te maken tot levensdoel en... middel van levensonderhoud; vooral bij zangers en zangeressen. De duizelingwekkende hoogte waarop piano- en viooltechniek staan, schrikt nog wel eens af; maar voor zang... een lieve stem, een goed gehoor; opgeleid voor de kunst! Eenige jaren studie; le tour est fait; de familie, ja, de wereld is een artist rijker, en het onwetend publiek krijgt de schuld als de debutant niet dadelijk enthusiast ontvangen en liefst... goed betaald wordt. Zich op laatstgenoemd punt illusies maken is een onmogelijkheid voor ieder die weet hoe in òns land zoowel als in de wereldsteden door nog onbekende artisten een aardig sommetje moet betaald worden voor de vergunning van zich met een der groote orkesten te doen hooren.
Op den naam van wereldstad kan de residentie geen aanspraak maken en doet dat, hoop ik, ook niet; maar een weeldestad is zij wèl te noemen. Ver achter ons ligt de tijd toen de schraal bedeelde kleine-ambtenaarswereld en de gewoonlijk-niet-rijke officierskringen hier den boventoon hadden. De statistiek toont met duidelijke cijfers aan dat den Haag in verhouding 't meest opbrengt in de belasting.
Een rijke stad dus; bij rijkdom hoort tegenwoordig een auto; niets natuurlijker dus dan dat wij hier, zoo goed als in Parijs, Berlijn en Amsterdam, te zien kregen wat het menschelijk vernuft op het gebied van automobiel-industrie heeft voortgebracht en geperfectioneerd; met andere woorden wij hadden hier een automobiel-tentoonstelling, waar ieder heenging, natuurlijk met de noodige belangstelling kijkend; ça pose: een kennersblik, lang stilstaan bij dit of dat fabricaat... het kost niets en geeft den indruk of men geheel thuis is in en meedoet aan deze up to date weeldesport.
De echte automenschen zeiden dat deze tentoonstelling werkelijk veel nieuws en wetenswaardigs te zien gaf; de voor-de-waarheid-uitkomende leeken, waaronder ik mij reken, erkenden daar vooral genoten te hebben van de schitterende avondverlichting en van het onvergelijkelijk glimmen en glinsteren; dat spiegel-heldere kristal, dat smetlooze nikkel, koper en wat dies meer zij, 't was voor een Hollandsche huisvrouw of een voor haar batterie de cuisine hart hebbend keukenmeisje om van te watertanden.
Wat van de bijkomende vakken 't begrijpelijkst was voor het oningewijde publiek? De auto-noodige kleeding, heerlijk praktisch, schrikwekkend leelijk. Hoe een Commissie veel van het geëxposeerde aannam als verwant aan een auto-expositie werd mij niet duidelijk: broches, bloemen, odeurs, kinderwagens zijn ongetwijfeld nuttige en aangename zaken, maar doen een beetje vreemd op een sport-expositie.
De driedaagsche de Ruyter-tentoonstelling in de Kunstkringzaal was vooral merkwaardig wegens derzelver volte. Ik ging er heen in het vooruitzicht mijn hart te voelen zwellen van vaderlandschen trots, bij het aanschouwen van al die documenten uit onzen glorietijd ter zee; maar dit edel lichaamsdeel behield zijn gewonen omvang, om de eenvoudige reden dat wij niet anders zagen dan menschen, uit den tegenwoordigen tijd, waarin, naar beweren der deskundigen, een zeegevecht met machtige mogendheden ons waarschijnlijk slecht zou bekomen. Dus maar op gezag deze expositie verklaard voor auszerordentlich interessant; de burgerlijk slimme Frau Buchholz wist wel dat men met deze deftig klinkende einduitspraak altijd tamelijk veilig is.
Op de feestelijke bijeenkomst van het genootschap Pulchri Studio was de enorme zaal beide avonden zeer vol; echter niet zóó of ieder heeft goed, althans vrij goed het vertoonde kunnen zien.
Die tableaux waren anders opgevat dan vroeger; toen gaf men door uitnemend poseerende artisten en dito modellen alleen de schilderij weer, gewoonlijk een zeer bekend. Zoo deed men nù alleen met het eerste tableau: Jan Steen's ‘boerenbruiloft’, bijzonder mooi van verlichting.
Het grootste deel van den avond echter werd ingenomen door een sprookje, aanleiding gevend tot tableaux van eigen vinding, waarvan vooral één, in een Egyptisch milieu, verbazend mooi en interessant was.
Het laatste tableau, waar de toekomstige degeneratie (een droevig vooruitzicht!) wordt gesymboliseerd door een hedendaagsch fatje met een hoogen hoed, leek mij eenigszins of men met het slot van het sprookje niet goed raad had geweten.
De koningin, die haar komst had toegezegd, was door het telkens uitstellen van het feest, al op het Loo. Koningin Emma kwam echter den eersten avond, en vulde de noodzakelijk lange pauzes aan met, loopend in de bijzaal, een gezellig praatje te houden met verscheiden onzer artisten.
Van haar toilet - bij vorstelijke personen