ik onlangs schreef in dit blad over Kielland, zijn werk, speciaal Schnee en Arbeiter, en zijn beteekenis voor de literatuur in Noorwegen en Europa, zal het wel niemand verwonderen, dat ik mij over deze uitgave verheug en haar aanbeveel. Ook Schipper Worse heb ik, zooals alles van Kielland, met groote liefde voor den schrijver gelezen, liefde voor den mensch in den kunstenaar, die in het werk van de Noren bijna altijd om den hoek kijkt, en liefde óók voor het werk op zich zelf, dat ik uit een oogpunt van kunst hóóg stel.
Het Kruis aan den horizont door Dr. C. du Prel valt onder de rubriek spiritistische literatuur, maar is gelijktijdig een verhaal (uitgever G.A.W. van Straaten, Middelburg). - In hoeverre is deze vorm voor zoo iets aanbevelenswaardig te noemen? Persoonlijk lees ik liever iets streng-wetenschappelijks. Maar ik kan mij voorstellen, dat het groote publiek gemakkelijker wordt bereikt door een meer ‘pakkenden’ vorm. En waarlijk het groote publiek weten te interesseeren voor iets anders, iets beters dan vuiligheid en platheid, het de oogen openen voor de geheimen dier groote onzienlijke wereld rond-om, ik acht het een goed, een nuttig werk.
Het Kruis aan den horizont trekt de gedachte van den lezer af van het materieele; het leert hem denken aan dat wat onsterfelijk is, aan dat wat hij niet ziet met zijn vleeschelijke oogen, maar dat méér is en méér beteekent ten slotte, dan het korte vergankelijke aardsche bestaan. Bij al de prul-boeken die heden ten dage uitkomen, is het een blijdschap ook zulk een arbeid te begroeten, waarbij de naam van den auteur bovendien borg staat, dat men hier te doen heeft met een waarachtige levensovertuiging, niet gegrond op bedrog maar op ervaringen.
Interessant op ditzelfde gebied zijn ook De Brieven van Julia door W.T. Stead (Scheltens en Giltay, Amsterdam).
Zij bevatten mededeelingen ‘uit het land aan gene zijde des grafs’, verkregen door automatisch schrift. Het spreekt van zelf, dat men hier reeds moet behooren tot de geloovigen om aan te nemen. Wie dit niet doet, zal schouderophalend het boek neerleggen. Met spiritistische waarnemingen is dat altijd het geval. Al betuigt gij Uw tegenstander ook met nog zoo vele bewijzen, dat gij het betreffende geval hebt bijgewoond, onderzocht, wat ook, hij zal blijven gelooven aan ‘hallucinaties’... tot op den dag waarop hij misschien zelf wordt overtuigd door aanschouwen, waarvan de voorbeelden van dergelijke bekeeringen niet zeldzaam zijn. - Ik voor mij zou in het speciale geval Stead wel wenschen, dat hij-zelf niet zoo'n reclame-maker ware. Dat zou een grooter waarborg geven voor den ernst van zijn optreden in déze zaak. M.i. houdt deze meneer te veel van Engelschen humbug bij al de zaakjes, van couranten, vredesbewegingen, theater-afkeer, enz. waarmede hij zich reeds op de meest luidruchtige wijze heeft beziggehouden, om onbepaald in de oprechtheid van zijn bedoelen te kunnen gelooven.
Fiat-Lux, mijne ervaringen op het gebied van Spiritualisme, door Prof. Dr. Max Seiling (Apeldoorn, Laurens Hansma) is een klein wetenschappelijk-geschreven getuigenis van eigen ervaringen. - De schrijver heeft mevrouw d'Espérance (over wier boek en ervaringen ik reeds vroeger schreef in de Holl. Lelie) leeren kennen, en twijfelt geen oogenblik aan de onmogelijkheid van bedrog. Al de door hem bijgewoonde feiten en zittingen worden door hem uitvoerig behandeld, en aangetoond hoe hier alle kwade trouw was uitgesloten, en het den deelnemers alleen te doen was om de wáárheid. Dat de tegenstanders het niet altijd te doen is daarom, maar wel om er zich oppervlakkig, met spot dikwijls, af te maken, behoeft geen nader betoog. Met volle instemming maak ik dan ook de slotwoorden, die de schrijver aan Shakespeare ontleent, tot de mijne: De waarheid is een hond, die in een hok ligt, en er uit geranseld moet worden. -Juist! Aan het ranselen echter wagen de meeste menschen zich liever niet. Ze gaan liever bang en voorzichtig voorbij het hok, en zeggen dan naderhand pedant: Er was geen hond.
Het kruis aan den horizont zoowel als dit laatste boekje zijn beiden vertaald door H.B. Kennedy van Dam, Oud-majoor O.-I-leger.
Van drie mij ter bespreking toegezonden scheurkalenders, is de Internationale van W.J. Thieme en Cie, Zutphen, mij een welkome oude bekende, die ik graag een plaatsje geef in mijn huiskamer. Menig gezonde gedachte of spreuk ontmoet ik daarop in den loop van het jaar. Het schild is eenvoudig, en niet aanstellerig.
Elken Dag wat uit de Natuur heeft, gelijk de titel reeds aanduidt, een meer onderwijzende strekking. - Dit is een uitgave van W. Versluys, Amsterdam, van wien ook de derde scheurkalender afkomstig is: