsche ruitjes, streepen, laken, zijn alle stoffen die zich daartoe leenen, evenals de meeste fantasie-patronen ook, wanneer men zich bepaalt tot een eenvoudig façon van maken, - staat oneindig gekleeder en gedistingueerder dan eene die is versierd? met goedkoope kanten, strikken, ingezette vestjes van mindersoortig fluweel en opzichtige knoopen. Al moet men bij een naaister allicht iets meer betalen voor een degelijk eenvoudig maar goed-zittend costuum, dan voor een dat in elkaar is geflanst, schijnbaar naar de laatste mode in quasi-opschik van garneering, daartegenover staat dat het eerste soort van toilet altijd kan worden gedragen en kan worden afgedragen ook, op kantoor of school of in huis, terwijl opzichtige en met goedkoope garneering ‘gekleed’ gemaakte japonnen gewoonlijk na een korten tijd verflenst en uit de mode zijn, en telkens moeten worden opgeknapt en veranderd. - 't Zelfde geldt voor hoeden die men wijs doet stemmig en in een eenvoudige vorm te kiezen wanneer men er lang mede moet loopen, liever dan zich te laten verleiden tot het meedoen aan modes die belachelijk worden wanneer zij niet meer op hare plaats zijn, zooals dat b.v. het geval was met de nagemaakte Panama-hoeden met een Liberty lint omstrikt die alle oude en jonge ‘meisjes’ na de zomervacantie, buiten doorgebracht, gemoedelijk bleven doordragen in herfst-tijd en regen en winter, in de tegen die luchtige zomerachtigheid vloekende omgeving van stads-straten en schoorsteen-rook van fabrieken. Wat er dóór kan in een landelijk plaatsje, ergens in een ‘Sommerfrische’, op lange wandelingen en tochtjes, dat staat ridicuul bij het donkere stads-wandelpak en de najaarsvlagen, en, daar nu niet alle vrouwen zich de luxe veroorloven elke paar maanden een ander hoofddeksel aan te schaffen, doen zij beter in zulke gevállen iets te kiezen dat
minder onderhevig is aan plaats en omgeving dan een echt gelegenheidshoedje, en zichzelf met een eenvoudigen ‘daagschen’ hoed - naar leeftijd en gelaat te bepalen, - te voorzien, die óók kan worden gebruikt bij jacquette of regenmantel.
Een veelvuldig voorkomende misslag is ook die van één toilet-artikel aan te schaffen, dat héél mooi en héél duur is, omdat de beurs op dat oogenblik dat toevallig toelaat, zonder eenige rekening te houden met de rest van het toilet. - Een echte gróóte lichte modehoed is soms heel flattant, maar als hij wordt gedragen bij een reeds vrij wel versleten, en niet meer naar de laatste mode costuum, dan maakt hij de draagster ervan komiek, omdat zij er uitziet als iemand bij wie die dure hoed niet past eigenlijk; 't zelfde geldt voor alles wat in het oog valt, voor b.v. een lichte veerenboa gedragen bij een oud hoedje, voor een opzichtige écharpe op een niet meer frisch zomerjaponnetje, voor een reusachtigen ‘grannij’ mof, zooals thans mode is, wanneer de rest van het bont niet met die up to date-mode overeenstemt, enz., enz. - Dat daarentegen aan wie het bekostigen kan echt bont altijd veel meer is aan te raden dan namaak - hoe oogenschijnlijk mooi die ook is - spreekt van zelf. Juist in de echtheid van zulke dingen als bont en sieraden, in de fijnheid van parapluie en van schoenen en handschoenen, onderscheidt zich de gedistingueerde dame van de opgedirkte namaak daarvan. - Hiermede wil ik natuurlijk geenzins geringschattende aanmerkingen maken op haar, wier beurs haar dwingt zich echte en daardoor dure dingen van dien aard te ontzeggen; ik wil haar alleen waarschuwen zich niet te laten verleiden tot het aanschaffen van onnoodigen opschik of tot het inkoopen van nagebootste fraaiigheden. De Engelschen geven in dit opzicht een verstandig voorbeeld. Liever dan een goedkoop bontje om den hals te dragen, zullen zij als het koud is een van die gebreide dassen, die men tegenwoordig in alle kleuren kan krijgen, over de jacquette omslaan; liever dan zichzelf grof te maken door een te goedkoop en daardoor bordpapierachtigen
winterhoed met katoenig lint en andere versierselen in dien geest gegarneerd, dragen zij eenvoudig dóór den van den zomer overgebleven besten hoed (natuurlijk kiezen zulke meisjes zonder fortuin, ook in den zomer, géén lichte en alléén voor dat seizoen passende hoofd-deksels). Zij schaffen zich liever eenmaal 's jaars iets duurs en goeds