De Hollandsche Lelie. Jaargang 20(1906-1907)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Toch....! Met een hart vol hooge idealen, Stormde ik het volle leven in, Hoopvol denkend, dat na lutt'le jaren 't Al vervuld zou zijn van menschenmin! Haat en logen, onrecht, tweedracht...? 't Zou verdwijnen voor der liefd' en waarheidslicht! En het lang verbeide rijk van vrede-op-aarde Lag voor mij als 't ware reeds in 't zicht! Sedert... menig lente ging daarhenen, En ontnucht'ring volgde op mijn schreên... Ondeugd zag ik vaak bewierookt, 't recht vertreden, En niet immer liefde om mij heen! Toch... al buigt de ziel zich vaak ter neder, In het hart bezwijkt de hope niet; Schoone idealen blijven mij omzweven, En nog heerlijk licht zie 'k in 't verschiet! En ik blijf nog moedig strijden, ned'rig wachten; Stil gelooven, dat te zijner tijd, Aan wat goed is, edel en verheven Eens de overwinning wordt bereid! A. P.K. Vorige Volgende