gelijke ‘advertentie’ mag niet tot reclame dienen van het werk, dat door de vereeniging wordt gedaan.
Wat wel een advertentie raag zijn - dat is dit: te weten, dàt, terwijl er zoo meer gevallen werden onderzocht door de inspecteurs van den bond - dan verleden jaar - er 200 minder vervolgingen plaats hadden. Het ‘waarschuwingswerk’ - dàt is het stille, mooie werk - dàt moèt dienen tot basis van goede propaganda. Want de vereeniging moet zich mettertijd als 't ware overbodig maken. De inspecteurs moeten door hun zedelijken invloed den geest in de huisgezinnen weten te wijzigen. Zoodat de ouders beter hun plichten gaan begrijpen en hun kinderen een waar ‘tehuis’ gaan geven.
Hoe eenvoudig klinkt dat nietwaar? De afdeelingen hebben namelijk ieder een inspecteur, die gesalarieerd, wordt, en in uniform loopt. Deze inspecteur gaat de huizen binnen, waar hij meent te moeten optreden, onderzoekt de gevallen, is in verbinding met de politie en door den tact van den inspecteur moet deze arbeid met succes bekroond worden. Nu wil de vereeniging steeds meer inspecteurs, o.a. vraagt ze één alleen voor de city - maar iedere inspecteur kost £ 200, zoodat er dus heel wat moet worden bijeengebracht.
Onlangs woonde ik een vergadering van onze afdeeling bij, en hoorde het bespreken van de gevallen van die maand, en zag ik den inspecteur van ons district. Een flink gebouwde krachtige man, die alleen reeds door zijn optreden indruk moet maken. Een predikant uit ons district, leidde de besprekingen, verschillende dames, waaronder vrouwen van doctoren, waren tegenwoordig, en konden menige opheldering geven over het interne van enkele gezinnen, doordat de doctor er mee in aanraking was geweest. Ik kreeg den indruk, van een ontzaggelijke noodzakelijkheid van dit moeielijke werk... want moeielijk is het, om in de huisgezinnen binnen te treden en in te grijpen - een Engelsch gezegde: ‘my home is my castle’, toont genoegzaam aan - dat men niet zonder ‘pas’ dat home ongevraagd kan binnen treden, en goed gemotiveerd moet het ‘binnengaan’ van den inspecteur dan ook wel zijn. -
Hoe meer betrouwbare inspecteurs er komen in alle deelen van Engeland - des te beter, zal Engeland op zijn toekomstig, nu - opgroeiend geslacht kunnen bouwen.
200 inspecteurs zouden we nog moeten hebben, zei lady Somerset - en - een ‘minister for the child’. - Waarom wel een minister voor landbouw - en geen minister voor de bescherming van kinderen?
In afwachting hiervan, heeft de vereeniging, de Lord Mayor met den eeretitel van ‘The Child'ren's’ Lord Mayor ‘bezwaard’... want heel wat titels zal hij dragen! Deze echter zal hem zeker het minste drukken, want wie voor ‘'t kind’ werkt, werkt met hoop volle verjongde krachten.
Of zoo'n Lord Mayor tusschen al zijn officieele dinners en meetings in nog tijd zou hebben, om, zooals de gefortuneerde en niet-gefortuneerde, Engelschen doen - voor ‘the week-end’ naar ‘the River’ of liever ‘op’ de River gaan? Want dat is wel zoo wat fashion. Een ‘houseboat’ te hebben, en in zoo'n aardig aangekleed, vaak met planten versierd, en met bont zeildoek overdekte boot op ‘the River’ te liggen. De dames in hoogst elegante kleurige toiletjes, de heeren in een flannel ‘suit’. Bij Hamptoncourt, en Maidenhaid en Sarbiton liggen ze de ‘Week- Enders’, genietende van lucht en zon en frisschen wind. Het warme, duffe city-kantoor vergetend.
En voor wie motorcars bezitten, is zoo'n uitstapje van Zaterdag tot Maandag, eveneens een vast nummer op 't program? Is het wonder, dat de kerken leeg, verlaten schijnen - ‘Als 't ouderhuis waaruit de kinderen zijn weggegaan’. Als het hoogere zieleleven dan ook maar gevoed wordt met ‘Gods gedachten’ in Zijn Tempel ‘de natuur’, want dat de ‘business-man’ hier aan 't einde van zijn week van draven, hollen, zwoegen, hopen en trachten, naar rust hijgt en naar ‘stille wateren’ - wie, die Londen kent, en de motorbussen hoort snorren, die Londen's-wegen nog onveiliger maken voor den vreemdeling, en het gewoel van ‘ongedekte’ klerken en stockbrokers voor the Bank of England gadeslaat - zal er zich niet in verheugen! En dat die ‘trips’ door spoorwegmaatschappijen en stoombootvaartcompanies worden vergemakkelijkt en aangemoedigd, is een weldaad. Zelfs een Londenaar zou bekrompen worden - als er geen holidays voor hem waren weggelegd!
En voor de kinderen beginnen de gulden dagen ook al aan te lichten. Want welk kind gaat niet mee op een ‘outrig’.
Verleden week had ik het halve genoegen ook mee te mogen gaan - en wel naar het magnifique estate van Sir John Lubbock,