naar de stad, zoodat treinen, trams en booten den eersten dag der week overvol zijn.
Het is aardig zoo'n ‘Sunday crowd’ gade te slaan, en het moet gezegd worden, dat, moge ze soms wat luidruchtig zijn, de perken der welvoegelijkheid nooit overschreden worden; dronken personen behooren tot de groote zeldzaamheden.
Hoewel de huur, die hier vóóruit, per maand betaald wordt, doorgaat, zijn er niet veel onkosten aan zoo'n uitstapje verbonden, want moeder de vrouw kookt en wascht even goed als thuis; alleen heeft zij maar de strikt noodige ruimte schoon te houden, want het spreekt van zelf, dat men na het ontbijt al naar buiten trekt en niet terugkomt vóór 12 uur; na het lunch weêr uitgaat, totdat het tijd wordt het middageten klaar te maken en ook daarna weêr van de buitenlucht geniet.
Meestal gaat men zelf zien, wat er te huur is, als de afstand niet te groot is. De inwoners van zoo'n zeeplaats maken er een geldwinning van 's zomers ‘cottages’ (huizen van één verdieping) te verhuren. Hoe verder in den tijd, hoe hooger de prijzen, en, is de plaats in trek, dan zijn kamers en huizen dikwijls in het voorjaar al besproken.
Menschen, die het zuinig moeten aanleggen en toch uit willen gaan, nemen een tent meê, welke men evenwel ook kan huren tegen billijken prijs, voor korten of langen tijd; hoe langer, hoe voordeeliger voor de huurders.
Een tent bevat één, twee of drie ruimten, heeft 4 rechte, wanden, waardoor men zich in het vierkant overal goed kan bewegen en schuin afloopend dak, alles van zwaar zeildoek; de vloer bestaat uit stevige planken, een eind van den grond gelegd. Men vindt er alleen het hoognoodige meubilair: één of twee bedden met toebehooren, een karpet, een kachel met pijp, door een opening in de tent buiten uitkomende; potten, pannen en keukenbenoodigdheden aan spijkers aan den wand hangende, om plaats te winnen; een latafel, om een en ander te bergen, een tafel en een paar stoelen.
Het is vooral van belang van te voren te gaan zien, wat er te huur is, opdat men, wat er aan huisraad, porcelein, enz. ontbreekt, van huis kan meêbrengen, want ieder persoon heeft op zijn reisbiljet 100 pond vracht vrij; dus kan men heel wat meênemen, zonder er extra voor te betalen. Krijgt men onverwacht logés, dan zijn bedden en beddegoed afzonderlijk te huur.
In de straat, waar onze tent stond, bevonden zich verscheidene andere, vrij dicht bij elkaar; tusschen de boomen zag men hier en daar hangmatten; op geregelde afstanden staan tonnen voor asch en afval, en waterkranen voor algemeen gebruik voorzien in ieders behoeften. Hier en daar hing een wasch te drogen, wat het geheel een huiselijk aanzien gaf.
Als de familie aankomt, is het eerste, wat men doet, hout te koopen, om den kachel te stoken. Rondom het zeeplaatsje, waar wij in den middag aankwamen, zijn uitgestrekte pijnbosschen, waarvan de boomen voornamelijk worden gebruikt voor brandhout. Kolen zijn te duur, daar zij van buiten worden aangevoerd, dus veel aan vracht kosten; ook zijn de meeste kachels tot het branden van hout ingericht.
Winkels zijn uitstekend in het stadje Pacific Grove en men kan er alles krijgen tegen city prijzen. De heerlijkste vruchten en groenten worden uit den omtrek aangevoerd en zeer billijk verkocht. Om het beste te krijgen, gaat men er zelf op uit, om de eerste benoodigdheden voor de huishouding in te slaan bij melkboer, bakker, slager en kruidenier of vischboer, welke leveranciers ook alles aan huis bezorgen en belast en beladen komt men terug. De inmiddels gebrachte houtblokken zijn op zijde van de tent afgeladen en worden gedeeltelijk in ‘kindling-wood’ (kleine spaanders, om den kachel aan te maken) gehakt en al gauw is er een knappend vuurtje. Het water kookt in minder dan geen tijd en de veilige aankomst wordt gevierd door het drinken van een kopje thee.
Het menu voor het middagmaal is al vroeger opgemaakt en ieder draagt het zijne of hare toe bij, om het zoo gauw mogelijk klaar te maken. Na afloop wordt alles opgeruimd en na de tent afgesloten te hebben, gaat men een eind wandelen, niet ver evenwel, want iedereen is moê van de reis en gaat vroeg naar bed, om weêr vroeg op te staan en zoo veel mogelijk in de lucht te zijn. 's Morgens na het ontbijt wordt de tent opgeruimd en aangeveegd en men gaat naar het strand.
Het stadje Pacific Grove is hellend gebouwd aan een' inham van de Groote Stille Zuidzee en door hooge rotsen, vanwaar men langs een' trap naar beneden gaat, van de zee gescheiden. Dit rotsachtige maakt, dat er weinig ruimte tot zitten is aan het strand; zoo goed mogelijk kiest men zich een lig- of