Sprookje.
Als een vroolijk kind is de lente gekomen met zonnelachjes, bloemen en looverkens teer, die hun frischgroene lijfjes gretig laten koesteren door het nog zwakke hemellicht. Heerlijk nieuw leven zingt er lustig zijn jeugdzangen, slechts denkend aan vreugd en liefde, niets wetend van zorgen en smart. Jeugdzangen, die jubelen, schateren soms bij het onbezorgd gelukkig zijn, dan zacht weer neurien door het denken aan toekomst, als mijstiek teer zich hullend in waas van onbekend-zijn.
Lente-kind heeft er de bloemen wakker gekust, met hel klokgelui de kleine sneeuwklokjes van haar komst laten vertellen. Ze is dansend aangesneld, lachend om vader Winter, die met zijn stramme bevrozen leden niet vlug weg kon komen. Ze heeft hem haar warmen adem in den hals geblazen, en hij, de oude brompot is heen gegaan, knorrig over het straalken water, dat hem sijpelde langs den rug....
De kleine grassprietjes kijken nieuwsgierig naar boven; ze twisten er over, hoe groot ze wel zullen worden. Een zegt, dat die oude eik vroeger een grassprietje was en dat hij - neuswijs praterken - stellig eveneens tot eik zal wassen. De anderen lachen om het kleine ding, dat pas te voorschijn is gekomen, maar in hun hartjes..... ja, in hun hartjes droomen ze ook van grootheid en kracht.
Zacht zingt de wind een lied door de boomen, terwijl de blaadjes wiegen op de maat van zijn zang.
Liefde-vrouwtje loopt door het bosch, heeft er anemonen geplukt bij de beek, die ook al blij is en lustig danst, omdat lente-kind is gekomen.
De menschen zeggen, dat, nu op de bergen het ijs smelt, de beek veel water moet dragen en daarom zoo druk is, maar liefde-vrouwtje begrijpt het beekje wel, het babbelt zoo, wijl het lente-kind gezien heeft.
Het stroomken houdt niet van de menschen; ze zijn hem te wijs en te ruw. Alleen liefdevrouwtje mag het graag, zij is de eenige, waarmede het praat. Heel het bosch houdt van liefde-vrouwtje! De oude eik heeft verteld, dat het komt, omdat ze uit natuur is geboren. De grassprietjes hebben dan gewichtig met hun kopjes geknikt, alsof ze begrepen, vooral het kleine ding deed heel