gevoelt zich te uiten, en ook opwekt meegevoel voor, en belangstelling in anderen - tenzij het verbittert. - Dat ik nu eindelijk zoo ineens van Uw heele doen en laten op de hoogte ben gekomen, verheugt me zeer; want ik had U geenzins vergeten na Uw vroegere vertrouwelijke brieven. - En ik ben zoo blij, zoo innig blij, dat gij zoo gelukkig zijt geworden! Ja, dat ben ik met U eens, waar de wil er is om de huishoudelijke plichten goed waar te nemen, daar zal van lieverlede het kunnen niet ontbreken bij een jonge, normale vrouw. - Al die huishoudelijke bezigheden zijn datgene waarvoor de vrouw is in de wieg gelegd, die te verrichten, met liefde voor een eigen gezin te verrichten, zal haar niet zenuwziek maken, maar juist gezond doen worden. Uw vriendelijk aanbod Uw adres te mogen geven aan die dames, die met U in persoonlijke correspondentie zouden willen treden, zal ik gaarne aannemen. Ik druk die gedeelten van Uw brief, die daarvoor geschikt zijn, met veel dank voor Uw toestemming daartoe, af in het hoofdartikel. - Dat ik op de rest niet veel durf antwoorden, zult gij begrijpen, omdat men U dan licht zou herkennen in de stad waar gij nu woont. Laat mij U alleen zeggen, dat Uw brieven mij altijd heel welkom zullen zijn, en dat óók dit epistel van U, over Uw huwelijk mijn sympathie voor U heeft vermeerderd, omdat Uw wijze van het trouwen en het geluk op te vatten, en vooral van Uw plichten jegens Uw man te beschouwen zoo geheel overeenkomt met mijn eigen meening in dat opzicht. - Juist zoo is het: Wie gelukkig wil zijn in het huwelijk, die moet vóór alles trachten het haren man te maken. Heeft zij hem daartoe niet lief genoeg als zij hem trouwt, dan bedriegt zij hem, en is niets beter dan 'n straat-slet, die zich verkoopt voor geld. -
Adé. - Ik bedoelde een ‘brief’ met 'n beschrijving van het Riviera-leven. Wat er precies staat op die kaart, kan ik mij nu niet meer herinneren uit het hoofd. Maar ik vrees in elk geval, dat gij geen gelegenheid zult hebben tot zoo iets actueels, als gij, tot mijn spijt, zoo gansch en al gebonden zijt aan thuis. - Het adres van het pension wil ik gaarne in de Lelie opnemen. -
Ja, gij hebt wel gelijk, dat gezondheid een groote schat is, die men niet genoeg kan waardeeren. - Wat het zenden betreft van copie, ik wil gaarne nog eens een en ander van U beoordeelen, maar zendt liever geen novellen of schetsen vóór den a.s. winter. Van dien aard is er al zoo héél véél.
Henca. - Met bijzonder veel belangstelling las ik Uw schrijven. - Maar hoe anders zullen wij het doel en de bereidwilligheid tot helpen bekend maken, indien niet door een artikeltje, hetzij van Uw bestuur, hetzij door een der geholpen gezinnen? Juist het verblijdend feit, dat de omstandigheden finantieel zoo gunstig staan, zoodat er gelegenheid is tot het verschaffen van méér hulp aan meerdere families, maakt het m.i. dubbel wenschelijk aan een zoo nuttige zaak grootere bekendheid te geven. -
Mag ik U ten slotte hartelijk danken voor Uw vriendelijke woorden in zake de Telegraaf- en Lelie-artikelen, en mijn strijd tegen de vuile Querido- en andere soort van hedendaagsche literatuur. -
M.V. - Het is den zetter gegaan als mij; hij kon Uw handschrift niet lezen, en heeft ervan gemaakt A.V. De beslissing over Uw bijdragen onder de letters A V. was dus bestemd voor U.
H.H. te S. - Ik dank U recht hartelijk voor Uw langen en interessanten brief; maai ik denk in Uw geest te handelen, door hem niet in bijzonderheden te beantwoorden, met het oog op den inhoud, die U zou verraden. - Mijn gezondheid is heel goed, gelukkig; van een mooie lente of zomer kan je hier in Amsterdam niet veel merken tusschen de hooge huizen. Enfin, ik hoop er uit te gaan, en dan eindelijk mijn belofte aan U na te komen over de reisopmerkingen. Uw bijdragen komen spoedig. -
Lynceus. - Dat bezoek bij Dumas wil ik wel ter inzage ontvangen.
Nonnie. - Het adres der dame van de fraaie handwerken zend ik U particulier. - Hoe heerlijk, dat gij zooveel voelt voor dieren. Ik heb de vaste overtuiging, dat menschen, die goed zijn voor dieren, gewoonlijk veel meer ware menschenliefde óók bezitten, dan zij die altijd den mond vol hebben van de minderwaardigheid van beesten bij menschen vergeleken! - Ja, katten verdienen zeker evenveel medelijden als honden. - En wat gij daarover schrijft vind ik zoo gevoelig-gehandeld van U. Over het asyl waren wij ook altijd heel tevreden. - Omdat gij schrijft, dat Uw brief alleen is bestemd voor mij, durf ik er niet verder over uitwijden. Dit weinige moest ik er toch van zeggen, want het goede voorbeeld werkt zooveel uit. Menigeen gaan de oogen open voor eigen plicht, als hij of zij ziet, hoe een ander in dit opzicht handelt. - 't Spijt mij erg van die nalatigheid van het adres aan mijn woning. Aan wie de schuld is, weet ik natuurlijk niet. Ik had het pakje nog bepaaldelijk gereed gelegd.
Clara. - Mijn antwoord in het vorig nommer was juist afgedrukt, toen Uw nieuwe brief kwam. - Ik geloof niet, dat ik mij zooveel ‘nuttiger’ zou voelen bij het huishouden doen, dan bij het verrichten van wat ook. Maar ik zou het mijn plicht vinden - als ik getrouwd was - mijn huishouden keurig te onderhouden, en zelve op de hoogte te zijn van koken, wasschen, alles wat er toe behoort. Want alleen dan kan men over de meiden behoorlijk toezicht houden. Wie tot dit alles geen lust gevoelt, uit gebrek aan plichtsbesef, moet liever niet trouwen. Ik verwijs U naar het hoofd-artikel in dit blad, en de door mij gespatieerde woorden, die ik bijzonder wáár vind. Het kan wel zijn, dat ik-persoonlijk niet geschikt zou zijn voor die bezigheden - maar als dat zoo is, dan bewijst het alleen, dat ik tot de uitzonderings-vrouwen behoor, zooals de omstandigheden er heden ten dage zoovele uitzonderingen maken - Het slot van Uw stukje heb ik ontvangen, en ik zal U de proef spoedig zenden. Vriendelijke groeten. - Ik geloof dat U en ik eigenlijk tegenvoeters zijn, maar dat belet niet dat we 't soms heel goed samen kunnen vinden, nietwaar?
Thelma. - De vertraging van Uw vraag in de Vragenbus hebt gij Uzelve te wijten, daar ik er telkens de aandacht op vestig, dat óók deze advertenties, zoo goed als alle andere, niet aan mij moeten worden gezonden, maar aan den uitgever. - Gij, als lang-jarige abonnée, hadt dit toch wel kunnen weten.
C.S. den Haag. - Uw ingez: stukje kan ik niet plaatsen, omdat het mij niet mogelijk is daarop te antwoorden zonder de personen en de omstandigheden der betrokken negen dames erin te behandelen, hetgeen natuurlijk is uitgesloten. -
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.