Janustempel beter aan zijn doel zal beantwoorden dan een voorganger.
Men zal zich herinneren dat Romulus een tempel liet bouwen ter eere van Janus, de oudste koning van Italie, die na zijnen dood tot den rang van god des Vredes werd verheven. Wanneer er vrede was, moesten de deuren gesloten blijven; ze werden opengezet zoodra er oorlog kwam en bleven open zoolang de oorlog duurde. Slechts driemaal in zeven eeuwen tijds was de tempel eenigen tijd gesloten.
Of Romulus veel vertrouwen stelde in dien vrede valt wel te betwijfelen, want hij was een erge vechtersbaas. Zoo valt b.v. wel te begrijpen dat hem die Sabijnsche maagdenroof slecht bekomen zou. Wel valt daarbij op te merken, dat toen, even als nu, vele vrouwen zeer vredelievend waren; de ontvoerde Sabijnsche dames wisten eene verzoening tusschen de strijdende volken teweeg te brengen.
Zal van den nu ontworpen vredestempel meer heil te wachten zijn? 't Is een vrome wensch, maar we zijn er nog lang niet. De vredesconferentie kan men gevoegelijk noemen eene conferentie tot veredeling van oorlogsgebruiken. Waar men nu allerlei bespreekt over bescherming van mensch en eigendom, hoe denkt men daarbij over bescherming van dieren, die aan alles onschuldig, bloot staan aan veel ellende en verminking. Men moest de bepaling maar opdringen, dat in een oorlog geen dieren gebruikt mogen worden.
Hoe zijn nu de vooruitzichten? Mevrouw von Suttner meent dat de Vredesconferentie van thans den voortgang van den vrede eerder schijnt te belemmeren dan in de hand te werken. Zooals thans de oorlog de as is waarom alles draait, zoo wil zij den vrede maken tot een middelpunt van de menschelijke belangstelling. De Heer Dr. Katscher verwacht dat de conferentie voor de vredesbeweging zonder eenig belangrijk resultaat zal verloopen; zij is te zwak, dat blijft een onafwendbaar feit, en er moet iets gedaan worden om in de toekomst eene sterke georganiseerde beweging te krijgen. De Heer Mr. Stead zegt: er moet met meer energie gewerkt worden. Het vertrouwen in den vrede moet wakker geschud worden in de harten der menschen. Zoolang dat vertrouwen en de liefde voor de beweging ontbreekt, kan niemand iets uitrichten.
De opgaaf is alzoo de vredesbeweging te bevorderen.
Het vraagstuk is, hoe? Moet de beweging, zooals ze nu is, verbeterd en anders georganiseerd worden? Moeten kleine vereenigingen voor zichzelf werken? Is een centralisatie der beweging gewenscht?
De Münchener Vredes-vereeniging heeft een protestmeeting aangekondigd, die zij in September zal houden, om te opponeeren tegen de onvruchtbaarheid van de tegenwoordige Vredesconferentie.
Fried acht een centralisatie niet goed mogelijk om de verscheidenheid van bewegingen, die men gewoonlijk onder het eene woord vredesbeweging samenvat. Iedere tak van wetenschap, zegt hij, houdt er zijn eigen vredesbeweging op na, en om die alle, de sociale, wetenschappelijk anti-militaristische, sociologische bewegingen te vereenigen en te organiseeren, acht hij niet mogelijk.
Volgens de Heer Davis was in Amerika de beweging aanvankelijk onbeduidend maar door propaganda is ze belangrijk geworden. Hij ging uit van het standpunt, dat geen beweging succes kan hebben of zij moet voorkomen uit de harten van haar voorstanders. Om iets goeds algemeene bekenheid te geven en daarvoor instemming te vinden, is reclame een treffend middel.
Daarom mogen de voorstanders van den vrede geen gelegenheid laten voorbijgaan om de uitnemendheid van hun ideaal te pousseeren.
Wil men dus aan den zwerveling eene behoorlijke ontvangst voorbereiden in zijn vredestempel, dan is het de plicht van een ieder mede te werken, dat bij de voltooiing bewaarheid zal worden:
Vrede op aarde!
P. BEL.