Gedachtenwisselingen.
I.
Voor Ida.
Zelf verloofd zijnde, durf ik gerust zeggen, dat, mijns inziens althans, het steeds 't allerbeste is, alles, alles te vertellen, zoowel hij als zij. Gebeurt dit niet, dan loopt men gevaar, het grootste ongenoegen of verdriet te krijgen, veel of weinig later; want dingen, die men met opzet niet vertelt, komen toch vroeg of laat uit.
En dit dan, een bewijs van niet volkomen vertrouwen, zooals 't meestal wordt opgevat, kan 't grootste onheil stichten.
En daarbij de onrust, dat 't verzwegene nooit aan 't licht komen zal, die al is 't niet vaak, toch wel een enkele maal zal bovenkomen, is geen bevordering voor het geluk, maar in staat, juist de gelukkigste uren te vergallen. O, heerlijke rust, wetend, dat alles tegenover elkaar zuiver is en rein, dat niets is verborgen gehouden, evenmin vóór als in 't engagement en mij dunkt, bovenal ook in 't huwelijk, steeds in alles oprecht tegenover elkaar, niets verbergen, heusch dit alleen kan voeren naar 't Geluk!
KOKKIE.