De Hollandsche Lelie. Jaargang 20
(1906-1907)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 298]
| |
Brief uit Londen.October is bijna van 't tooneel verdwenen en nog is alles frisch en vol kleur en tint. Het is, of de menschen er ook opgewekter door zijn, lang niet die vele klachten van winkeliers en handelaars, ofschoon in werkelijkheid: ‘the trade slack’ schijnt te zijn. Maar wanneer is die ooit zoo, dat de trades-people tevreden zijn? Het gaat hen, als de boeren, een oogst is nooit mooi genoeg. - Waar de oogst wel goed is en goed blijft, dat is in de theatres. 't Is enorm het aantal londenaars, dat die mooie zalen iederen avond weer vult. Er schijnt zoo'n behoefte te zijn aan ontspanning na het overweldigende drukke city leven, dat, de jonge menschen vooral, hun shillingen zuur verdiend geld, het liefst offeren bij de theatre-booking-office. En als het nu maar flinke stukken waren - kon men er nog niet zooveel van zeggen, maar 't liefst gaan ze naar die onnoozele Musical plays, of in de Music Halls. Het is een merkwaardig teeken, wel waard vermeld te worden, dat er nu toch sinds eenige jaren geregeld een ‘Shakespeare play’ in ‘His Majesty's theatre’ op 't programma is geweest... Het twaafde stuk werd deze week opgevoerd en wel: ‘A winter's Tale’ Mr. Tree the managing-director van dit theatre was niet aanwezig, hij speelt elders, en reist, maar in zijn theatre en geheel onder zijn leiding is ‘A winter's Tale’ toch in elkaar gezet en voorbereid. Een groote attractie is Ellen Terry, de gevierde actrice, die de hoofdrol van Hermione vervult. We werden echter nogal teleurgesteld. De Hermione, die wij ons droomden, statig waardig, vol bevallige schoonheid - die Hermione, kregen we in de verste verte niet te zien! Ellen Terry gaf ons lang niet dat hooge genot dat men verwacht zou hebben. In de slotscène, als ze plotseling als 't ware ‘van leven doorstroomd,’ zich gaat bewegen, en zegenend haar armen uitbreidt over haar diepgeknakten, boetvaardigen echtgenoot... was ze op haar best - maar ook toen kon ze ons niet in vervoering brengen. Ook de Koning Leontes is geen Irving of Lewis Waller. Om een Shakespeare-held te kunnen weergeven - moet men geen 2e rangs tooneelspeler zijn.! Beelderig, allerliefst, o zoo gracieus was PerditaGa naar voetnoot*) in de herderscène, wat was dat decoratief ook magnifique. Zoo idyllisch en kunstvaardig. Welk tooneel zal daarin het Engelsche evenaren? ‘A winter's tale’ is geen favourite zegt men, van 't Engelsche publiek, nu, ik kan me ook best begrijpen, dat het applaus zeer mager was. Er is iets in, dat een oppervlakkig toeschouwer prikkelt. Het is alles zoo ongemotiveerd, die haat zoo buitengewoon groot, die wreedheid zonder weerga, die jalousie zoo ongerijmd - dat zeker alleen een ‘student’ er het ‘Shakespearean’ schoon in kan vinden. Het behoeft zonder twijfel nauwkeurig bestudeerd te worden. Bij ‘Othello’ voel je de jalousie groeien, groeien met iedere gedachte, logisch zich ontplooien, gegeven temperament en Jago's afschuuwlijke toch meesterlijke laster-zaaien.... maar bij Leontes is geen enkel gegeven om zijn ‘good queen’ zoo klakkeloos te onteeren... Neen ‘A winter's tale’ zou ik gaarne eens door een scholar hooren ontleden - vóórdien ga ik 't zeker niet meer zien. Er zal zich zoo'n gelegenheid zeker wel eens voordoen hier, in een der centra van the ‘University Lectures.’ Dit jaar hebben we een cursus van 20 lectures over Dante, door the Rev. P.H. Wicksteed, een Unitarian minister, een bekend Danteist, die verscheidene van Dante's werken vertaalde, en er zich reeds jaren, jaren in verdiept. Van zijn groote kennis geeft hij rijkelijk aan ons leeken, op de Maandagavonden. Het is een prachtige cursus, en met de vertaalde Dante-werken in bezit, kan men zich uitstekend voorbereiden op iedere lecture, daar de punten aangegeven zijn, waarover de spreker het telkens zal hebben. Stampvol is de zaal - en na Kerstmis zullen we nog een 10-tal lectures hebben, omdat de belangstelling groot is. 20 dus over één onderwerp, dat geeft nog eens iets meer dan- de gezette is. Nu een onderwerp als Dante mag dat ook zeker wel hebben. Het verbaast me altijd, dat the University Extention lectures in Holland zoo weinig succes hebben gehad. Ik meen, dat men de proef heeft genomen, maar weer heeft moeten opgeven. Over het ‘classwork’ dat na iedere lezing wordt ingeleverd, en waarmee men aan 't einde der cursus een examen doet, begin ik | |
[pagina 299]
| |
steeds minder te denken. Het werkt dunkt me - een oppervlakkig - weten in de hand. Voor een examen-studie zijn de lectures naar Holl. maatstaf gemeten, niet ingericht. Maar met dat woord en begrip ‘examen’ wordt hier dikwijls erg gesold. Kinderen doen examen na iedere term - en hoevelen do ‘pass with honours’! Enfin, of ze aan 't einde van hun studietijd werkelijk minder weten en minder ontwikkeld zijn, dan onze jongelui, zou ik niet durven zeggen. Niet uit boeken alleen toch vormt men zich een gedachtekring - en de Engelschen hebben nogal iets gewaagd en tot stand gebracht! En een speciale universiteit voor vrouwelijke studenten in Cambridge zegt toch ook, dat er wel degelijk studielust bij de Engelsche meisjes is - doch, Engeland is zoo groot, dat de knappe, leergierige jeugd zich bijna verliest tusschen de society-ladies in! Dat is jammer. En of er ook vreemdelingen elken dag Londen binnenstormen! 't Is enorm, die zwermen jonge meisjes, die een toevlucht, een werkkring, een taak, een positie, hier komen zoeken. Ik was éèn dezer dagen in het prachtige, zeer doelmatige tehuis voor Zwitsersche meisjes, het ‘Swiss Home’ in Fitzroy Square. Vandaag wordt dit nieuwe tehuis feestelijk ingewijd, en zullen, de gezant, de predikant en consul van de Zwitsersche gemeente alhier er bij tegenwoordig zijn. 70 meisjes waren er verleden week. Zegge 70, die allen een betrekking zochten! Jonge, aardige, elegante Zwitsersche meisjes, uit zeer verschillende kringen afkomstig. Zij mogen vier weken in dit vriendelijke tehuis blijven, dat in alle opzichten een ‘home’ voor hen is. De directrice is een uiterst beschaafde dame, die ook eenige jaren in Holland heeft doorgebracht, en overal reisde en werkte in deze lijn - en naar ik hoorde en zag, als een moeder voor de meisjes zorgt, zoolang ze er zijn. De briefwisseling die deze matron onderhoudt is enorm, en de correspondentie om deze meisjes in passende betrekkingen te krijgen - heel den dag in beslag nemend. Het pension bedraagt f 10.- per week, wat voor Londen weinig is. Maar wat haar het zwaarste valt, is, niet om voor deze zoekenden een licht te zijn - maar om onbemiddelde meisjes aftewijzen. Hare statuten zeggen: dat ze geen meisjes mag opnemen, zonder geld. En daar het een Home is, dat zichzelf moet bekostigen, geen ‘Shelter’, kan men die maatregel ook wel billijken. Maar, o, als daar zoo'n fransch sprekend meisje zich aanmeldt - zonder een beurs... Haar terugwijzen, in het donkere, verleidelijke Londen? of - haar binnenlaten - en de statuten trotseeren? Het laatste gebeurt, dat begrijpt ge, meermalen, ook menigmaal, dat de directrice de pensionsprijs zal betalen, denk ik. Kan het anders! Je moet wel een hart van steen hebben, om dergelijke stakkerts uittesluiten - ten prooi aan de verleiding! Het is altijd mijn wensch en ideaal eens, een dergelijke home voor onze Holl. meisjes! die in Londen werk zoeken - opterichten - alleen, er is, o, zoo'n groot, lang niet denkbeeldig bezwaar. Dat het een lokmiddel zal zijn. En waarlijk, de ondervinding leert ons, dat het voor Holl. meisjes haast geen concurreeren is tegen de Fransche en Duitsche meisjes, die alleen reeds om haar taal gezocht worden. Er is weinig toekomst voor onze meisjes hier - wie akten heeft, in Holland verkregen, is dáár veel meer waard - wie geen akten heeft, kan nergens als ‘governess’ of ‘teacher’ meer terecht - en in een mindere positie bij kinderen, bevalt meestal slecht. Voor de meest-energieken alleen - zou ik meenen, is er toekomst in den vreemde.
Wie nooit een ‘election’ bijwoonde voor een der groote Homes voor ongelukkigen - onherstelbare of weezen - die kan er zich moeielijk een denkbeeld van vormen. In de 2 uren gedurende welke de stemmen worden aangebracht, opgenomen, meegedeeld, is de zaal (meestal van een groot Hôtel) een stock-exchange gelijk! Niemand luistert naar de speech van den chairman, ieder, die er is voòr een eigen ‘case’ heeft het veel, veel te druk. Daar staan ze, de dames en heeren, die werken om een candidaat in het Home te krijgen, waarvoor op dien dag de stemming is - niet alleen in de hall, maar op en onder aan de trappen. Ieder, die binnenkomt wordt als 't ware bestormd: ‘Any votes to spare’, ‘any votes to exchange?’ Maar de bestormde komt meestal zelf om stemmen, votes te bemachtigen! Of om ze te ruilen! Vooral die ruilhandel in stemmen was allermerkwaardigst, b.v. iemand, die bezig is een kind in eén ‘Orphanage’ te krijgen, gaat naar een verkiezing van een geheel andere instelling. Hij heeft eenige votes toevallig van deze instelling, en geen bepaalde candidaat, nu gaat hij ze ruilen. Zoo voordeelig mogelijk voor stemmen voor zijn Orpha- | |
[pagina 300]
| |
nage, als die er mochten zijn. Zoo waren er dames en heeren met handen vol stemmen, om te ruilen voor eigen candidaten. Dat geeft een leven, een drukte, een bedrijvigheid - ongehoord! Op het laatste moment, één minuut voor de sluiting, worden de nog niet verruilde stemmen weggegeven en dan kan men dikwijls nog prachtige vondsten doen, maar o, je moet er zoo bij zijn - die 2 uur is 't hard werken, soms krijgt men nog wel een honderd stemmen of meer op die manier! Want och er is wat noodig! De aanvraag voor allerlei Homes is zoo groot, dat alleen zij die de hoogste stemmen kregen (een beperkt getal) worden aangenomen. Ik ken een patiente in een Home voor Incurables, die er met 1700 votes in kwam! Na 3 jaar wachten! De stemmen van de eene verkiezing worden opgeteld bij de komende, maar als de candidaat na 5 electies nog niet het hoogste aantal heeft, wordt ze van de lijst geschrapt... Men kan zich de agitatie van de ‘werksters en werkers’ voorstellen! Eerst al gedurende een paar maanden hebben ze overal, met hun kaarten gewapend, om stemmen moeten bedelen (ieder die bijdraagt heeft één of meer stemmen) (en de namen der contribuanten vindt men in boekjes, expresselíjk daarvoor uitgegeven, meestal zijn voor een case wel een tiental of meer werkers bezig, want ieder heeft zijn eigen relaties, dus hoe meer hulp, en invloedrijke hulp des te beter!) en dan nog de laatste krachten ingespannen op de election-day - waar ze ook met 2 of 3 moeten komen, om vlug te kunnen invullen en vragen, en als dan de chairman roept: 5 minuten nog... en dan eindelijk ‘1 minuut’ nog - en dan de ‘polling is closed’ - o, als het dan een eigen geliefd kind geldt, voor een asylum, of een zuster, die onherstelbaar is... of een vriendin, die een ‘pension’ moet hebben op haar ouden dag na hard werken... dan hoort ge als 't ware - die zucht van verlichting als eindelijk een einde wordt gemaakt aan het werven... en de ‘polling’ gesloten wordt. - Eigenaardig - plotseling is het stil in de groote zaal - ieder gaat zwijgend heen - er kan niets meer worden gedaan. Enkelen blijven zitten. Een uur is er noodig voor den secretaris en zijn vele klerken om de stemmen te sorteeren... Na een uur weet men alles, wie de gelukkigen zijn... en wie weer na een half jaar opnieuw moeten beginnen. - Geen moed verloren... de dapperen winnen ten laatste toch! London. H.B. DE LA FAILLE. |
|