De Hollandsche Lelie. Jaargang 20

Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.

I. Pekalongan, 22 November 1906.

Aan de Redactrice der Hollandsche Lelie. Mevrouw!

Gisteren had ik het genoegen te ontmoeten Mejuffrouw J. van Ede van de Palz, wonende te Tegal, die onlangs hare studieën voor Notaris, met goed gevolg eindigde en waarschijnlijk een plaats zal erlangen aan de Weeskamer te Batavia; eerder was zij reeds aan een der Departementen werkzaam. Mag ik Uwe aandacht eens op haar vestigen.

Hoogachtend,

UEd. dienstw. dienaar,

J. VAN MOLL.

II. Rijswijk Z.H. 3 Febr. '07

Hooggeachte Freule!

Zoudt U zoo goed en vriendelijk willen zijn in de ‘Hollandsche Lelie’ bij de lezers en lezeressen een beroep te willen doen op hunne weldadigheid voor het hier volgende:

Eenige weken geleden is te den Haag opgericht een openluchtspelclub ‘Sparta’ genaamd. Bij deze ver: bestaat ook eene aspirant-afdeeling, jongens en meisjes, welke des Zaterdagmiddags onder leiding van een gymnastiekleeraar spelen. Nu bestaat er bepaald behoefte aan een clubtent waar de kleinen zich voor eventueele regenbuien kunnen beschutten, of wel waar zij zoolang kunnen vertoeven indien zij zich al te warm hebben gespeeld, teneinde zich voor kouvatten te vrijwaren.

De ver: die slechts korten tijd bestaat en in den beginne veel oprichtingskosten heeft te betalen, kan van de contributie niets afstaan voor aankoop van zoo'n houten tentje. Wie van de lezers of lezeressen zou de ver: daaraan kunnen helpen?

J. DE REGT,

voorzitter van ‘Sparta’,

Rijswijk b/d Haag.