Ivoren van Dieppe.
Zij zijn wereldberoemd, en misschien toch weinig gekend. Het gaat er mede als met zooveel voortbrengselen van kunst en kunstnijverheid. Het groote publiek weet er zoo weinig van.
De steden en plaatsen naar hun zoetigheden te onderscheiden is geen moeielijke wetenschap, maar Limoges, Dieppe, Dinant, Sêvres, Meissen, Delft, en zulk een groot aantal andere, aan te wijzen als de bakermat van een specialen tak van kunst of kunstnijverheid is voor velen een onbegonnen werk.
Het is daarom goed, dat zoo nu en dan in tijdschriften en couranten en ook door op zich zelf staande werken, de aandacht wordt gevraagd voor een plaats in het binnenof buitenland, in verband met haar productievermogen ten aanzien van kunst en kunstnijverheid.
De kundige conservator van het museum te Dieppe doet dit thans voor de ivoren en hun bewerkers.
Het eigenlijke ivoortijdperk voor Dieppe valt tusschen 1668 en 1725, maar reeds eerder heeft die stad haar sculpteurs gehad, die er reeds beroemdheid aan gaven.
Het ivoor heeft door zijn kleur iets aantrekkelijks. voor het oog. De email-crêmekleur doet het snijwerk in zijn fijnste détails flink uitkomen. Er is iets teers in de bewerking, en daarom vooral wordt door de ivoorsnijders voornamelijk gelet op de kleinste kleinigheden.
Nog altijd leeft de kunst in Dieppe voort; niet ieder komt er toe er heen te gaan en wat aan te koopen, maar de voorwerpen, die hier en daar verspreid, en werkelijk précieuse stukken voor de musea zijn, kunnen reeds een overzicht geven van dezen belangrijken tak van kunstnijverheid voor Dieppe, welke voor die stad reeds in de 16e eeuw bestond.
A.J. SERVAAS VAN ROOYEN.
Oud-Gemeente-orchivaris.
Den Haag.