van muziek in de hôtels, en dan, in plaats van een bepaald honorarium te ontvangen van den hötel-houder, zich zien genoodzaakt bij het aanwezige publiek rond te gaan om door vrijwillige gaven betaald te worden; iets waaraan de meerderheid der gasten zich onbeschaamd onttrekt door hoofdschuddend te weigeren, of stilletjes weg te gaan vóór de rondgaande in zijn of haar nabijheid komt. - Een treffend bewijs voor de waarheid van deze mijne woorden, die sommige mijner lezers misschien wel voor overdreven hebben gehouden, vind ik op blz. 302 van het zeer interessante, onlangs bij den uitgever Van Kampen verschenen boek over Tolstoï, getiteld: Tolstoï's Leven: zijne persoonlijke herinneringen, brieven, en aanteekeningen, bewerkt door P. Biroekoff, en uit het Russisch vertaald door Emma B. van der Wijk. - Woordelijk staat daar het volgende te lezen:
‘Den 7den Juli 1857 zong te Lucerne voor het hôtel Schweizerhof, waarin de rijkste lieden logeeren, een reizend liedjeszanger een half uur lang liederen, en speelde daarbij op de guitaar. Omtrent tweehonderd personen hoorden hem aan. De zanger smeekte allen tot driemaal toe hem iets te geven. Maar geen van deze lieden gaf hem iets, en velen lachten hem uit.
Dit is geen verzinsel, doch een beslist feit, dat elk die wil bij de tegenwoordige gasten van het Schweizerhof kan onderzoeken, terwijl men uit de dagbladen kan te weten komen wie de vreemdelingen waren, die er den 7den Juli logeerden.
Ziedaar eene gebeurtenis, welke de geschiedschrijvers van onzen tijd met vlammende, onuitwischbare letteren moesten opteekenen.’
Men ziet het, in 1857 waren de rijke menschen even hardvochtig ten opzichte hunner arme medebroeders als in onzen hedendaagschen tijd. Inderdaad, - ieder die Lucerne kent weet dit, - logeeren ook nu nog daar in het Schweizerhof de rijkste menschen ter wereld, en deze jongere generatie gedraagt zich, waar zij zich ook bevindt, hetzij in het Schweizerhof, hetzij elders in eerste-rang-hötels, geen haarbreed anders dan de vroegere van 1857, waarvan Tolstoï spreekt.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.