Brief uit Berlijn.
Restaurant Rheingold.
De maand Februari was rijk aan publieke feesten en bals. Zooveel mogelijk speelt zich alles af voor het intreden der Vasten, doch nog menige vereeniging kwam iets later met haar aangekondigd feest in Philharmonie, bij Kroll of in de op den voorgrond tredende zalen van de nieuwe Ausstellungshallen bij den Zoölogischen Garten. De meeste publieke bals zijn zoo overvol, dat er van dansen geen sprake is, eerst zoo na drie uur, komt er wat schot in en kunnen de danslustigen nog eens na hartelust de beentjes van de vloer laten gaan.
De lust tot uitgaan is hier zeer groot; de Berlijners zijn een vroolijk volkje en genieten gaarne buitenshuis, hetgeen men het beste kan merken in de overvolle restaurants. Komt men zoo Zondagsavonds tegen half acht uur langs de meest bekende gelegenheden, o.a. Kempinsky, dan hangt er gewoonlijk een plakkaat aan de deur waarop te lezen staat: ‘wegen Ueberfüllung geschlossen!’ - Wil men er nu gaarne in en heeft men wat geduld, dan wacht men een poosje.
Zoo ging het mij onlangs bij het nieuw geopende reuzen-restaurant Rheingold der Actien-Gesellschaft Aschinger in de Bellevuestrasse vlak bij de Potsdamerplatz. De portier stond aan de deur, die gesloten was en met het bekende bord prijkte. Ik was met een paar vrienden en sloeg voor wat te wachten, daar gewoonlijk bij zoo'n noviteit vele menschen er in gaan, de lokaliteit bekijken om dan weer te verdwijnen. Ons geduld werd beloond. Het ‘Asam open U’ konden wij weldra zeggen; daar stonden wij in de entrée, waar keurige garde-robes waren ingericht. Een zee van licht straalde ons tegen uit de eerste zaal, die wij betraden. Doch wat rustig was alles voor de oogen! Alles electrisch verlicht met mat glas en overal zoo smaakvol aangebrachte kroontjes, lusters en peervormige gloeilampjes. We wandelden ook eerst door al de zalen elf in getal en door namen kenbaar gemaakt, zooals, Wotanzaal, Muschelzaal, Kaiserzaal enz. De opgang naar de laatstgenoemde zaal is grootsch. Langs witmarmeren trappen, die met Perzische tapijten zijn belegd, komt men in een lage hall, aan weerskanten voor garderoben ingericht. Hier betaalt men 25 pf. voor het bewaren, hetgeen tegelijkertijd het entrée-geld is voor de Kaiserzaal, waar twee