Het geluk van het Kind.
Gezondheid, opgewektheid, levenslust!
Ziedaar de onmisbare factoren voor het geluk van het kind.
Weinig is er noodig om het gezonde kind levenslust en opgewektheid te verschaffen.
Moeilijk, maar uiterst dankbaar is de taak om de kwijnende, zwakke jeugd in deze voorrechten te doen deelen.
* * *
Ginds klautert, joelend en zingend, een vroolijke kinderschaar op een duintop. Straks, onder gezelligen kout, graven de kleinen kuilen en gangen op het strand, die in hun jeugdige verbeeldingskracht zich vormen tot meren en kanalen, of werpen
zij dammen op tegen de brandinggolfjes, verdedigend elk plekje gronds met de taaie volharding van het Hollandsche volk.
De zon, op 't hoogst gestegen, teekent het middaguur. Het vooruitzicht van het heerlijk maal maakt het scheiden van de gewrochte schatten gemakkelijk.
Even later zien we ze terug in het Koloniehuis, aan elke tafel een hongerig troepje met een geleidster aan 't hoofd, - drie kleine gezinnen in één groot vertrek.
Na het eten gaan allen ter rust. Daarna begint spel en zang opnieuw, om eerst te eindigen als de avond allen naar bed wenkt. Het avondmaal besluit een heerlijken dag, die wordt gevolgd door ongestoorden, zegenrijken slaap.
Voor elk, die iets gevoelt voor het kind, die bewogen is met het lot van het zwakke kind, is het een genot de gezondheidskolonie van nabij te beschouwen. Wie slechts eens met die kolonies mag kennis maken, gevoelt dadelijk de onschatbare waarde dezer hoogst sympathieke instellingen.
Moede en mat, schuw en verlegen komen de kleintjes in hun tijdelijk tehuis, slechts denkend aan dat ééne: terug naar moeder!
Een paar dagen later, en zij vormen de vroolijke groepjes, hierboven geschetst.
Straks, na eenige weken, is het alleen de gedachte naar huis, naar ouders, broertjes en zusjes, die hen het scheiden gemakkelijk maakt van de liefderijke geleidsters en van de kameraadjes in het koloniehuis.
Gebruind door de zon, gesterkt door goede voeding en versche lucht, gaan ze heen, met een hinken voorraad weerstandsvermogen, waardoor ze later schadelijke invloeden kunnen weerstaan.
De verslapte veer heeft zich ontspannen, eer deze voor immer verlamt.
Gezondheid, opgewektheid en levenslust hebben ze ontvangen. Gezondheid, opgewektheid en levenslust nemen ze als vergaarde schatten met zich mede.
In de zedelijk en hygiënisch reine omgeving is het lichaam gesterkt en het karakter gevormd. Vele blijde gewoonten hebben zij