II. Degelijkheid.
‘Sancta Inconsequentia.’
Caprice,
Ik wil gaarne deze gelegenheid, die de Redactie mij geeft, aangrijpen om onze aardige ‘capricesmakende Aziatische vogel’ (vergis ik me?) te vragen of ze soms in de rui is en of dit werkt op haar vroolijk Leliegespreeuw.
Want o, wat al caprices, wat algemeenheden staan er toch in vele harer ingezonden stukjes!
Nu weer die oudbakken vergelijking van zware Hollanders en luchtige Franschen.
Ontmoet zij dan niet dikwijls Hollanders van fijnen geest, en nonchalante vroolijkheid? En ik zou denken dat ze toch maar weinig Franschen in haar of in hun omgeving heeft ontmoet; dan zou zij toch wel ondervonden hebben dat daaronder ook velen ‘zwaar op de hand’ zijn en vol ‘degelijkheid’.
En dan dit. U wilt 't nu absoluut hebben over een bepaalde soort degelijkheid die synoniem is met ‘braaf’, ‘goed’, ‘correct’, ‘zeurpotterij’ etc. Zoo voel ik die ook.
Maar wat beoogt Caprice toch met haar beschouwing, wil ze alleen hare medelezeressen zeggen, ik ben zoo en zoo, hooren jelui dat nu, vindt je dat niet flink en interessant, dus zoo'n beetje... pauwestaartje spelen, òf
Wil ze zedemeestertje zijn en zoo graag die botte bekrompen degelijke Hollanders wat Fransch maken?
Als het 't eerste is, blijft ze ons sympathiek.
Als het dit laatste is, wou ik, als een ander soort degelijke Hollandsche haar zeggen: Caprice! waar doet ge al die moeite voor, denkt ge werkelijk dat menschen die zulk een aard hebben, vatbaar zijn voor zulk een wezensverandering, denkt ge dat Willems ooit Frés kunnen worden? Laat toch in rustige rust, die tantes en oomes, U staat toch buiten ze; een ieder leeft toch zijn eigen leventje af.
Bovendien bedenk, die degelijke dames en heeren vinden Caprice even criant vervelend als zij het hen doet en beiden met even veel recht van bestaan. En als Caprice nu die verschillende temperamenten beziet, voelt zij dan ook niets voor een philosophisch-zwijgende beschouwing?
(Uit alles wat ik van haar in onze Lelie las, zou ik haast wel kunnen antwoorden, dat 't haar temperament niet is).
Is dan niet alle geschrijf daarover - ook dit - onbeteekenend en vruchteloos, Caprice?
TINE.
Noot-redactrice.
Mijne bedoeling was niet, om zoo persoonlijk te zijn.