M.K. - Met verbazing ontving ik Uw schrijven, want ik herinner mij Uw eersten brief zeer goed; omdat die mij zoo sympathiek aandeed heb ik U toen verzocht Uw adres mij op te geven, onder een pseudoniem betrekking hebbende op ‘gelapte schoenen’ - Maar ik hoorde nooit iets van U, veronderstelde dat gij geen abonné waart; en nu zie ik uit Uw schrijven dat gij het inmiddels werd, en dat het U goed gaat. Ik kan U echter niet verder beantwoorden als gij mij Uw naam en adres niet wilt noemen. Over dat gedichtje van de Gènestet wil ik U dan ook gaarne mijn meening zeggen, wat die regels betreft die U hinderen. Maar anonyme correspondenten beantwoord ik nooit. Uw naam blijft geheim.
B. (zuster is abonnée en laat U de Hollandsche Lelie lezen). - Ik wist wel dat véél Hollanders met de nachtschuit komen, maar gij schijnt gansch en al ten achter te zijn wat den tijd betreft. Want gij zendt mij, naar aanleiding van de handschrift-beoordeeling, (die een twee jaar nu al is afgeschaft), Uw handschrift toe, en sluit 10 cts. in, inplaats van de voorgeschreven 50 cts. -!
Waarschijnlijk zal mijn antwoord nu ook eerst een jaar of tien na dezen in Uw hersenen doordringen. - Laat Uw zuster, die abonnée is U, eens op weg helpen. - En tracht voortaan een klein beetje vlugger mee te komen met hetgeen er om U heen gebeurt!
Ida. - Neen, ik zou maar niet meer uitkijken naar ondergeteekende, want gij vindt haar blijkbaar niet. Met een ‘witte blouse en witte glacé-handschoenen’ was ik dien avond geenzins getooid; ook zat ik heel ergens anders dan op die rei.
- Ja, Kunstlievende Dames heb ik met bijzonder veel genoegen gezien. De opvoering was uitstekend, zoo door en door beschaafd. Die Jhr: Godard is een uit het leven geteekend type, had wel iets van het genre uit de brieven van ‘Dolf’ van Jhr. Rappard, en ook zoo'n freule Amanda ken ik er meer dan eene in de werkelijkheid. Uitstekend ook waren de gedistingueerde toiletten. - Tippie wil mij 't minst bevallen. Zij deed op het tooneel goed, en juffr: Waning Bolt maakte er een leuk typetje van, maar bij wat nader beschouwing is zoo'n vinnig kind toch niet meer aardig, maar integendeel grof, vindt gij zelve ook niet?
Het kan wel zijn dat de oplossing van het door U ontvangen antwoord ligt bij het weinig succes dat de Ned. Tooneel-vereeniging dezen winter heeft; volg dan den raad van Uw raadsman; als het U dáár gelukt, is Uw stuk in elk geval in goede handen. -
Ja, mooie beloften, zonder er naar te doen, daaraan maken die heeren zich zoo graag schuldig. Als gij wist wat ik op dat gebied al gezien heb achter de schermen, van ongelukkige beginners, die worden abgespeist met allerlei fraais onder vier oogen, en dom genoeg zijn dat te gelooven!
Ik geloof niet dat het U iets zal helpen, of ik het lees of niet. Een schouwburg-directie stelt gewoonlijk andere eischen, gaat te rade met heel andere dingen dan de criticus. - In Uw buurt gewandeld? - Neen, ik wandel niet veel, ga gewoonlijk uit met 'n doel, heb er geen tijd toe.
Als gij er bijzonderen prijs op stelt, wil ik U mijn goeden wil graag toonen door het stuk te lezen; dat is beter dan voorlezen, want dan kan ik het onpartijdiger en meer onbevangen beoordeelen, dan als gij-zelf er bij zijt. -
Joep. - Vriendelijk dank voor Uw hartelijk briefje.
Veritas te Sneek. - Ook U dank ik hartelijk voor Uw woorden van sympathie. - Dat ‘Lebensfreudigkeit’ zoo voor U van pas kwam, doet me dubbel genoegen.
- Salomé. - Wat een heerlijk mensch zijt gij: vier honden! Een meisje dat geëngageerd is, en toch een warm hart houdt voor haar honden, dat belóóft wat goeds, vind ik. - En met Uw wijze van dien bewusten dag doorbrengen, kon ik me ook zoo door en door vereenigen! - Natuurlijk zal ik graag Uw verhaal ter beoordeeling ontvangen. - Veel dank ook voor Uw instemming met Lebensfreudigkeit! - Nietwaar, is het leven niet veel te goed soms, om het te verknoeien met al die leuter-deftigheden en kleine vormen? Het akelige en droevige is er reeds dikwijls genoeg, laat ons dat toch niet verzwaren door ook nog neer te zitten bij een berg kleinigheden van 't alledaagsche leven, met 'n somber, verzuurd gezicht!
Excelsior. - Tot Uw geruststelling dient, dat ik springlevend was in die dagen, alleen maar werd teruggehouden omdat ik hier moest zijn voor ander werk. - Dat gaat zoo. - Hartelijk dank voor Uw lief briefje en belangstelling.
Felix II. - Frits laat zijn naamgenootje groeten. - Nu, naar het panorama zal ik dan gaan zien. - Op de éérste verdieping hebt gij onze Marie niet kunnen zien; wij wonen hooger -
Vriendelijke dank voor Uw sympathie met het Telegraafartikel.
Alpha. - Ja zeker, nu herinner ik mij de zaak volkomen; eerlijk gezegd heb ik steeds gedacht, dat gij na dat eene jaar wel weer zoudt hebben bedankt, omdat ik U eenigzins had geforceerd. Het was toen voor mij ook het begin van een nieuwen werkkring, en er was een gansch onverwachte ophooping van ingezonden stukken, door dat artikel van B. dat zoo'n storm opwekte. Daarom moest ik wel zoo handelen. - Maar ik vond zelfs, dat het U eerder tegen mij moest innemen dan omgekeerd, zooals U veronderstelt.
Wel neen al mijn correspondenten zijn lang niet altijd ‘geestverwanten,’ en nog veel minder altijd ‘standgenooten.’ - Gelukkig niet; dan zou je altijd in je zelfde kringetje ronddraaien. - Den naam dien U ervoor heeft, voor die corr: rubriek, vind ik heel aardig-bedacht. Zeker, als U wilt schrijven, of aan mij, of in een ingez: stuk, of als artikel, ben ik steeds graag bereid Uw zending te ontvangen. - Hartelijke groeten, en dank voor Uw ophelderend vriendelijk briefje. -
Zender van een versje uit Nijmegen. - (Telegraaf en Lelielezer.) Waarom anonym?
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.