Brief uit Berlijn.
In mijn laatste schrijven beloofde ik aan het slot, om in mijn volgenden brief over de Ducanschool en Mozartzaal te berichten. Ik zal mijn belofte nakomen en begin met het laatste: de Mozartzaal. Veel kan ik er niet van meedeelen. Het is een nieuwe zaal met al de gebreken van een gebouw, dat te vroeg geopend is en daardoor minder aangenaam om er een avond eenige uren door te brengen. De lucht is er nog zoo kalkachtig en muffig; de verwarming nog lang niet goed geregeld. Het is er zoo heet, dat af en toe bovenin ramen worden opengezet die een tocht veroorzaken, niet te beschrijven. De zaal op zich zelf maakt een aangenamen indruk, kan 1600 personen bevatten en zal, wanneer over een jaar het geheel in orde is en de muren niet meer met vochtvlekken prijken, een aanwinst voor Berlijn zijn. Het orkest, onder directie van kapelmeester Prill, die van de hofopera te Schwerin hierheen kwam, munt uit, door zuiver, correct samenspel en bezit als concertmeester den heer Ruinen, onzen landgenoot en medelid van het Hollandsche strijkkwartet, dat hier evenals het Hollandsche trio een zeer goeden naam heeft. Algemeene bewondering verlangt dit orkest wanneer men in aanmerking neemt dat kapelmeester Prill in zes weken tijd zijn luidjes zóó ver bracht dat een flink geheel zich aan het publiek presenteerde. Alle eer aan dezen dirigent.
Ons Amsterdam sch A-Capellakoor, onder Anton Averkamp, vertoeft momentaan in Duitschland's hoofdstad en gaf een uitmuntend geslaagde matineé in de Bechsteinzaal. Drie concerten volgen in de Mozartzaal. Wanneer deze avonden even mooi van uitvoering zijn als de matinée voor invités, dan zullen de lastige Duitsche critici moeielijk aanmerkingen kunnen maken. Het geheel was eenig mooi van klank en het wegsterven der noten in de kerkelijke liederen overtrof alles. Toch blijf ik bij mijn opinie van vroeger, dat een dergelijk koor het meeste succes heeft in een kerk. Of men een uitvoering alhier in een kerk zou toestaan, dat is een groote vraag; ik geloof het niet.
Met de streng orthodoxe richting, die hier bijna uitsluitend heerscht, is het maar beter om niet met zulke vragen aan te komen. Ik wensch het koor veel succes in de Mozartzaal!
Nu ben ik aan mijn tweede thema aangeland: de Duncanschool.
Sedert een paar jaren bestaat deze dansschool al en ligt zeer bekoorlijk in het Grunewald, vlak bij het station van dien naam. De villa van Miss Duncan is eenvoudig en smaakvol uitwendig. Inwendig nog smaakvoller en eenvoudiger. Als men de deur binnenkomt, betreedt men een hal, waar al de kransen en trofeeën van Isadora hangen. Haar zuster, Elisabeth Duncan een sijmpathieke persoonlijkheid, geheel ontbloot van uiterlijk schoon, doch aantrekkelijk door haar eenvoud, staat aan het hootd der school. Zij heeft verschillende leeraren en leeraressen, die onderricht geven in piano, teekenen, natuurkunde gymnastiek, zingen. Zij zelve komt voor het dansen op.
Revenons à nos moutons. Ik sta in de hal en zie rondom deuren die naar de verschillende vertrekken geleiden. Naast de voordeur, een vestiaire, daarnaast de salon, met bijzonderen smaak ingericht. Verder de danszaal, met electrisch licht aan het plafond en aan de muren; aan deze zaal grenst een veranda, waar de kinderen 's Zondagsmiddags zitten. De trap naar boven is donker eikenhout evenals de hal en de de kamers geboiseerd met hetzelfde materiaal. Langs de muren van den trap hangen porceleinen schilderijtjes, allen dansende kinderen en antieken weergevend. Boven de hal is de speelkamer, waarin de deuren van de overige kamers uitkomen. Een leeskamer, geheel als school met schoolbanken ingericht, daarnaast aan weerskanten de slaapkamers. Dit zijn juweeltjes van eenvoud en smaak, allerliefst: alle meubelen zijn wit geschilderd en de bedjes met blauwe dekens en wit neteldoeksche, op een stang hangende gordijnen, georneerd. Bij iederen slaapkamer is een badkamer, echt Amerikaansch, waar de kleintjes zich 's morgens kunnen baden en wasschen.
In de geheele villa heerscht iets ethèrisch. Zoo'n enorm verschil met de inrichting van andere verblijven in het Grunewald; nergens